Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008 van het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing
a.
fonds: de Stichting Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing, gevestigd te Den Haag.
b.
commissie: de commissie die aan het fonds een advies uitbrengt als bedoeld in artikel 8 van de statuten van het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing gevestigd te Den Haag.
–
een faciliteit bestemd voor de presentatie van podiumkunsten, of
–
een organisatie/vereniging zonder winstoogmerk, niet zijnde een podiumkunstaanbieder of impresario, die met regelmaat openbaar toegankelijke voorstellingen op het gebied van podiumkunsten programmeert of doet programmeren.
d.
klein podium: een klein podium voldoet aan tenminste twee van de onderstaande bepalingen:
–
het podium heeft een maximale capaciteit van (zit- of staanplaatsen) van 350 bezoekers;
–
de organisatie bestaat merendeels uit vrijwilligers, eventueel onder leiding van een staf met enkele betaalde krachten;
–
het podium is een rechtspersoon waarvan het organiseren van podiumkunsten uit de statutaire doelstellingen valt af te leiden.
e.
podiumkunstaanbieder: de producent van podiumkunst (theater- of dansgezelschap; muziekensemble; individuele musici, dj’s, acteurs, dansers, performers).
f.
kleinschalig aanbod: voorstellingen die worden verzorgd door een klein aantal kunstenaars die in het genre toneel, dans en mime een op ontwikkeling gerichte vorm van theater en dans presenteren. In de muziek zijn klassieke en hedendaagse kamermuziek, jazz en improvisatiemuziek en wereldmuziek doorgaans kleinschalig. Overige theatervoorstellingen (inclusief dans en muziektheater) zijn ten dele kleinschalig en ten dele grootschalig. Symfonische muziek is grootschalig.
g.
marketing: marketing is afstemming op de markt met behulp van instrumenten zoals product, promotie, prijs, plaats, personeel en partners.
1.
Het doel van de regeling is het ondersteunen van de reguliere programmering van kleinschalige podia van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 voor zover gaat om het programmeren van kleinschalig aanbod en risicovolle programmering.
2.
In het kader van deze regeling wordt de programmering als risicovol beschouwd als die naar het oordeel van het fonds in inhoudelijk of financieel opzicht risico’s meebrengt.
1.
Het gereserveerde budget voor dit doel in genoemde periode is maximaal € 650.000 per jaar door het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing en maximaal € 500.000,– per jaar door de provincies Noord-Holland, Utrecht, Gelderland, Overijssel en Flevoland exclusief eventuele indexering.
2.
De provinciale bijdragen zijn bestemd voor subsidiëring van aanvragers uit de betreffende provincie.
3.
In de artikelsgewijze toelichting op deze regeling staat vermeld hoe deze budgetten worden ingezet.
1.
Een podium, dat eerder deel uitmaakte van de
RKP 2005 of was opgenomen in de Provinciale Regelingen tot en met 2005, dient in de jaren 2006–2008 een in omvang vergelijkbaar minimum aantal concerten/voorstellingen te programmeren met een budget dat, omgerekend naar jaarbasis, overeenkomt met het jaar 2005.
2.
De voorstellingen/concerten zijn openbaar toegankelijk en er wordt entree geheven.
3.
Jaarlijks wordt de programmering voor het betreffende jaar opgegeven.
1.
Een aanvraag kan worden gedaan door twee categorieën podia. Het betreft:
a.
podia die gebruik hebben gemaakt van de
Regeling Kleinschalige Podia 2005 van het Fonds en podia die in het jaar 2005 waren opgenomen in de Provinciale Regelingen die door het Fonds werden uitgevoerd;
b.
podia die in 2005 niet in de
Regeling Kleinschalige Podia of de Provinciale Regelingen waren opgenomen, maar wel voldoen aan de voorwaarden van deze regeling.
2.
Podia als bedoeld in lid 1 onder b ontvangen alleen subsidie als er voldoende budget resteert nadat de aanvragen afkomstig van podia als bedoeld onder a zijn beoordeeld.
3.
Een aanvraag kan worden gedaan door muziekpodia uit het gehele land en theaterpodia uit de provincies Utrecht, Overijssel, Gelderland, Flevoland en Noord-Holland.
1.
Aanvragers die subsidie ontvangen zijn verplicht mee te werken aan onderzoeken ten behoeve van een gegevensverzameling over de branche, indien het FPPM daarom verzoekt.
2.
Een podium voor kamermuziek dient om voor subsidie in aanmerking te komen tenminste vier concerten per jaar te organiseren.
3.
Een podium voor jazz en geïmproviseerde muziek dient om voor subsidie in aanmerking te komen tenminste zes concerten per jaar te organiseren.
4.
Een vlakke vloer theater dient om voor subsidie in aanmerking te komen tenminste 50 voorstellingen per jaar te organiseren.
5.
Een podium voor hedendaagse muziek dient om voor subsidie in aanmerking te komen tenminste zes concerten per jaar te organiseren.
6.
Een klein theater dient om voor subsidie in aanmerking te komen tenminste vier voorstellingen per jaar te organiseren.
Artikel 7. Subsidieverplichtingen en nadere bepalingen per provincie
In aanvulling op de overige artikelen in deze regeling gelden de volgende verplichtingen en bepalingen per betrokken provincie voor bijdragen uit de provinciale middelen.
Gelderland
Het budget van de provincie Gelderland is bestemd voor theaterpodia (in de provincie Gelderland). Voor deze podia (vlakke vloer theaters en kleine theaters) geldt, in afwijking van
artikel 6, dat een podium tenminste 30 voorstellingen per jaar dient te organiseren, ongeacht het genre. De totale capaciteit van alle zalen van het podium mag niet meer dan 350 bezoekers zijn.
Flevoland
In uitzondering op
artikel 6 hebben theaterpodia in Flevoland die tot en met 2005 waren opgenomen in de Provinciale Regelingen een voorkeursrecht om een beroep te doen op de provinciale middelen in het kader van de RKP 2006–2008, ook al voldoen zij niet aan alle verplichtingen van de regeling.
Overijssel
Het budget van de provincie Overijssel is bestemd voor theaterpodia (in de provincie Overijssel). Voor kleine theaters geldt, in afwijking van
artikel 6, dat een podium tenminste 20 voorstellingen per jaar dient te organiseren, ongeacht het genre. De totale capaciteit van alle zalen van het podium mag de 600 bezoekers niet te boven gaan.
Noord-Holland
Het budget van de provincie Noord-Holland is bestemd voor theaters, kamermuziekpodia en podia voor jazz en geïmproviseerde muziek (in de provincie Noord-Holland).
In afwijking van
artikel 1 onder d, kunnen ook kleine zalen van schouwburgen, waar volgens de aanvraag in voldoende mate risicovolle voorstellingen worden geprogrammeerd, in aanmerking komen voor subsidie.
Podia in de gemeente Amsterdam komen niet voor ondersteuning uit de provinciale middelen in aanmerking.
Utrecht
In afwijking van
artikel 1 mag de capaciteit van de zaal groter zijn dan 350 als het podia betreft in gemeenten met minder dan 80.000 inwoners. Het belang van kleinschalige aanbod gaat hier boven de beschikbare zaalcapaciteit.
Binnen de RKP worden uit het provinciale budget niet meer dan drie podia in de gemeente Utrecht gesubsidieerd (behalve als zich nieuwe podia uit Vleuten/De Meern aandienen).
1.
Subsidies die verstrekt zijn op grond van deze regeling hebben betrekking op de aan de uitvoerenden voor het optreden te betalen bedragen. Daarnaast wordt maximaal 25% aan bijkomende kosten per optreden als subsidiabel beschouwd.
2.
Vergoed wordt maximaal de helft van de subsidiabele kosten per optreden, maar niet meer dan het verschil tussen deze kosten en de gerealiseerde publieksinkomsten.
3.
De totale subsidie van het fonds aan een podium zal nooit hoger zijn dan het maximale subsidiebedrag.
4.
Voor de afzonderlijke provincies gelden in enkele gevallen verschillende bijdragen met een verschillend maximum per theater per jaar. In de Toelichting op deze regeling staan deze bedragen vermeld.
1.
Voor het indienen van aanvragen wordt gebruik gemaakt van het aanvraagformulier ‘Regeling Kleinschalige Podia’ van het fonds. Dit formulier kan worden ingevuld via www.fppm.nl of bij het fonds worden opgevraagd.
2.
Podia die vanaf 1 januari 2006 voor drie jaar in aanmerking willen komen voor opname in de Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008, dienen vóór 1 oktober 2005 een aanvraag in bij het fonds. Nieuwe podia die vanaf 1 januari 2007 voor nog twee jaar in aanmerking willen komen voor ondersteuning vanuit deze regeling dienen een aanvraag in vóór 1 oktober van 2006. Nieuwe podia die vanaf 1 januari 2008 voor nog één jaar in aanmerking willen komen voor ondersteuning vanuit deze regeling dienen een aanvraag in vóór 1 oktober 2007.
3.
Aanvragen die na deze indientermijnen bij het fonds binnenkomen, worden niet in behandeling genomen.
Artikel 10. Toetsing door het fonds
Aanvragen worden bij ontvangst getoetst op volledigheid. Aanvragers van wie het subsidieverzoek niet voldoet aan de eisen uit deze regeling worden in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen een termijn van twee weken aan te vullen. Aanvragen die dan nog niet volledig zijn worden niet in behandeling genomen.
Het Fonds maakt gebruik van commissies die adviseren over de subsidieaanvragen. Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt over de voortgang daarvan geen informatie verstrekt.
Artikel 11. Toetsingscriteria
De commissies beoordelen de aanvragen aan de hand van onderstaande criteria. Honorering is afhankelijk van de mate waarin de aanvraag beantwoordt aan deze criteria.
1.
Visie
De aanvraag is opgesteld conform het Aanvraagformulier en beantwoordt daarmee de vragen over meerjarige artistieke visie en programmering, publieksbereik en spreiding.
2.
De kwaliteit van de programmering
De voorgenomen programmering sluit aan op de geformuleerde artistieke visie en ambitie van het podium en betreft optredens van professionele kunstenaars.
3.
Marketing
De voorgenomen marketingstrategie sluit aan op het geformuleerde publieksbereik.
4.
Spreiding
De programmering levert een bijdrage aan de spreiding van de podiumkunsten in de regio en sluit aan op de geformuleerde omgevingsanalyse van het podium.
1.
Het bestuur van het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing neemt voor de periode 2006–2008 jaarlijks vóór 1 januari een besluit over de subsidieverlening die in dat jaar aanvangt.
De subsidieverlening bestaat uit een subsidiebesluit voor het eerste jaar en indien van toepassing een reservering van hetzelfde budget voor de resterende jaren van de subsidieperiode.
2.
De beschikking vermeldt de hoogte van de verleende subsidie en voor welke activiteiten en voor welke periode de subsidieverlening geldt.
3.
In de beschikking kunnen voorwaarden en nadere verplichtingen worden vermeld. In ieder geval gelden de subsidieverplichtingen die deel uitmaken van de Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008. Deze zijn opgenomen in
Bijlage 1 – Subsidieverplichtingen Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008.
1.
De vaststelling van de jaarlijkse subsidie geschiedt op basis van de evaluatie van het programma en de marketing aan de hand van standaardformulieren en daarbij in te dienen declaraties en bewijsstukken van het podium.
2.
Ieder jaar moeten de evaluatie en declaraties over het voorafgaande jaar uiterlijk twee maanden na afloop van dat jaar, dus telkens vóór 1 maart, bij het fonds worden ingediend.
3.
De afhandeling en goedkeuring door het fonds van de evaluatie en declaraties over het voorgaande jaar alsmede het overzicht van de programmering van het lopende jaar, zijn voorwaarden om de reservering voor het komend jaar in een subsidiebeschikking om te zetten.
1.
Een aanvrager kan bezwaar maken tegen besluiten van het fonds. Op de bezwaarschriftenprocedure is de
Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
2.
Indien een brief van het fonds besluiten bevat staan in de brief de rechtsmiddelen aangegeven.
Artikel 17. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Kleinschalige Podia 2006–2008 van het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing.