Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 2 maart 2011 met betrekking tot de informatieverstrekking door pensioenfondsen die hun zetel hebben in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba (Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen BES)
De Nederlandsche Bank N.V.,
Gelet op artikel 16f van de Pensioenwet BES (Stb. 2010, 597);
Gelet op de artikelen 34 tot en met 37 van het Besluit Pensioenwet BES (Stb. 2010, 370);
a.
Bank: De Nederlandsche Bank N.V.;
b.
Wet:
Pensioenwet BES ;
c.
Besluit:
Besluit Pensioenwet BES .
Artikel 2.1. Modellen
Met inachtneming van de
artikelen 2.2 en
2.3 en voor zover van toepassing verstrekt een pensioenfonds aan de Bank de volgende gegevens, door middel van de volgende modellen van staten als bedoeld in
bijlage 1 :
1.
Voor wat betreft de kwartaalstaten zijn de regels met betrekking tot de reikwijdte en de mate van detaillering van de te verstrekken gegevens, de waardering van de posten, de te hanteren rekeneenheid en de afronding, bedoeld in
artikel 36, aanhef en onderdelen b tot en met e, van het Besluit gesteld in de in
bijlage 1 opgenomen modellen van de kwartaalstaten.
1.
Een pensioenfonds verstrekt de in
artikel 2.1 bedoelde kwartaalstaten met de volgende frequentie aan de Bank:
a.
staat K101, gegevens betreffende de dekkingsgraad: elk kalenderkwartaal;
b.
staten K201 tot en met K205, gegevens betreffende de specificatie van de beleggingen: elk kalenderkwartaal;
c.
staat K401, premiegegevens over het nieuwe jaar: elk vierde kalenderkwartaal;
d.
staten K500 tot en met K502, gegevens betreffende de toepassing van een herstelplan: elk vierde kalenderkwartaal;
e.
staat K601, indexatiegegevens: elk vierde kalenderkwartaal;
f.
staat K602, gegevens betreffende de kenmerken van de door het pensioenfonds uitgevoerde pensioenregeling of pensioenregelingen: elk vierde kalenderkwartaal; of, in geval van wijziging van de door het pensioenfonds uitgevoerde pensioenregeling of pensioenregelingen: elk kalenderkwartaal.
2.
Het fonds waarborgt dat de in
artikel 2.1 bedoelde gegevens uiterlijk dertig werkdagen na afloop van het desbetreffende kalenderkwartaal zijn ontvangen door de Bank.
Artikel 3.1. Modellen
Met inachtneming van de
artikelen 3.2 en
3.3 en voor zover van toepassing verstrekt een pensioenfonds aan de Bank de volgende gegevens, door middel van de volgende modellen van staten als bedoeld in
bijlage 2 :
1.
Voor wat betreft de jaarstaten zijn de regels met betrekking tot de reikwijdte en de mate van detaillering van de te verstrekken gegevens, de waardering van de posten, de te hanteren rekeneenheid en de afronding, bedoeld in
artikel 36, aanhef en onderdelen b tot en met e, van het Besluit, gesteld in de in
bijlage 2 opgenomen modellen van de jaarstaten.
3.
De verzending van de schriftelijke controleverklaring van de externe deskundige, bedoeld in
artikel 37, tweede lid, van het Besluit, geschiedt door verzending aan de Bank van een afdruk van het ingevulde model van jaarstaat J103 als bedoeld in
bijlage 2 , voorzien van een handgeschreven handtekening van die externe deskundige. Waar in jaarstaat J103 of in andere staten wordt verwezen naar ‘accountant’ wordt voor de toepassing van deze regeling ‘externe deskundige’ gelezen.
4.
De verzending van de schriftelijke controleverklaring van de actuaris met betrekking tot de door hem gewaarmerkte staten, waaronder een actuarieel verslag, bedoeld in
artikel 37, derde lid, van het Besluit, geschiedt door verzending aan de Bank van een afdruk van het ingevulde model van jaarstaat J606 als bedoeld in
bijlage 2 , voorzien van een handgeschreven handtekening van die actuaris.
5.
De verzending van de schriftelijke controleverklaring, bedoeld in
artikel 37, vierde lid, van het Besluit, geschiedt door verzending aan de Bank van een afdruk van het ingevulde model van jaarstaat J104 als bedoeld in
bijlage 2 , voorzien van een handgeschreven handtekening van het bestuur.
1.
Een pensioenfonds verstrekt de in
artikel 3.1 bedoelde gegevens eenmaal per kalenderjaar aan de Bank.
2.
Het fonds waarborgt dat de in
artikel 3.1 bedoelde gegevens uiterlijk op 30 juni na afloop van het kalenderjaar waarop de staten betrekking hebben, zijn ontvangen door de Bank.
2.
Gelet op
artikel 32, tweede lid, van de Wet verstrekt een pensioenfonds de in
artikel 2.1 bedoelde gegevens, met uitzondering van kwartaalstaat K401, voor de periode vanaf 10 oktober 2010 tot en met 31 december 2010 tezamen met de gegevens over het eerste kalenderkwartaal van 2011. Een pensioenfonds verstrekt de in kwartaalstaat K401 bedoelde premiegegevens, voor zover deze betrekking hebben op het lopende kalenderjaar 2011, uiterlijk op 31 maart 2011 aan de Bank.
Artikel 4.2. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 oktober 2010.
De Nederlandsche Bank N.V.,