Declaratievoorschrift Verkeerde bed Wlz
1. Reikwijdte
Deze regeling is van toepassing op een instelling voor medisch specialistische zorg die op grond van de
Wet toelating zorginstellingen (WTZi) tevens zijn toegelaten voor één of meer van de zorgvormen persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding of behandeling als genoemd in de
Wet langdurige zorg (Wlz) en die zorg of een dienst leveren in combinatie met verblijf als omschreven bij of krachtens Wlz.
2. Doel van de beleidsregel
Deze regeling heeft als doel de op verrichte prestatie ‘Verkeerde bed’ betrekking hebbende rekeningen te specificeren teneinde inzichtelijke, rechtmatige declaraties te bevorderen.
3.1
Verkeerde bed
Het noodgedwongen verblijf in een instelling voor medisch specialistische zorg na een opname in deze instelling, dat tot stand komt doordat er geen mogelijkheid is tot opname in een instelling die Wlz-zorg met verblijf biedt.
4.1
Het ‘Verkeerde bed’ is een vergoeding die in rekening kan worden gebracht vanaf de dag dat de indicatie voor medisch specialistische zorg met verblijf in een instelling is beëindigd, het CIZ een Wlz-indicatie (als bedoeld in
artikel 3.2.3. van de Wet langdurige zorg) heeft vastgesteld en de patiënt noodgedwongen in de instelling voor medisch specialistische zorg moet blijven. Het noodgedwongen verblijf ontstaat doordat de client niet terecht kan in een geschikte Wlz-instelling.
4.2
Een vergoeding voor het Verkeerde bed is niet van toepassing op cliënten die voor de opname in de instelling voor medisch specialistische zorg, zorg met verblijf ontvingen op grond van de
Wlz .
4.3
De vergoeding kan wel in rekening worden gebracht wanneer een cliënt, die voor de opname VPT of MPT ontving, na beëindiging van de indicatie gedwongen in de instelling voor medisch specialistische zorg dient te blijven doordat het verlenen van zorg thuis niet meer als verantwoordelijk wordt gezien.
4.4
Het tarief dat in rekening mag worden gebracht, is een integraal tarief.
4.6
Het tarief dat op grond van de Tariefbeschikking Verkeerde bed Wlz in rekening wordt gebracht, is een maximumtarief.
4.7
De Tariefbeschikking Verkeerde bed Wlz is niet van toepassing op zorgprestaties die in het kader van onderlinge dienstverlening door de ene zorgaanbieder aan de andere in rekening worden gebracht.
4.8
Zorgaanbieders maken bij declaratie aan Wlz-uitvoerders in de factuur duidelijk inzichtelijk welke prestatie in rekening wordt gebracht en welk tarief daarbij wordt gehanteerd. De declaratie vindt plaats op clientniveau. Het declaratieoverzicht bestaat uit een overzicht met het aantal geleverde dagen zorg per client, en het daarbij gehanteerde tarief en het totaalbedrag per declaratieperiode.
4.9
Indien sprake is van onderaanneming of uitbesteding wordt de prestatie alleen in rekening gebracht door de zorgaanbieder die door de Wlz-uitvoerder voor de betreffende prestatie is gecontracteerd (als bedoeld in Beleidsregel tarifering onderlinge dienstverlening Wlz). De zorgaanbieder die de zorg in onderaanneming uitvoert of aan wie de zorgverlening is uitbesteed, mag noch een afzonderlijke prestatie noch een deel van de prestatie in rekening brengen aan de Wlz-uitvoerder.
4.10
Verkeerde bed’ dag is een te registreren kalenderdag, welke minimaal één overnachting omvat.
5. Overgangsbepaling
De
regeling ‘Medisch specialistische zorg’ , met kenmerk NR/CU-260, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die regeling en die betrekking hebben op de periode waarvoor die regeling gold.
6. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016, tenzij de Staatscourant waarin de regeling ingevolge
artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg, wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2015, in welk geval de regeling in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst, en terugwerkt tot en met 1 januari 2017.
De Raad van bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit
voorzitter Raad van Bestuur