Regeling cliëntenparticipatie UWV 2009
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Gelet op artikel 7 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
a.
Wet SUWI:
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen ;
c.
Onderdeel Cliëntenparticipatie: het organisatieonderdeel binnen UWV dat zich bezig houdt met de uitvoering van de cliëntenparticipatie;
d.
Cliënt: de persoon die een uitkering, een voorziening of ondersteuning bij het vinden van werk ontvangt op grond van een door UWV uitgevoerde wettelijke regeling.
e.
Cliëntenraad: een uit cliënten bestaand gremium met taken en bevoegdheden zoals in deze regeling omschreven;
f.
Belangenorganisatie: cliëntenorganisatie of vakorganisatie.
Artikel 3. Taak cliëntenraad
De cliëntenraad heeft tot taak UWV gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren over het uitvoeringsbeleid en de uitvoeringspraktijk, alsmede ontwikkelingen te signaleren die van invloed kunnen zijn op de dienstverlening van UWV aan cliënten.
a.
De cliëntenraad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering en (de kwaliteit van) de dienstverlening door UWV aan cliënten raken in de overlegvergadering met UWV aan de orde te stellen.
b.
De cliëntenraad heeft het recht over alle aangelegenheden die de uitvoering en (de kwaliteit van) de dienstverlening door UWV betreffen verbetervoorstellen te doen.
c.
De cliëntenraad stelt jaarlijks een activiteitenplan op, dat met UWV wordt besproken.
d.
Jaarlijks vóór 1 april maakt de cliëntenraad een verslag van de werkzaamheden over het afgelopen jaar.
e.
De cliëntenraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen, in overleg met UWV, gebruik te maken van UWV-deskundigheid.
f.
De cliëntenraad heeft de bevoegdheid om een communicatieplan op te stellen.
a.
De cliëntenraad wordt geïnformeerd over de resultaten van klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages.
b.
De cliëntenraad krijgt spontaan en op verzoek alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken zoals in deze regeling omschreven nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.
c.
De leden van de cliëntenraad zullen geheimhouding betrachten ten aanzien van door UWV verstrekte informatie die door UWV als vertrouwelijk is aangemerkt.
1.
De cliëntenraad wordt tijdig betrokken bij de voorbereiding en de totstandkoming van zaken waarmee de cliënt in de uitvoering rechtstreeks wordt geconfronteerd, zoals formulieren, brochures, klachtenrapportages, enquêtes en klanttevredenheidsonderzoeken.
2.
UWV stelt de cliëntenraad in de gelegenheid advies uit te brengen over het uitvoeringsbeleid en de uitvoeringspraktijk. Indien UWV de cliëntenraad advies vraagt, wordt het advies binnen vier weken uitgebracht. De cliëntenraad kan het uitbrengen van een advies voor vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan. Ten minste de navolgende zaken komen in het overleg tussen de cliëntenraad en UWV aan de orde:
b.
de
regeling cliëntenparticipatie UWV ;
d.
informatie- en voorlichtingsbeleid;
e.
belangrijke beleidsbeslissingen en beleidswijzigingen die van invloed zijn op de dienstverlening aan en de positie van de cliënt van UWV;
f.
inkoopbeleid re-integratie.
3.
Alle adviezen, informatieverzoeken en verbetervoorstellen worden door de cliëntenraad schriftelijk verstrekt en door UWV beoordeeld. UWV verzorgt binnen vier weken een schriftelijke met redenen omklede reactie. UWV kan deze termijn voor vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.
1.
Een cliëntenraad heeft de bevoegdheid om in overleg met UWV commissies in het leven te roepen die de raad adviseren. Deze commissies kunnen worden ingesteld op structurele of ad hoc basis. In deze commissies kunnen ook externe deskundigen zitting hebben.
2.
De cliëntenraad wijst een lid van de commissie, tevens lid van de cliëntenraad, aan die belast is met de voortgang van die commissie en die als contactpersoon fungeert richting de cliëntenraad.
1.
Er is een centrale cliëntenraad op het niveau van de Raad van Bestuur, bestaande uit 16 leden, waarvan 11 leden een uitkering ontvangen van UWV en 5 leden als werkzoekende zijn ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf en geen of niet langer een uitkering van UWV ontvangen.
2.
Als gesprekspartners van deze cliëntenraad treden op een lid van de Raad van Bestuur, de directeur Klant & Service en een of meer beslissingsbevoegden van UWV. De werking hiervan wordt de eerste twee jaar na inwerkingtreding van deze regeling elk kwartaal geëvalueerd, daarna eenmaal per jaar.
3.
De te behandelen thematiek is afgestemd op zaken waarvoor door de Raad van Bestuur beslissingen kunnen worden genomen en betreft in ieder geval:
a.
meerjarig beleidskader, jaarplannen en jaarverslagen;
b.
verantwoordingsresultaten;
c.
besluiten ter vaststelling van beleidsregels die op cliëntaangelegenheden betrekking hebben;
d.
andere beleidsvoorstellen die naar het oordeel van de Raad van bestuur of de centrale cliëntenraad belangrijke maatschappelijke consequenties hebben of principieel van aard zijn.
e.
monitoring en evaluatie van algemeen functioneren (structuur) cliëntenparticipatie;
4.
De cliëntenraad overlegt minimaal vier keer per jaar met UWV.
1.
Per district is er een cliëntenraad op niveau van het management van dat district, bestaande uit 16 leden, waarvan 11 leden een uitkering ontvangen van UWV en 5 leden als werkzoekende zijn ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf en geen of niet langer een uitkering van UWV ontvangen.
2.
Als gesprekspartner van deze cliëntenraad treedt op de districtsmanager Klant & Service en een of meer districtsmanagers van andere onderdelen van UWV. De werking hiervan wordt de eerste twee jaar na inwerkingtreding van deze regeling elk kwartaal geëvalueerd, daarna eenmaal per jaar.
3.
De te behandelen thematiek is afgestemd op zaken waarvoor op districtsniveau beslissingen kunnen worden genomen en betreft in ieder geval:
a.
persoonlijke dienstverlening (omgang met de cliënt);
b.
toegankelijkheid, bereikbaarheid, contact met UWV-functionaris;
c.
informatievoorziening,;
d.
uitvoeringsprocedures;
e.
uitkomsten klanttevredenheidsonderzoeken;
f.
klachtenrapportages en -analyse;
g.
dienstverlening op werkpleinniveau.
4.
De cliëntenraad overlegt minimaal vier keer per jaar met UWV.
5.
De cliëntenraad kan in overleg met UWV instrumenten toepassen voor het verkrijgen van cliëntsignalen vanuit de uitvoeringspraktijk in de lokale vestigingen (werkpleinen). Instrumenten die met instemming van UWV worden toegepast, worden door het UWV gefaciliteerd.
6.
De cliëntenraad is bevoegd deel te nemen aan overlegvormen op het gebied van cliëntenparticipatie op de lokale vestigingen (werkpleinen). Op cliëntenraadsleden die deelnemen aan deze overlegvormen is de regeling Onkosten- en reiskostenvergoeding die als
bijlage bij deze regeling is opgenomen, onverkort van toepassing.
1.
Kandidaten voor het lidmaatschap van een cliëntenraad worden voorgedragen door de belangenorganisaties in onderling overleg, met inachtneming van de verdeling naar klantgroep, genoemd in
artikel 6, eerste lid, en
artikel 7, eerste lid.
2.
De door de belangenorganisaties voorgedragen cliënten worden als leden van de afzonderlijke raden door UWV benoemd voor een periode van 3 jaar. Benoemingen kunnen eenmalig met eenzelfde periode (van 3 jaar) verlengd worden.
3.
UWV kan bij ontstentenis van een of meer in het eerste lid bedoelde voordrachten na zes maanden nadat bekend is geworden dat een zetel vacant komt, besluiten dat de vacante zetel wordt vervuld op bindende voordracht van de betrokken cliëntenraad.
4.
Werving van de in het vorige lid bedoelde leden vindt plaats via dagbladadvertenties en het internet. Selectie vindt plaats door een door de betrokken cliëntenraad uit zijn midden aangewezen selectiecommissie.
5.
De leden van de cliëntenraad kiezen uit hun midden een voorzitter, een secretaris en een plaatsvervangend voorzitter voor de duur van een jaar. Zij zijn na afloop van deze periode herkiesbaar.
6.
De plaatsvervangend voorzitter fungeert alleen als voorzitter bij afwezigheid van de voorzitter.
7.
De cliëntenraad kan de voorzitter, diens plaatsvervanger of de secretaris uit zijn functie ontslaan met dien verstande dat een besluit daartoe de instemming behoeft van tweederde deel van de leden van de cliëntenraad. Een dergelijk besluit heeft geen gevolgen voor het lidmaatschap van de cliëntenraad. Het voornemen tot ontslag uit een functie dient te worden geagendeerd en wordt ten minste 14 dagen vóór aanvang van de vergadering aan de cliëntenraad bekend gemaakt.
8.
Tenzij de voorzitter of de cliëntenraad anders besluit, treedt de voorzitter op als woordvoerder van de cliëntenraad.
1.
Een lid van een cliëntenraad wordt tussentijds door de Raad van bestuur vervangen:
c.
op verzoek van de meerderheid van de leden van de betreffende cliëntenraad op grond van het oordeel dat de goede gang van zaken bij de werkzaamheden van de cliëntenraad door toedoen van het lid wordt belemmerd;
d.
wegens een al dan niet door overmacht veroorzaakt verzuim van de helft of meer van de vergaderingen van de cliëntenraad op jaarbasis;
e.
op een met reden omkleed verzoek van de organisatie die het lid voor benoeming had voorgedragen;
f.
indien het lid de status van cliënt verliest.
2.
Benoeming wegens een tussentijdse vervanging vindt met inachtneming van de bepalingen van
artikel 8 plaats.
3.
Vervanging vanwege de in onderdeel c of d van het eerste lid genoemde redenen vindt niet eerder plaats dan na overleg met de belangenorganisatie die het lid heeft voorgedragen en dan na hoor en wederhoor door of namens de Raad van bestuur.
4.
Bij voorzien langdurig verzuim van een cliëntenraadslid kan de belangenorganisatie die het lid heeft voorgedragen, na overleg met UWV voor de duur van het verzuim een vervangend lid afvaardigen. De bepalingen in deze regeling met betrekking tot de facilitering en vergoedingen van de (leden van een) cliëntenraad zijn eveneens van toepassing op vervangende leden.
1.
De centrale cliëntenraad benoemt uit zijn midden 3 leden die namens de centrale cliëntenraad voor een periode van 3 jaar zitting nemen in de Landelijke Cliëntenraad als bedoeld in
artikel 8 Wet SUWI.
2.
Indien het lid niet langer lid is van de centrale cliëntenraad, eindigt ook zijn lidmaatschap van de Landelijke Cliëntenraad.
Artikel 11. Vergaderreglement
Voor een goed verloop van het vergaderproces van cliëntenraden wordt een vergaderreglement opgesteld in overleg met de centrale cliëntenraad. In het vergaderreglement wordt ten minste aandacht besteed aan:
a.
de leiding van de vergadering;
b.
de totstandkoming van de agenda en de verslaglegging
c.
de verplichting tot het bijeenroepen van een vergadering op verzoek van UWV of een meerderheid van de leden van de cliëntenraad;
d.
het besluitvormingsproces in de vergaderingen.
1.
UWV draagt er zorg voor dat de raden, via het onderdeel Cliëntenparticipatie, in de vorm van een adviseur cliëntenparticipatie adequaat worden ondersteund.
2.
UWV zorgt voor een vergaderaccommodatie en daarbij behorende aanvullende voorzieningen.
3.
De adviseur cliëntenparticipatie treedt op als intermediair tussen cliëntenraad en UWV. Verzoeken om informatie, signalen, antwoorden op vragen, voorstellen, adviezen, en dergelijke lopen via de adviseur cliëntenparticipatie. De raadssecretaris van de cliëntenraad bewaakt de afhandeling er van.
4.
UWV draagt er zorg voor dat de leden van de cliëntenraad scholing ontvangen teneinde hun taken te kunnen uitvoeren. De inhoud van de scholing wordt bepaald in overleg met de cliëntenraad en behelst in elk geval:
a.
de hoofdlijnen van en relevante ontwikkelingen in de Sociale Zekerheid;
c.
trainingen op het terrein van onder andere onderhandelingsvaardigheden, vergadertechniek en voorzitterschap.
Artikel 13. Vergoedingen
De leden van de cliëntenraad hebben recht op een door UWV vast te stellen onkostenvergoeding en een vergoeding voor reis- en verblijfskosten. UWV stelt hiertoe een
regeling ‘Onkosten- en reiskostenvergoeding cliëntenraadsleden UWV ’ op.
Artikel 14. Garantstelling leden
UWV draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of waren van een cliëntenraad uit hoofde van hun lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld ten aanzien van de uitkering, de voorziening of de ondersteuning bij het vinden van werk die zij ontvangen van UWV en dat zij correct worden bejegend door medewerkers van UWV.
Artikel 15. Geschillen betreffende dit reglement
Geschillen voortkomend uit de interpretatie van deze regeling worden aan de centrale cliëntenraad voorgelegd. Indien nodig worden geschillen geregeld in overleg tussen de Raad van Bestuur en de centrale cliëntenraad.
1.
Het
Besluit regeling cliëntenparticipatie UWV van 15 november 2002 wordt ingetrokken.
2.
De op grond van de in het vorige lid bedoelde regeling ingestelde cliëntenraden worden opgeheven en vervangen door cliëntenraden waarvan de leden worden benoemd overeenkomstig
artikel 8, met dien verstande dat:
a.
de leden van de centrale cliëntenraad per 1 januari 2009 door de gezamenlijke belangenorganisaties in onderling overleg zoveel mogelijk worden geworven en geselecteerd uit de voormalige leden van de Centrale Cliëntenraad UWV, de Centrale Cliëntenraad CWI, de Landelijke Cliëntenraad AG en de Landelijke Cliëntenraad WW;
b.
de leden van de cliëntenraden op districtsniveau per 1 januari 2009 door de gezamenlijke belangenorganisaties in onderling overleg zoveel mogelijk worden geworven en geselecteerd uit de voormalige leden van de regionale cliëntenraden AG en WW en de regionale cliëntenraden CWI;
c.
voormalige raadsleden die op 31 december 2008 geen cliënt meer zijn, niet voor benoeming per 1 januari 2009 in aanmerking komen;
d.
voormalige raadsleden van wie op 31 december 2008 duidelijk is dat zij binnen een half jaar na 1 januari 2009 hun status van cliënt zullen verliezen, niet voor benoeming per 1 januari 2009 in aanmerking komen;
e.
de zittingstermijn van voormalige raadsleden die per 1 januari 2009 worden benoemd 3 jaar na hun oorspronkelijke (her)benoeming in de ‘oude’ cliëntenraad eindigt. Herbenoeming na die termijn is slechts mogelijk als van het betreffende raadslid op 1 januari 2009 zijn eerste zittingstermijn nog niet was verstreken;
f.
voormalige cliëntenraadsleden die op 31 december 2008 zes jaar of langer cliëntenraadslid zijn geweest, dan wel die status binnen een half jaar na 1 januari 2009 bereiken, niet voor benoeming per 1 januari 2009 in aanmerking komen.
3.
UWV maakt het bestaan van een structuur van cliëntenparticipatie bekend bij de cliënten van UWV en de belangenorganisaties. Daarnaast zorgt UWV voor bekendmaking van de regeling.
4.
Elke cliëntenraad evalueert jaarlijks tezamen met UWV het functioneren van de raad, alsmede de wijze waarop door de raad aan cliëntenparticipatie in het algemeen invulling wordt gegeven. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de regeling aan te passen dan wordt hiertoe door UWV besloten na overleg met de centrale cliëntenraad.
5.
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist UWV in goed overleg met de centrale cliëntenraad.
Artikel 17. Inwerkingtreding van de regeling
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2008, treedt dit besluit in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 januari 2009.
Amsterdam, 23 december 2008
Voorzitter Raad van bestuur UWV