{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk II. Toekenning van de bijdrage 2006
+ Hoofdstuk III. De voorlopige vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar
+ Hoofdstuk IIIa. De tweede voorlopige vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar
+ Hoofdstuk IV. De vaststelling van de bijdrage 2006 aan een zorgverzekeraar
+ Hoofdstuk V. De uitkering voor de kosten van prestaties die door het college naar het werkelijk bedrag worden vergoed
+ Hoofdstuk VI. De Betalingen aan de zorgverzekeraars
+ Hoofdstuk VII. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2006

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2006
Het College voor zorgverzekeringen,
Gelet op de artikelen 32, 33 en 34 van de Zorgverzekeringswet en Hoofdstuk 3 van het Besluit zorgverzekering en Hoofdstuk 3 van de Regeling zorgverzekering;
Gelezen de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 september 2005 (kenmerk Z/F-2614466);
Heeft in zijn vergadering van 8 september 2005 besloten:
Artikel 1 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Deze regeling verstaat onder:
a. college: Het College voor zorgverzekeringen;
b. risicoklasse: Een vijfjaarsklasse, verdeeld naar geslacht, overeenkomstig tabel B4.1 van Bijlage 4 en tabel B5.1 van Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering ;
c. aard van het inkomenklasse: Een klasse gebaseerd op de aard van het inkomen en de leeftijd van een verzekerde, overeenkomstig tabel B4.4 van Bijlage 4 en overeenkomstig tabel B5.4 van Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering ;
d. regioklasse: Een klasse gebaseerd op de postcode van het adres waar een verzekerde woonachtig is en op de verzekeringsgerechtigdheid van de verzekerde op grond van de Ziekenfondswet op de datum 1 december 2005 overeenkomstig tabel B4.5 van Bijlage 4 en overeenkomstig tabel B5.5 van Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering ;
e. morbiditeitsrisicoklasse: Een vijftienjaarsklasse per geslacht, gebaseerd op morbiditeitsrisico, te rekenen vanaf nul tot en met vijfenzeventig jaar en ouder;
f. voormalig ziekenfonds verzekerde: Een verzekerde die op 1 december 2005 verzekerd was op grond van de Ziekenfondswet ;
g. voormalig particulier verzekerde: Een verzekerde die op 1 december 2005 niet verzekerd was op grond van de Ziekenfondswet .
1.
Het college gaat bij de verdeling van de macro-deelbedragen 2006 en de berekening van de normatieve bedragen en de bijdragen ervan uit dat alle ziekenfondsen en alle privaatrechtelijke en publiekrechtelijke ziektekostenverzekeraars die gedurende 2005 actief zijn geweest ook in 2006 als zorgverzekeraar actief zullen zijn, tenzij zij voor 1 augustus 2005 aan het college hebben aangegeven dat zulks niet het geval zal zijn.
2.
Wanneer in deze regeling sprake is van zorgverzekeraars in de periode voor inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet , wordt onder zorgverzekeraars verstaan de ziekenfondsen en de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke ziektekostenverzekeraars.
Artikel 3. Samenloop van criteria aard van het inkomen [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Voor de indeling in de aard van het inkomenklasse deelt het college een verzekerde die onder meerdere criteria valt in te delen, in op basis van de hierna genoemde volgorde:
1. 0 tot en met 14 jaar of 65 jaar en ouder;
2. arbeidsongeschikten;
3. bijstandsgerechtigden;
4. WW , ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden;
5. zelfstandigen, voor zover zij ook geen inkomsten uit arbeid in loondienst hebben ontvangen;
6. referentiegroep aard van het inkomen, exclusief de verzekerden van 0 t/m 14 jaar en de verzekerden van 65 en ouder.
1.
Het college baseert de indeling in FKG’s 2006 op bijlage 5 bij de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 september 2005 (kenmerk Z/F-2614466).
2.
Bij de berekening van de normatieve bedragen baseert het college de indeling in DKG’s 2006 op bijlage 6, nDxg, omschrijving en ICD-code, bij de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 september 2005 (kenmerk Z/F-2614466).
3.
Bij de herberekening van de normatieve bedragen baseert het college de indeling in DKG’s 2006 op bijlage 6, DBC-diagnosecodes en DBC-behandelcodes de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 september 2005 (kenmerk Z/?F-2614466).
Artikel 5 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Het college past de regels die in het Besluit zorgverzekering en de Regeling zorgverzekering zijn gesteld met betrekking tot de toekenning en vaststelling van de bijdragen aan de zorgverzekeraars voor het jaar 2006 toe met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.
1.
Het college baseert zich bij de raming van de verzekerdenaantallen 2006 naar risicoklasse en naar regioklasse 2006 en van de verzekerden aantallen van 18 jaar en ouder 2006 op de opgaven van de zorgverzekeraars van de verzekerdenaantallen op 1 juni 2005 naar geslacht, leeftijd en viercijferige postcode.
2.
Het college raamt het aantal verzekerden 2006 per FKG 2006 per zorgverzekeraar als volgt:
a. Uitgangspunt is het aantal verzekerden 2004 per FKG 2006 naar morbiditeitsrisicoklasse.
b. De verzekerdenaantallen onder a worden gedeeld door het overeenkomstige totaal aantal verzekerden per morbiditeitsrisicoklasse 2004. Dit resulteert in de zorgverzekeraarspecifieke FKG 2006-prevalentie 2004 per morbiditeitsrisicoklasse.
c. Het college vermenigvuldigt de zorgverzekeraarspecifieke FKG 2006-prevalentie 2004 met de overeenkomstige prevalentieontwikkeling 2004–2005 voor alle morbiditeitsrisicoklassen. Dit resulteert in de geraamde zorgverzekeraarspecifieke FKG 2006-prevalentie 2005 per morbiditeitsrisicoklasse. Het college verhoogt de geraamde zorgverzekeraarspecifieke FKG-2006-prevalenties 2005 voor de niet-ziekenfondsen met 10%.
d. Het college bepaalt de geraamde landelijke FKG 2006-prevalentie 2005 per morbiditeitsrisicoklasse door de stappen a, b en c uit te voeren met de overeenkomstige landelijke verzekerdenaantallen.
e. Wanneer voor een zorgverzekeraar het geraamde totaal aantal verzekerden 2006 kleiner dan of gelijk is aan het totaal aantal verzekerden 2004, wordt het aantal verzekerden 2006 per FKG 2006 per morbiditeitsrisicoklasse berekend door de geraamde verzekerdenaantallen 2006 per morbiditeitsrisicoklasse te vermenigvuldigen met de geraamde zorgverzekeraarspecifieke FKG 2006-prevalentie 2005 per morbiditeitsrisicoklasse.
f. Wanneer voor een zorgverzekeraar het geraamde totaal aantal verzekerden 2006 groter is dan het aantal verzekerden 2004, wordt het aantal verzekerden 2006 per FKG 2006 per morbiditeitsrisicoklasse als volgt berekend:
1. Het geraamde aantal verzekerden 2006 per FKG 2006 per morbiditeitsrisicoklasse is gelijk aan het aantal verzekerden 2006 van de desbetreffende morbiditeitsrisicoklasse vermenigvuldigd met de desbetreffende onder c berekende geraamde zorgverzekeraarspecifieke prevalentie 2005 per FKG 2006 per morbiditeitsrisicoklasse.
2. Indien het geraamde aantal verzekerden 2006 per morbiditeitsrisicoklasse groter is dan het overeenkomstige aantal verzekerden 2004, wordt het resultaat onder 1 verminderd met de helft van het verschil tussen het geraamde aantal verzekerden 2006 en het aantal verzekerden 2004 van de desbetreffende morbiditeitsrisicoklassen, vermenigvuldigd met het verschil tussen de onder c berekende zorgverzekeraarspecifieke FKG 2006-prevalentie 2005 per morbiditeitsrisicoklasse en de onder d berekende geraamde landelijke FKG-2006 prevalentie 2005 per morbiditeitsrisicoklasse.
g. Tot slot worden de verzekerdenaantallen 2006 per morbiditeitsrisicoklasse per FKG 2006 over de morbiditeitsrisicoklassen gesommeerd en afgerond op nul decimalen.
3.
Het college raamt het aantal verzekerden per DKG 2006 per zorgverzekeraar als volgt:
a. Uitgangspunt is het totaal aantal verzekerden 2003 per DKG 2006 per zorgverzekeraar, zoals de Stichting Prismant, gevestigd te Utrecht, deze heeft aangeleverd. Deze verzekerdenaantallen zijn mede gebaseerd op opgaven van de zorgverzekeraars over 2003.
b. Het college bepaalt landelijke DKG 2006-prevalenties 2003 per morbiditeitsrisicoklasse per DKG 2006 door het totaal aantal verzekerden 2003 per DKG 2006 per morbiditeitsrisicoklasse te delen door de som van de aantallen verzekerden 2003 per morbiditeitsrisicoklasse over alle zorgverzekeraars.
c. Het college berekent het verwachte totaal aantal verzekerden 2003 per DKG 2006 per zorgverzekeraar door de verzekerdenaantallen per morbiditeitsrisicoklasse per zorgverzekeraar 2003 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige landelijke DKG 2006-prevalenties 2003 per morbiditeitsrisicoklasse en deze vervolgens over de morbiditeitsrisicoklassen te sommeren.
d. Het college bepaalt een zorgverzekeraarspecifieke DKG 2006-factor per DKG 2006 door de verzekerdenaantallen bedoeld onder a, te delen door de geraamde aantallen verzekerden 2003 per DKG 2006, bedoeld onder c.
e. Wanneer voor een zorgverzekeraar het geraamde totaal aantal verzekerden 2006 kleiner dan of gelijk is aan het totaal aantal verzekerden 2003 wordt het aantal verzekerden 2006 per morbiditeitsrisicoklasse per DKG 2006 berekend door de aantallen verzekerden 2006 per morbiditeitsrisicoklasse te vermenigvuldigen met de onder b berekende landelijke DKG 2006-prevalentie per morbiditeitsrisicoklasse en dat resultaat weer te vermenigvuldigen met de onder d berekende zorgverzekeraarspecifieke DKG 2006-factor per DKG 2006.
f. Wanneer voor een zorgverzekeraar het geraamde totaal aantal verzekerden 2006 groter is dan het totaal gemiddeld aantal verzekerden 2003, wordt het aantal verzekerden 2006 per DKG 2006 per morbiditeitsrisicoklasse als volgt berekend:
1. Het aantal verzekerden 2006 per DKG 2006 per morbiditeitsrisicoklasse is gelijk aan het aantal verzekerden 2006 van de desbetreffende morbiditeitsrisicoklasse, vermenigvuldigd met de desbetreffende onder b berekende landelijke DKG 2006-prevalentie per morbiditeitsrisicoklasse en vervolgens vermenigvuldigd met de onder d berekende zorgverzekeraarspecifieke DKG 2006-factor per DKG 2006.
2. Indien het aantal verzekerden 2006 per morbiditeitsrisicoklasse groter is dan het overeenkomstige aantal verzekerden 2003, wordt het resultaat onder 1 verminderd met het verschil in aantallen verzekerden tussen de desbetreffende morbiditeitsrisicoklassen, vermenigvuldigd met de onder b berekende landelijke DKG 2006-prevalentie per morbiditeitsrisicoklasse per DKG 2006, vervolgens nog vermenigvuldigd met de helft van de, met 1 verhoogde, onder d berekende zorgverzekeraarspecifieke DKG 2006-factor per DKG 2006.
g. Tot slot worden de aantallen verzekerden 2006 per morbiditeitsrisicoklasse per DKG 2006 over de morbiditeitsrisicoklassen gesommeerd en afgerond op vier decimalen.
1.
Voor de verdeling van het macro-deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp hanteert het college als uitgangspunten:
a. de volgende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse 2006:
Risicoklasse Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
  Mannen Vrouwen
0 t/m 4 jaar 737,67 630,71
5 t/m 9 jaar 386,33 330,66
10 t/m 14 jaar 329,02 307,58
15 t/m 19 jaar 388,13 409,81
20 t/m 24 jaar 364,73 445,98
25 t/m 29 jaar 365,39 540,04
30 t/m 34 jaar 389,02 626,33
35 t/m 39 jaar 431,98 565,68
40 t/m 44 jaar 467,35 529,66
45 t/m 49 jaar 569,27 574,85
50 t/m 54 jaar 615,51 646,56
55 t/m 59 jaar 799,35 744,10
60 t/m 64 jaar 882,04 817,12
65 t/m 69 jaar 1.105,70 902,40
70 t/m 74 jaar 1.384,49 1.047,25
75 t/m 79 jaar 1.416,61 1.139,11
80 t/m 84 jaar 1.300,59 1.098,79
85 t/m 89 jaar 1.099,37 933,94
90 jaar en ouder 836,97 666,41
b. de volgende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per FKG 2006:
  FKG 2006 Gewicht in euro’s
0 Geen FKG  
1 Glaucoom 74,78
2 Schildklieraandoeningen 183,83
3 Hoog cholesterol 123,50
4 Diabetes IIb (laag intensief) 293,97
5 Cara 403,22
6 Diabetes IIa (hoog intensief) 405,25
7 Epilepsie 582,87
8 Ziekte van Crohn/colitis ulcerosa 816,19
9 Hartaandoeningen 1.084,21
10 Reuma 1.372,24
11 Parkinson 958,35
12 Diabetes I 1.173,62
13 Transplantaties 1.872,74
14 Cystic fibrosis en pancreasaandoeningen 2.529,15
15 Neuromusculaire aandoeningen 1.526,67
16 HIV/AIDS 2.067,15
17 Nieraandoeningen/ESRD 9.032,63

Het college berekent het gewicht variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde voor de FKG 2006 0 door de geraamde totale aantallen verzekerden per FKG 2006 1 tot en met 17 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het geraamde totaal aantal verzekerden FKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
c. de volgende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per DKG 2006:
DKG 2006 Gewicht in euro’s
0  
1 983,38
2 1.643,09
3 1.979,11
4 2.265,15
5 3.105,63
6 3.865,95
7 4.201,20
8 5.232,39
9 5.913,73
10 6.902,63
11 9.272,31
12 10.929,18
13 42.767,87

Het college berekent het gewicht variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde voor de DKG 2006 0 door de geraamde totale aantallen verzekerden per DKG 2006 1 tot en met 13 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het geraamde totaal aantal verzekerden DKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
d. de volgende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006:
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   567,52 543,05 554,56 455,25  
3. Bijstandsgerechtigden   161,24 145,24 227,29 138,68  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   20,04 –44,95 –55,97 –90,53  
5. Zelfstandigen   –56,46 –104,08 –164,16 –266,05  
6. Referentiegroep            

Het college berekent het gewicht variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per leeftijdscategorie voor de referentiegroep aard van het inkomen door de geraamde totale aantallen verzekerden van de aard van het inkomenklasse 2 tot en met 5 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het geraamde totaal aantal verzekerden per leeftijdsklasse van de referentiegroep aard van het inkomen, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
e. de volgende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2006:
Regioklasse 2006 Gewicht in euro’s Voormalig ziekenfonds verzekerd Voormalig particulier verzekerd
Klasse 1 72,97 –4,47
Klasse 2 49,08 –17,39
Klasse 3 32,26 –15,45
Klasse 4 25,50 –29,21
Klasse 5 15,85 –33,06
Klasse 6 2,50 –32,00
Klasse 7 1,52 –44,25
Klasse 8 –8,03 –32,12
Klasse 9 –19,65 –34,76
Klasse 10 –23,97 –48,10
2.
De gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse 2006 worden per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per risicoklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.
3.
De gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per FKG 2006 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per FKG 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tweede lid.
4.
De gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per DKG 2006 worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per DKG 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het derde lid.
5.
De gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per aard van het inkomenklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vierde lid.
6.
De gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2006 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per regioklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vijfde lid.
7.
Het resultaat van het zesde lid wordt aangeduid als het normatieve bedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006.
1.
Het college bepaalt het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging als volgt:
a. Voor de zorgverzekeraars die in 2005 ziekenfonds waren, berekent het college de gemiddelde vaste kosten van ziekenhuisverpleging per verzekerde per zorgverzekeraar in 2004 met als basis het financieel verslag 2004 en de jaarstaat 2004.
b. Voor de overige zorgverzekeraars berekent het college de gemiddelde vaste kosten van ziekenhuisverpleging per verzekerde per zorgverzekeraar 2004 door het aandeel van het macro-deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 in de som van het macro-deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006 en het macro-deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 te vermenigvuldigen met de totale kosten van ziekenhuisverpleging en van specialistische hulp 2004 en dat vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden 2004. De basis voor deze berekening vormt de daartoe door het college gevraagde opgave van gegevens aan de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke ziektekostenverzekeraars.
c. De onder a en b berekende bedragen worden per zorgverzekeraar vermenigvuldigd met de totale geraamde aantallen verzekerden 2006 en gesommeerd.
d. Vervolgens berekent het college de landelijke vaste kostenfactor 2006 door het macro-deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 samenhangend met de overige vaste kosten van ziekenhuisverpleging te delen door het resultaat onder c.
e. De onder a en b berekende bedragen worden met de landelijke vaste kostenfactor 2006 vermenigvuldigd. Het resultaat hiervan wordt aangeduid als het zorgverzekeraarspecifieke bedrag overige vaste kosten van ziekenhuisverpleging per geraamde verzekerde 2006.
2.
Indien het gemiddelde aantal verzekerden van een zorgverzekeraar in 2004 minder dan 10.000 bedraagt, wordt voor de zorgverzekeraar bij de berekening als bedoeld in het eerste lid, voor de onderdelen b en c uitgegaan van de vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2004 van alle privaatrechtelijke en publiekrechtelijke ziektekostenverzekeraars en van de aantallen verzekerden 2004 van deze ziektekostenverzekeraars. Deze werkwijze wordt ook gevolgd wanneer de zorgverzekeraar geen juiste of volledige opgave over 2004 aan het college heeft gedaan.
3.
Het college berekent per zorgverzekeraar het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging samenhangend met de overige vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 door het zorgverzekeraarspecifieke bedrag overige vaste kosten van ziekenhuisverpleging per geraamde verzekerde 2006 te vermenigvuldigen met het totaal aantal geraamde verzekerden 2006.
4.
Het college berekent per zorgverzekeraar het deelbedrag samenhangend met de academische component 2006 door het bedrag academische component per verzekerde uit artikel 3.4, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering te vermenigvuldigen met het totaal aantal geraamde verzekerden 2006.
5.
De som van het resultaat van het derde en van het resultaat van het vierde lid wordt aangeduid als deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006.
1.
Voor de verdeling van het macro-deelbedrag kosten van overige prestaties hanteert het college als uitgangspunten:
a. de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per risicoklasse 2006 (Totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties):
Risicoklasse Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
Mannen Huisartsenhulp Tandheelkundige hulp Verloskundige hulp Paramedische hulp Ziekenvervoer
0 t/m 4 jaar 117,97 13,35 0,00 33,85 24,06
5 t/m 9 jaar 99,73 82,72 0,00 69,21 17,75
10 t/m 14 jaar 95,18 128,36 0,00 24,93 19,20
15 t/m 19 jaar 95,59 76,44 0,00 16,66 25,02
20 t/m 24 jaar 94,76 7,48 0,00 9,44 21,77
25 t/m 29 jaar 96,52 7,81 0,00 11,47 19,19
30 t/m 34 jaar 97,30 7,84 0,00 13,13 18,86
35 t/m 39 jaar 99,41 8,02 0,00 15,48 21,73
40 t/m 44 jaar 99,94 8,23 0,00 17,12 23,35
45 t/m 49 jaar 101,72 8,48 0,00 19,06 26,08
50 t/m 54 jaar 102,34 8,65 0,00 19,49 28,97
55 t/m 59 jaar 105,05 9,39 0,00 19,96 34,19
60 t/m 64 jaar 105,52 9,98 0,00 18,17 39,26
65 t/m 69 jaar 110,37 9,79 0,00 18,86 56,15
70 t/m 74 jaar 114,29 8,02 0,00 19,66 76,22
75 t/m 79 jaar 124,54 6,06 0,00 21,73 105,53
80 t/m 84 jaar 140,08 4,05 0,00 24,14 126,34
85 t/m 89 jaar 170,38 2,76 0,00 29,49 137,45
90 jaar en ouder 205,74 2,07 0,00 34,27 147,99
Risicoklasse Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
Mannen Kraamzorg Farmaceutische hulp Hulpmiddelen Totale overige prestaties
0 t/m 4 jaar 0,00 196,33 50,80 436,36
5 t/m 9 jaar 0,00 175,73 54,68 499,82
10 t/m 14 jaar 0,00 187,06 52,65 507,38
15 t/m 19 jaar 0,00 197,51 46,70 457,92
20 t/m 24 jaar 0,00 179,87 37,07 350,39
25 t/m 29 jaar 0,00 188,83 37,03 360,85
30 t/m 34 jaar 0,00 201,55 40,00 378,68
35 t/m 39 jaar 0,00 231,86 46,91 423,41
40 t/m 44 jaar 0,00 252,01 51,05 451,70
45 t/m 49 jaar 0,00 291,35 62,55 509,24
50 t/m 54 jaar 0,00 326,11 69,95 555,51
55 t/m 59 jaar 0,00 386,91 82,11 637,61
60 t/m 64 jaar 0,00 416,26 91,06 680,25
65 t/m 69 jaar 0,00 507,99 122,30 825,46
70 t/m 74 jaar 0,00 555,63 155,46 929,28
75 t/m 79 jaar 0,00 597,77 201,10 1.056,73
80 t/m 84 jaar 0,00 607,05 251,52 1.153,18
85 t/m 89 jaar 0,00 587,84 349,33 1.277,25
90 jaar en ouder 0,00 590,17 493,05 1.473,29
Risicoklasse Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
Vrouwen Huisartsenhulp Tandheelkundige hulp Verloskundige hulp Paramedische hulp Ziekenvervoer
0 t/m 4 jaar 113,34 12,98 0,00 21,72 20,52
5 t/m 9 jaar 98,93 82,46 0,00 37,22 14,70
10 t/m 14 jaar 94,84 137,98 0,00 22,36 16,97
15 t/m 19 jaar 105,17 76,89 3,57 23,68 23,81
20 t/m 24 jaar 105,76 8,77 27,03 14,92 20,72
25 t/m 29 jaar 108,67 9,04 72,77 18,60 21,63
30 t/m 34 jaar 109,56 9,21 88,80 19,89 21,20
35 t/m 39 jaar 108,96 9,60 35,79 21,51 20,78
40 t/m 44 jaar 108,76 10,11 4,60 24,16 22,06
45 t/m 49 jaar 109,91 10,79 0,00 27,92 25,26
50 t/m 54 jaar 110,96 11,77 0,00 30,58 28,29
55 t/m 59 jaar 112,29 12,54 0,00 31,27 30,81
60 t/m 64 jaar 112,99 13,36 0,00 31,09 34,69
65 t/m 69 jaar 115,06 12,08 0,00 32,90 42,73
70 t/m 74 jaar 123,02 9,55 0,00 37,06 59,93
75 t/m 79 jaar 132,01 6,58 0,00 43,08 76,09
80 t/m 84 jaar 149,97 4,13 0,00 49,26 95,35
85 t/m 89 jaar 175,79 2,37 0,00 54,41 112,68
90 jaar en ouder 211,51 1,58 0,00 56,99 127,71
Risicoklasse Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
Vrouwen Kraamzorg Farmaceutische hulp Hulpmiddelen Totale overige prestaties
0 t/m 4 jaar 0,00 184,41 47,42 400,39
5 t/m 9 jaar 0,00 169,99 49,23 452,53
10 t/m 14 jaar 0,00 186,87 50,66 509,68
15 t/m 19 jaar 4,90 227,85 46,54 512,41
20 t/m 24 jaar 47,88 228,16 39,09 492,33
25 t/m 29 jaar 169,48 234,54 38,09 672,82
30 t/m 34 jaar 242,90 248,05 41,64 781,25
35 t/m 39 jaar 106,51 269,04 48,54 620,73
40 t/m 44 jaar 15,29 278,62 53,21 516,81
45 t/m 49 jaar 0,00 349,77 69,03 592,68
50 t/m 54 jaar 0,00 390,31 82,34 654,25
55 t/m 59 jaar 0,00 438,60 100,12 725,63
60 t/m 64 jaar 0,00 469,43 117,43 778,99
65 t/m 69 jaar 0,00 511,86 138,17 852,80
70 t/m 74 jaar 0,00 551,63 176,57 957,76
75 t/m 79 jaar 0,00 571,45 239,56 1.068,77
80 t/m 84 jaar 0,00 573,53 321,08 1.193,32
85 t/m 89 jaar 0,00 566,24 426,66 1.338,15
90 jaar en ouder 0,00 563,54 583,50 1.544,83
b. de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per FKG 2006 (Totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties):
  FKG 2006 Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
    Huisartsenhulp Tandheelkundige hulp Verloskundige hulp
0 Geen FKG      
1 Glaucoom 5,64 0,24 –0,33
2 Schildklieraandoeningen 9,89 1,11 –2,98
3 Hoog cholesterol 10,66 0,70 –0,37
4 Diabetes IIb (laag intensief) 16,59 –0,25 –0,82
5 Cara 56,55 1,19 –1,56
6 Diabetes IIa (hoog intensief) 22,53 –0,45 –0,29
7 Epilepsie 61,24 2,26 –4,91
8 Ziekte van Crohn/colitis ulcerosa 49,67 1,06 –3,83
9 Hartaandoeningen 60,98 –0,14 –0,29
10 Reuma 52,95 0,23 –2,44
11 Parkinson 74,33 2,69 –0,23
12 Diabetes I 65,30 0,19 –2,50
13 Transplantaties 60,39 0,30 –6,03
14 Cystic fibrosis en pancreasaandoeningen 67,68 0,35 –1,89
15 Neuromusculaire aandoeningen 74,23 1,60 –6,82
16 HIV/AIDS 58,82 1,29 –5,80
17 Nieraandoeningen/ESRD 77,50 –0,26 –0,73
  FKG 2006 Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
    Paramedische hulp Ziekenvervoer Kraamzorg
0 Geen FKG      
1 Glaucoom 1,73 1,58 –0,35
2 Schildklieraandoeningen 5,08 3,29 –2,10
3 Hoog cholesterol 2,87 –1,32 –0,53
4 Diabetes IIb (laag intensief) 2,22 9,88 –0,64
5 Cara 11,61 21,74 –3,01
6 Diabetes IIa (hoog intensief) 3,20 8,18 0,41
7 Epilepsie 27,67 77,19 –7,98
8 Ziekte van Crohn/colitis ulcerosa 5,03 3,26 –3,31
9 Hartaandoeningen 14,57 82,54 0,62
10 Reuma 67,26 46,58 –5,43
11 Parkinson 196,09 91,35 0,17
12 Diabetes I 13,18 70,81 –2,82
13 Transplantaties 17,64 97,09 –10,96
14 Cystic fibrosis en pancreasaandoeningen 70,55 87,11 –3,55
15 Neuromusculaire aandoeningen 256,48 188,68 –16,42
16 HIV/AIDS –6,15 7,21 –11,32
17 Nieraandoeningen/ESRD 5,58 531,72 –1,05
  FKG 2006 Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
    Farmaceutische hulp Hulpmiddelen Totale overige prestaties
0 Geen FKG      
1 Glaucoom 225,51 22,89 256,91
2 Schildklieraandoeningen 187,86 10,27 212,42
3 Hoog cholesterol 554,67 –12,18 554,50
4 Diabetes IIb (laag intensief) 439,90 103,12 570,00
5 Cara 693,96 48,53 829,01
6 Diabetes IIa (hoog intensief) 1.132,66 92,88 1.259,12
7 Epilepsie 808,76 191,31 1.155,54
8 Ziekte van Crohn/colitis ulcerosa 999,98 98,62 1.150,48
9 Hartaandoeningen 859,91 159,72 1.177,91
10 Reuma 1.476,48 174,51 1.810,14
11 Parkinson 1.717,33 497,28 2.579,01
12 Diabetes I 1.299,97 1.049,17 2.493,30
13 Transplantaties 3.434,30 214,75 3.807,48
14 Cystic fibrosis en pancreasaandoeningen 5.011,52 633,33 5.865,10
15 Neuromusculaire aandoeningen 6.716,16 1.529,30 8.743,21
16 HIV/AIDS 11.133,08 –9,89 11.167,24
17 Nieraandoeningen/ESRD 5.322,19 188,49 6.123,44

Het college berekent de gewichten kosten van de onderscheiden afzonderlijke overige prestaties en van de totale overige prestaties per verzekerde voor de FKG 2006 0 door de geraamde totale aantallen verzekerden per FKG 2006 1 tot en met 17 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het geraamde totaal aantal verzekerden FKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
c. de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per DKG 2006 (Totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties):
DKG 2006 Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
  Huisartsenhulp Tandheelkundige hulp Verloskundige hulp Paramedische hulp Ziekenvervoer Kraamzorg Farmaceutische hulp Hulpmiddelen Totale overige prestaties
0                  
1 39,85 1,18 –0,16 52,13 36,79 –0,38 127,02 53,43 309,86
2 39,28 0,27 –0,68 11,32 105,41 –1,41 417,45 73,14 644,78
3 46,60 0,36 –0,28 12,89 130,98 –0,61 524,02 138,76 852,72
4 52,74 –0,42 –0,56 44,75 201,70 –0,86 576,58 210,51 1.084,44
5 46,15 –0,05 –0,85 17,54 159,63 –1,12 505,67 241,96 968,93
6 48,60 –0,36 –0,22 18,45 180,31 –0,69 490,80 332,62 1.069,51
7 71,03 –0,35 –1,95 41,78 234,53 –4,41 1.270,60 325,15 1.936,38
8 66,16 0,40 0,21 52,22 375,19 0,73 1.492,85 697,12 2.684,88
9 72,46 4,89 –0,80 42,15 366,00 –2,12 1.494,71 956,94 2.934,23
10 117,77 –0,48 –0,56 38,12 548,91 –1,42 2.253,96 703,80 3.660,10
11 167,07 2,85 –0,17 29,35 637,51 –0,32 2.819,44 686,53 4.342,26
12 97,51 –0,25 –1,16 85,32 491,52 –2,03 3.073,04 804,34 4.548,29
13 23,82 –0,94 –1,33 15,19 2.998,62 –2,64 1.111,13 254,94 4.398,79

Het college berekent de gewichten kosten van de onderscheiden afzonderlijke overige prestaties en van de totale overige prestaties per verzekerde voor de DKG 2006 0 door de geraamde totale aantallen verzekerden per DKG 2006 1 tot en met 13 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het geraamde totaal aantal verzekerden DKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
d. de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006 (Totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties):
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s Huisartsenzorg 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   25,02 24,21 19,91 11,18  
3. Bijstandsgerechtigden   12,50 13,42 10,05 –0,59  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   7,76 3,81 1,00 –5,35  
5. Zelfstandigen   –6,11 –7,29 –8,97 –10,99  
6. Referentiegroep            
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s Tandheelkundige hulp 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   –1,77 2,31 1,95 2,10  
3. Bijstandsgerechtigden   –2,84 0,85 0,32 –0,16  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   –1,55 0,10 0,22 0,12  
5. Zelfstandigen   –0,87 –0,48 –0,56 –1,16  
6. Referentiegroep            
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s Verloskundige hulp 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   –7,95 –2,58 0,00 0,00  
3. Bijstandsgerechtigden   6,51 –2,58 0,00 0,00  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   7,92 1,64 0,00 0,00  
5. Zelfstandigen   –1,35 –0,57 0,00 0,00  
6. Referentiegroep            
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s Paramedische hulp 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   16,84 17,48 17,22 12,77  
3. Bijstandsgerechtigden   –3,43 –2,02 –1,36 –3,61  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   2,48 1,20 –0,93 –4,05  
5. Zelfstandigen   –2,22 –3,41 –4,63 –5,57  
6. Referentiegroep            
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s Ziekenvervoer 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   48,94 39,50 35,72 25,66  
3. Bijstandsgerechtigden   17,02 18,26 20,63 11,18  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   2,70 –1,62 –2,65 –3,28  
5. Zelfstandigen   –3,24 –6,66 –10,42 –14,41  
6. Referentiegroep            
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s Kraamzorg 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   –18,45 –5,53 0,00 0,00  
3. Bijstandsgerechtigden   –30,81 –17,01 0,00 0,00  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   6,00 2,63 0,00 0,00  
5. Zelfstandigen   –3,96 –3,15 0,00 0,00  
6. Referentiegroep            
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s Farmaceutische hulp 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   268,63 297,49 310,81 212,70  
3. Bijstandsgerechtigden   49,19 109,64 158,80 57,11  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   9,39 8,52 –2,33 –32,88  
5. Zelfstandigen   –18,17 –44,56 –72,00 –102,71  
6. Referentiegroep            
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s Hulpmiddelen 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   137,04 95,01 100,83 77,12  
3. Bijstandsgerechtigden   –1,06 3,78 14,17 2,75  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   –2,85 –7,30 –7,58 –9,97  
5. Zelfstandigen   –6,13 –12,24 –19,86 –33,97  
6. Referentiegroep            
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s Totale overige prestaties 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   468,30 467,89 486,44 341,53  
3. Bijstandsgerechtigden   47,08 124,34 202,61 66,68  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   31,85 8,98 –12,27 –55,41  
5. Zelfstandigen   –42,05 –78,36 –116,44 –168,81  
6. Referentiegroep            

Het college berekent de gewichten kosten van de onderscheiden afzonderlijke overige prestaties en van de totale overige prestaties per verzekerde per leeftijdscategorie voor de referentiegroep aard van het inkomen door de geraamde totale aantallen verzekerden van de aard van het inkomenklasse 2006 2 tot en 5 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het geraamde totaal aantal verzekerden per leeftijdsklasse van de referentiegroep aard van het inkomen, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
e. de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2006 (voormalig ziekenfonds verzekerd) (Totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties):
Regioklasse 2006 Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
  Huisartsenhulp Tandheelkundige hulp Verloskundige hulp Paramedische hulp Ziekenvervoer Kraamzorg Farmaceutische hulp Hulpmiddelen Totale overige prestaties
1 6,26 0,42 0,30 –2,14 –1,08 –6,69 13,76 2,48 13,31
2 6,09 –0,42 0,21 –0,89 0,80 –4,61 11,57 4,70 17,45
3 4,92 –0,71 0,41 –0,31 0,41 –3,10 9,28 3,99 14,89
4 4,57 –0,89 0,58 –0,21 1,21 –1,50 8,27 4,20 16,23
5 3,61 –1,44 0,78 –0,03 2,44 –0,21 –0,09 5,04 10,10
6 3,33 –1,35 0,77 0,24 2,57 0,31 0,13 2,92 8,92
7 3,14 –1,17 0,98 –1,03 1,79 1,22 –2,73 4,25 6,45
8 2,06 –1,71 1,10 –0,11 2,13 1,86 –6,31 2,50 1,52
9 1,08 –1,80 0,75 –0,83 2,73 2,36 –16,40 0,25 –11,86
10 0,35 –2,89 –0,35 –2,17 2,34 –0,62 –19,93 –1,83 –25,10

de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2006 (voormalig particulier verzekerd) (Totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties):
Regioklasse 2006 Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
  Huisartsenhulp Tandheelkundige hulp Verloskundige hulp Paramedische hulp Ziekenvervoer Kraamzorg Farmaceutische hulp Hulpmiddelen Totale overige prestaties
1 –6,84 0,24 –2,12 –0,81 –4,84 –2,62 9,44 –8,40 –15,95
2 –5,97 2,24 –1,19 0,64 –3,21 –0,45 –0,50 –4,86 –13,30
3 –6,88 1,88 –1,27 1,18 –4,43 1,13 –0,32 –5,08 –13,79
4 –6,03 2,33 –1,04 1,58 –2,66 1,99 –2,56 –4,54 –10,93
5 –6,30 2,63 –0,69 1,41 –2,42 2,65 –0,74 –5,77 –9,23
6 –6,32 2,50 –0,75 1,85 –2,92 3,48 –0,36 –6,34 –8,86
7 –5,70 3,04 –0,31 0,80 –2,98 4,12 –3,48 –4,39 –8,90
8 –6,04 2,01 –0,60 1,50 –1,72 3,30 –4,45 –6,00 –12,00
9 –7,21 1,52 –0,93 1,02 –1,71 3,01 –1,24 –5,30 –10,84
10 –9,32 –0,65 –2,17 0,07 –1,28 1,30 –9,29 –4,30 –25,64
2.
De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per risicoklasse 2006 worden per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per risicoklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.
3.
De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per FKG 2006 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per FKG 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tweede lid.
4.
De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per DKG 2006 worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per DKG 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het derde lid.
5.
De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per aard van het inkomenklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vierde lid.
6.
De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2006 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per regioklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vijfde lid.
7.
Het resultaat van het zesde lid wordt aangeduid als deelbedrag kosten van overige prestaties 2006.
8.
Ter informatie kunnen ook deelbedragen per afzonderlijke overige prestatie worden berekend overeenkomstig lid 2 tot en met lid 7.
1.
Voor de raming van de normatieve no-claimteruggaven hanteert het college als uitgangspunten:
a. de volgende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per risicoklasse 2006:
Risicoklasse Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
  Mannen Vrouwen
18 t/m 19 jaar 162,27 114,52
20 t/m 24 jaar 164,83 108,76
25 t/m 29 jaar 160,78 97,35
30 t/m 34 jaar 150,36 91,19
35 t/m 39 jaar 137,59 95,78
40 t/m 44 jaar 128,02 97,20
45 t/m 49 jaar 114,34 83,91
50 t/m 54 jaar 100,69 72,70
55 t/m 59 jaar 81,25 62,58
60 t/m 64 jaar 67,94 53,97
65 t/m 69 jaar 49,75 43,14
70 t/m 74 jaar 34,10 32,03
75 t/m 79 jaar 24,24 24,59
80 t/m 84 jaar 21,57 22,77
85 t/m 89 jaar 21,47 25,20
90 jaar en ouder 23,92 30,38
b. de volgende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006:
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro’s 18–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 65 jaar en ouder         0,00
2. Arbeidsongeschikten –56,78 –55,07 –44,55 –28,48  
3. Bijstandsgerechtigden –16,22 –24,96 –22,44 –5,02  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden –13,13 –6,55 –0,57 5,16  
5. Zelfstandigen 12,04 16,66 19,92 21,59  
6. Referentiegroep 2,57 4,00 5,17 5,36  
c. de volgende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per regioklasse 2006:
Regioklasse 2006 Gewicht in euro’s Voormalig ziekenfonds verzekerd Voormalig particulier verzekerd
Klasse 1 –10,08 5,38
Klasse 2 –8,77 5,76
Klasse 3 –7,08 7,14
Klasse 4 –5,86 7,65
Klasse 5 –3,91 8,68
Klasse 6 –3,79 8,54
Klasse 7 –2,82 9,68
Klasse 8 –1,94 11,04
Klasse 9 –1,44 12,87
Klasse 10 1,07 17,09
2.
De gewichten no-claimteruggave per verzekerde per risicoklasse 2006 worden per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per risicoklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.
3.
De gewichten no-claimteruggave per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per aard van het inkomenklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tweede lid.
4.
De gewichten no-claimteruggave per verzekerde per regioklasse 2006 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per regioklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het derde lid.
5.
Het resultaat van het vierde lid wordt aangeduid als de geraamde normatieve no-claimteruggave 2006.
1.
Het college stelt het normatieve bedrag 2006 van een zorgverzekeraar vast als de som van het volgens dit hoofdstuk berekende deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 en het deelbedrag kosten van overige prestaties 2006.
2.
Het college raamt de opbrengst 2006 van de nominale rekenpremie 2006 per zorgverzekeraar door de geraamde aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 per zorgverzekeraar te vermenigvuldigen met de nominale rekenpremie 2006.
3.
Het college berekent de bijdrage 2006 aan een zorgverzekeraar als het normatieve bedrag 2006 plus de geraamde normatieve no-claimteruggave 2006 minus de volgens het tweede lid geraamde opbrengst van de nominale rekenpremie 2006.
4.
Het college berekent de uitkering in verband met uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar 2006. Deze uitkering bedraagt het aantal geraamde verzekerden jonger dan 18 jaar, vermenigvuldigd met € 50.
5.
Het college kent de bijdrage 2006 ter hoogte van de bijdrage berekend in het derde lid, aangevuld met het bedrag berekend in het vierde lid, aan de zorgverzekeraar toe.
Artikel 12. Herberekeningen als gevolg van splitsingen [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Indien een zorgverzekeraar na de toekenning van de bijdrage 2006 besluit zich te splitsen, dient de zorgverzekeraar aan het college mee te delen hoe naar zijn verwachting de geraamde verzekerdenaantallen 2006 verdeeld zullen worden, over nieuwe dan wel bestaande zorgverzekeraars. Het college kan de toegekende bijdrage herzien en de bijdragen aan nieuwe dan wel bestaande zorgverzekeraars toekennen, een en ander rekening houdend met de meegedeelde geraamde verzekerdenaantallen en het tijdstip waarop de splitsing wordt gerealiseerd.
1.
Het college herberekent in maart 2007 de gewichten no-claimteruggave op basis van de verzekerdenaantallen 2006, voor zover die op 1 maart 2007 bij het college beschikbaar zijn, en de door de zorgverzekeraars verwachte no-claimteruggave 2006 op de volgende wijze:
a. Het college berekent de landelijke gemiddelde verwachte no-claimteruggave per verzekerde van 18 jaar en ouder 2006 door de som van de verwachte no-claimteruggaven over alle zorgverzekeraars te delen door de som van de aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 van alle zorgverzekeraars.
b. Het college berekent de normatieve no-claimteruggave voor alle verzekerden 2006 overeenkomstig artikel 10 op basis van de bij het college bekende totale verzekerdenaantallen van 18 jaar en ouder naar risicoklassen 2006, naar aard van het inkomenklassen 2006 en naar regioklassen 2006.
c. Het college berekent de no-claimschalingsfactor 2006 door de landelijke gemiddelde verwachte no-claimteruggave per verzekerde 2006, berekend onder a, te vermenigvuldigen met het totaal aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006, en dat vervolgens weer te delen door de normatieve no-claimteruggave voor alle verzekerden 2006, berekend onder b, en deze no-claimschalingsfactor 2006 vervolgens af te ronden op zes decimalen.
d. Het college herberekent voor de eerste maal de gewichten no-claimteruggave per verzekerde per risicoklasse 2006, per aard van het inkomenklasse 2006 en per regioklasse 2006, door de overeenkomstige herberekende gewichten uit artikel 10 te vermenigvuldigen met de no-claimschalingsfactor 2006, berekend onder c, en deze vervolgens op twee decimalen af te ronden.
2.
Het college berekent de normatieve no-claimteruggave als volgt:
a. Per zorgverzekeraar worden de herberekende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per risicoklasse 2006 per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met de aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder per risicoklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.
b. Per zorgverzekeraar worden de herberekende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006 per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per aard van het inkomenklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat onder a.
c. Per zorgverzekeraar worden de gewichten no-claimteruggave per verzekerde per regioklasse 2006 per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per regioklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat onder b.
d. Het resultaat onder c wordt aangeduid als de normatieve no-claimteruggave 2006.
e. Het college kent de normatieve no-claimteruggave 2006 voor 1 april 2007 aan de zorgverzekeraar toe.
Artikel 14. Herverdeling van de macro-deelbedragen als gevolg van onverwacht grote marktverschuivingen [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Indien naar het oordeel van het college op grond van de opgave van de verzekerdenaantallen per 1 juni 2006 blijkt dat de verdeling van de verzekerden over de zorgverzekeraars sterk afwijkt van de verzekerdenraming van het college en daardoor ernstige liquiditeitsproblemen bij meerdere zorgverzekeraars dreigen te ontstaan, kan het college een nieuwe verzekerdenraming opstellen, mede op basis van de opgave van de verzekerdenaantallen per 1 juni 2006. Daarbij zal het college zoveel mogelijk de in artikel 6 bepaalde berekeningswijze volgen. Met behulp van de nieuwe verzekerdenraming zal het college de macro-deelbedragen 2006 opnieuw verdelen en eveneens de normatieve bedragen 2006 ten behoeve van, en de bijdragen 2006 aan de zorgverzekeraars opnieuw berekenen en aan de zorgverzekeraars toekennen. Het college stelt de zorgverzekeraars zo spoedig mogelijk op de hoogte of en wanneer het tot een nieuwe berekening en herziening van de toekenning van de bijdragen voor alle zorgverzekeraars overgaat.
1.
Het college herberekent het normatieve bedrag voorlopig op basis van het financieel verslag 2006 en de jaarstaat 2006 van de zorgverzekeraars. Voor de verzekeringsduur van de verzekerden baseert het college zich op het Referentiebestand verzekerden Zorgverzekeringswet van SA-Z. Wanneer een verzekerde gedurende een bepaalde periode bij meerdere zorgverzekeraars is ingeschreven, wordt de periode verdeeld naar rato van het aantal zorgverzekeraars waar de verzekerde gedurende die periode ingeschreven is geweest.
2.
Voor de herberekening, bedoeld in het eerste lid, bepaalt het college het aantal verzekerden per FKG 2006 per zorgverzekeraar als volgt:
a. Uitgangspunt is de opgave van alle declaraties farmaceutische hulp 2006 van de zorgverzekeraar aan het college.
b. Op basis van de opgave bedoeld onder a bepaalt het college het aantal verzekerden per morbiditeitsrisicoklasse per FKG 2006 dat in 2006 aan de in artikel 4, eerste lid, genoemde voorwaarden voldoet. Daarbij splitst het college de FKG 2006 0 in FKG onbekend en FKG 2006 0.
c. Het college bepaalt alle gewichten voor FKG 2006-onbekend op 0,00.
d. Het college stelt de prevalentieontwikkeling 2005–2006 per morbiditeitsrisicoklasse per FKG 2006 gelijk aan de prevalentieontwikkeling 2004-2005 per morbiditeitsrisicoklasse per FKG 2006, zoals vermeld in bijlage 1 .
e. Het college schaalt met behulp van de onder d bepaalde prevalentieontwikkeling de aantallen verzekerden per morbiditeitsrisicoklasse per FKG 2006 terug naar de prevalentie 2005, sommeert deze over de morbiditeitsrisicoklassen en rondt deze som af op nul decimalen.
3.
Voor de voorlopige herberekening, bedoeld in het eerste lid, bepaalt het college het aantal verzekerden per DKG 2006 per zorgverzekeraar als volgt:
a. Uitgangspunt is de opgave van de zorgverzekeraar per 1 juni 2007 van de declaraties van alle DBC’s die in 2005 geopend zijn. Op basis daarvan bepaalt het college het aantal verzekerden dat in 2005 aan de in artikel 4, derde lid, genoemde voorwaarden voldoet.
b. Het college bepaalt per zorgverzekeraar met behulp van een koppeling op basis van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer, op basis van de verzekerden per DKG 2005, de rechtstreeks aan een zorgverzekeraar in 2006 toe te wijzen verzekerden per DKG 2006. Bij ontbrekende of onvolledige aanlevering van DBC-gegevens door de zorgverzekeraar zal het college op basis van overige beschikbare gegevens de aantallen DKG’s door middel van een raming aanvullen.
c. Het college bepaalt het aantal verzekerden in de categorie DKG 0 of DKG onbekend door per zorgverzekeraar het totaal aantal verzekerden te verminderen met het resultaat onder b. Voor verzekerden woonachtig in het buitenland bepaalt het college het gewicht DKG 2006 onbekend op 0,00. Voor de overige verzekerden bepaalt het college het gewicht van DKG 2006 onbekend op DKG 0.
4.
Het college bepaalt met behulp van opgaven van de Belastingdienst en het UWV, het referentiebestand van SA-Zorg over 2006 en de verzekerdenopgaven van de zorgverzekeraars de aantallen verzekerden per aard van het inkomenklasse 2006.
5.
Het college bepaalt met behulp van het referentiebestand SA-Zorg (ziekenfondsen) per 1 december 2005 en het referentiebestand van SA-Zorg over 2006, en de opgave van de zorgverzekeraars over de verzekerden naar viercijferige postcode van het adres waar de verzekerde woonachtig is, de aantallen verzekerden naar regioklasse 2006.
1.
Het college bepaalt per zorgverzekeraar en voor het totaal van de zorgverzekeraars de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006 met inachtneming van de artikelen 3.7 en 3.8 van de Regeling zorgverzekering.
2.
Het college herberekent het gewicht variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde voor de FKG 2006 0 door de totale aantallen verzekerden per FKG 2006 1 tot en met 17 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige herberekende gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden FKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
3.
Het college herberekent het gewicht variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde voor de DKG 2006 0 door de totale aantallen verzekerden per DKG 2006 1 tot en met 13 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige herberekende gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden van DKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
4.
Het college herberekent het gewicht variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per leeftijdscategorie voor de referentiegroep aard van het inkomen door de totale aantallen verzekerden van de aard van het inkomenklasse 2 tot en met 5 2006 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden per leeftijdsklasse van de referentiegroep aard van het inkomen, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
5.
Het college berekent het normatieve bedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006 voor het totaal van alle verzekerden 2006 van alle zorgverzekeraars op de wijze zoals beschreven in artikel 7, gebruik makend van de herberekende gewichten, zoals herberekend in het tweede derde en vierde lid, en de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse 2006 uit artikel 7, eerste lid, onderdeel a, en de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2006 uit artikel 7, eerste lid, onderdeel e.
6.
Het college berekent de schalingsfactor variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006 door de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, zoals bepaald in het eerste lid, te sommeren over alle zorgverzekeraars en deze te delen door het in het vijfde lid berekende normatieve bedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp voor het totaal van alle verzekerden 2006 van alle zorgverzekeraars.
7.
Het college herberekent alle gewichten uit artikel 7 door deze te vermenigvuldigen met de schalingsfactor variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen. In voorkomende gevallen gaat het college bij deze herberekening uit van de in het tweede, derde en vierde lid herberekende gewichten. Het college herberekent het gewicht FKG 2006 0 variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde 2006 door de herberekende gewichten FKG 1 tot en met 17 variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp te vermenigvuldigen met de overeenkomstige verzekerdenaantallen 2006, de resultaten daarvan te sommeren, aan die som het bedrag van 88.400.000 euro toe te voegen, dat bedrag te delen door het totaal aantal verzekerden FKG 2006 0 en het resultaat daarvan vervolgens af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
8.
Het college vermenigvuldigt de in het zevende lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse 2006 met de aantallen verzekerden per overeenkomstige risicoklasse 2006 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgzorgverzekeraar gesommeerd.
9.
De in het zevende lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per FKG 2006 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per FKG 2006 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.
10.
De in het zevende lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde 2006 worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per DKG 2006 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.
11.
De in het zevende lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per aard van het inkomenklasse 2006 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tiende lid.
12.
De in het zevende lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2006 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per regioklasse 2006 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het elfde lid.
13.
Vervolgens past het college op de volgende wijze een generieke verevening toe:
a. Per zorgverzekeraar wordt het verschil bepaald tussen de kosten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp als resultaat van het eerste lid en het resultaat van het twaalfde lid. Vervolgens komt 30% van dit verschil in aanmerking voor verevening.
b. Door sommering van de onder a verkregen bedragen over alle zorgverzekeraars ontstaat het totale bedrag voor de verevening. Dit totale bedrag wordt gedeeld door het aantal verzekerden voor 2006 voor alle zorgverzekeraars, waaruit een gemiddeld bedrag per verzekerde resulteert. Per zorgverzekeraar wordt deze uitkomst vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 van de zorgverzekeraar.
c. Vervolgens worden het deelbedrag, verkregen in het twaalfde lid, en het verschil tussen de uitkomsten, verkregen onder a en b, bij elkaar opgeteld.
14.
Daarna calculeert het college per zorgverzekeraar 35% na op het verschil tussen de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp, verkregen in het eerste lid en het resultaat van het dertiende lid onder c.
15.
Het resultaat van het veertiende lid wordt aangeduid als het voorlopige herberekende deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006.
1.
Het college bepaalt per zorgverzekeraar overeenkomstig de artikelen 3.7 en 3.9 van de Regeling zorgverzekering, de vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006.
2.
Het college herberekent het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging samenhangend met de overige vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 voorlopig als volgt:
a. De overige vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 worden gedeeld door het aantal verzekerden 2006. Dit vormt het herberekende zorgverzekeraarspecifieke bedrag overige vaste kosten van ziekenhuisverpleging per verzekerde 2006.
b. Het onder a opnieuw berekende zorgverzekeraarspecifieke bedrag overige vaste kosten van ziekenhuisverpleging per verzekerde 2006 wordt vermenigvuldigd met het totaal aantal verzekerden 2006.
3.
Aan het resultaat van het tweede lid voegt het college een bedrag toe ter grootte van het aantal verzekerden 2006 per zorgverzekeraar vermenigvuldigd met het vaste bedrag, genoemd in artikel 3.4, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering.
4.
Tot slot calculeert het college per zorgverzekeraar 95% na op het verschil tussen de kosten vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006, verkregen in het eerste lid, en het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging, verkregen in het derde lid.
5.
Het resultaat van het vierde lid na de nacalculatie wordt aangeduid als het voorlopige herberekende deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006.
1.
Het college bepaalt de kosten van overige prestaties 2006 met inachtneming van artikel 3.7 van de Regeling zorgverzekering.
2.
Het college herberekent het gewicht kosten van de onderscheiden afzonderlijke overige prestaties en van de totale overige prestaties per verzekerde voor de FKG 2006 0 door de totale aantallen verzekerden per FKG 2006 1 tot en met 17 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige herberekende gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden FKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
3.
Het college herberekent de gewichten kosten van de onderscheiden afzonderlijke overige prestaties en van de totale overige prestaties voor de DKG 2006 0 door de totale aantallen verzekerden per DKG 2006 1 tot en met 13 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige herberekende gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden van DKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
4.
Het college herberekent de gewichten kosten van de onderscheiden afzonderlijke overige prestaties en van de totale overige prestaties per verzekerde per leeftijdscategorie door voor de referentiegroep aard van het inkomen de totale aantallen verzekerden van de aard van het inkomenklasse 2 tot en met 5 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden per leeftijdsklasse van de referentiegroep aard van het inkomen, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
5.
Het college berekent het normatieve bedrag kosten van overige prestaties 2006 voor het totaal van alle verzekerden 2006 van alle zorgverzekeraars op de wijze zoals beschreven in artikel 9, gebruik makend van de herberekende gewichten, zoals herberekend in het tweede, derde en vierde lid, en de gewichten kosten van overige prestaties per risicoklasse 2006 uit artikel 9, eerste lid, onderdeel a, en de gewichten kosten van overige prestaties per regioklasse 2006 uit artikel 9, eerste lid, onderdeel e.
6.
Het college berekent de schalingsfactor kosten van overige prestaties 2006 door de som van in het eerste lid bepaalde kosten van overige prestaties 2006 van alle zorgverzekeraars te delen door het in het vijfde lid berekende normatieve bedrag kosten van overige prestaties voor alle verzekerden 2006 van alle zorgverzekeraars.
7.
Het college herberekent alle gewichten uit artikel 9 door deze te vermenigvuldigen met de schalingsfactor kosten van overige prestaties 2006, en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen. In voorkomende gevallen gaat het college bij deze herberekening uit van de in het tweede, derde en vierde lid herberekende gewichten. Het college herberekent het gewicht FKG 2006 0 kosten van overige prestaties per verzekerde 2006 door de herberekende gewichten FKG 1 tot en met 17 van de kosten van overige prestaties te vermenigvuldigen met de overeenkomstige verzekerdenaantallen 2006, de resultaten daarvan te sommeren, aan die som het bedrag van 159.500.000 euro toe te voegen, dat bedrag te delen door het totale aantal verzekerden FKG 2006 0 en het resultaat daarvan vervolgens af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
8.
De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde 2006 worden per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per risicoklasse per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.
9.
De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per FKG 2006 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per FKG 2006 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.
10.
De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per DKG 2006 worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per DKG 2006 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.
11.
De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006, worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per aard van het inkomenklasse per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tiende lid.
12.
De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2006 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per regioklasse 2006 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het elfde lid.
13.
Het resultaat van het twaalfde lid wordt aangeduid als het voorlopige herberekende deelbedrag kosten van overige prestaties 2006.
1.
Het college herberekent de gewichten no-claimteruggave op basis van de verzekerden aantallen 2006 en de door de zorgverzekeraars verantwoorde no-claimteruggave 2006 uit het financieel verslag 2006 op de volgende wijze:
a. Het college berekent de landelijke gemiddelde no-claimteruggave per verzekerde van 18 jaar en ouder 2006 door de som van de no-claimteruggaven 2006 over alle zorgverzekeraars te delen door som van de aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 van alle zorgverzekeraars.
b. Het college herberekent de geraamde normatieve no-claimteruggave voor alle verzekerden 2006 overeenkomstig artikel 10 op basis van de bij het college bekende totale verzekerdenaantallen naar risicoklassen 2006, naar aard van het inkomenklassen 2006 en naar regioklassen 2006.
c. Het college herberekent de no-claimschalingsfactor 2006 door de landelijke gemiddelde no-claimteruggave per verzekerde van 18 jaar en ouder 2006, berekend onder a, te vermenigvuldigen met het totaal aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006, en dat vervolgens weer te delen door de normatieve no-claimteruggave voor alle verzekerden van 18 jaar en ouder 2006, berekend onder b, en deze no?claimschalingsfactor 2006 vervolgens af te ronden op zes decimalen.
d. Het college herberekent voor de tweede maal de gewichten no-claimteruggave per verzekerde per risicoklasse 2006, per aard van het inkomenklasse 2006 en per regioklasse 2006 door de overeenkomstige gewichten uit artikel 10 te vermenigvuldigen met de no-claimschalingsfactor 2006, herberekend onder c, en deze vervolgens op twee decimalen af te ronden.
2.
Het college herberekent de normatieve no-claimteruggave voorlopig als volgt:
a. Per zorgverzekeraar worden de op grond van het eerste lid, onder d, herberekende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per risicoklasse 2006 per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met de aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder per risicoklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.
b. Per zorgverzekeraar worden de op grond van het eerste lid, onder d, herberekende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006 per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per aard van het inkomenklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat onder a.
c. Per zorgverzekeraar worden de op grond van het eerste lid, onder d, herberekende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per regioklasse 2006 per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per regioklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat onder b.
d. Het resultaat onder c wordt aangeduid als de voorlopig herberekende normatieve no-claimteruggave 2006.
1.
Het college herberekent het normatieve bedrag 2006 voorlopig als de som van het voorlopige herberekende deelbedrag 2006 variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, het voorlopige herberekende deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 en het voorlopig herberekende deelbedrag kosten van overige prestaties 2006.
2.
Het college trekt van de som van het voorlopige herberekende deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, het voorlopig herberekende deelbedrag kosten van overige prestaties 2006 en de voorlopig herberekende normatieve no-claimteruggave 2006 af de som van de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, zoals bepaald in artikel 16, eerste lid, de kosten van overige prestaties 2006, zoals bepaald in artikel 18, eerste lid en de no-claimteruggave 2006.
3.
Indien het in het tweede lid bepaalde bedrag groter is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 maal € 35, dan trekt het college 90% van het meerdere af van het voorlopig herberekende normatieve bedrag 2006.
4.
Indien het in het tweede lid bepaalde bedrag kleiner is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 maal – € 35, dan voegt het college 90% van het verschil toe aan het voorlopig herberekende normatieve bedrag 2006.
5.
Het college bepaalt de opbrengst van de nominale rekenpremie per zorgverzekeraar door de verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 per zorgverzekeraar te vermenigvuldigen met de nominale rekenpremie 2006.
6.
Het college herberekent de aanvulling op de bijdrage voor de uitkering in verband met uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar door het aantal verzekerden jonger dan 18 jaar 2006 te vermenigvuldigen met € 50.
7.
Het college herberekent de bijdrage 2006 voorlopig door van het herberekende normatieve bedrag 2006, inclusief de aanvulling voor uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar en inclusief de voorlopig herberekende normatieve no-claimteruggave, de opbrengst van de nominale rekenpremie af te trekken.
8.
Het college stelt de bijdrage 2006 voorlopig vast ter hoogte van de in het vorige lid berekende bijdrage.
Artikel 20a. Algemene bepaling [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Het college herberekent het normatieve bedrag voor de tweede maal op basis van correcties die de Nederlandse Zorgautoriteit heeft toegepast op de dbc-declaraties 2006, de HKC opgave 2006, de opgave no-claim teruggave 2006 in de jaarstaat 2007 en de te verrekenen opbrengstresultaten 2006, zoals vastgesteld door de NZa overeenkomstig de artikelen 3.8 en 3.9 van de Regeling zorgverzekering.
1.
Het persoonskenmerkenbestand 2006 bestaat uit de gepseudonimiseerde opgaven van de zorgverzekeraars van de verzekerdenaantallen op 1 juni 2006 naar geslacht, geboortedatum en viercijferige postcode.
2.
Voor de vaststelling van het aantal verzekerden 2006 en de verzekeringsduur per verzekerde per zorgverzekeraar baseert het college zich op het Referentiebestand verzekerden Zorgverzekeringswet van SA-Zorg. Wanneer een verzekerde gedurende een bepaalde periode in 2006 bij meerdere zorgverzekeraars tegelijkertijd is ingeschreven, wordt die periode voor het vaststellen van de verzekeringsduur verdeeld naar rato van het aantal zorgverzekeraars waar de verzekerde gedurende die periode ingeschreven is geweest.
3.
Voor de vaststelling van de vereveningskenmerken per verzekerde naar risicoklasse leeftijd en geslacht 2006, naar regioklasse 2006 en naar de verzekerdenaantallen van 18 jaar en ouder 2006 baseert het college zich op het persoonskenmerkenbestand 2006, het uitstroombestand 2006 en de opgave 2006 van verzekerden die vanwege bijzondere omstandigheden niet over een burgerservicenummer beschikken. Tevens maakt het college in voorkomende gevallen gebruik van het persoonskenmerkenbestand 2007 en het uitstroombestand 2007.
4.
Voor de vaststelling van de aard van het inkomenklasse baseert het college zich op de gepseudonimiseerde opgave van het CBS naar inkomensbron in het jaar 2006. Voor de opgave van het CBS, bedoeld in de vorige volzin, hanteert het CVZ de peildatum 30 juni 2006.
5.
Het college bepaalt per zorgverzekeraar voor elke verzekerde uit het persoonskenmerkenbestand 2006 in welke klasse een verzekerde valt voor de criteria leeftijd, geslacht, aard van het inkomen en regio. Het college bepaalt de leeftijd op basis van de geboortemaand en het geboortejaar op peildatum 30 juni 2006.
6.
Vervolgens bepaalt het college per zorgverzekeraar het aantal verzekerden naar leeftijd en geslacht 2006. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur zoals vastgesteld in het tweede lid.
7.
Voor de vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar bepaalt het college het aantal verzekerden per FKG 2006 per zorgverzekeraar als volgt:
a. Uitgangspunt is de opgave van 1 juni 2007 van alle declaraties farmaceutische hulp 2006 van de zorgverzekeraar aan het college, tenzij de zorgverzekeraar gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om op 1 december 2007 een herzien bestand in te sturen.
b. Op basis daarvan bepaalt het college het aantal verzekerden 2006 per FKG 2006 dat in 2006 voldoet aan het bepaalde in artikel 4. Daarbij splitst het college per zorgverzekeraar het aantal verzekerden zonder FKG 1t/m17 2006 in een verzekerdenaantal FKG 2006 onbekend en een verzekerdenaantal FKG 2006 0. Het verzekerdenaantal FKG onbekend bestaat uit verzekerden met een woonadres in het buitenland en waarvoor de zorgverzekeraar geen informatie heeft over farmaciedeclaraties.
c. Het college bepaalt de gewichten voor alle FKG 2006-onbekend op 0,00.
d. Het college stelt de prevalentieontwikkeling 2005–2006 per morbiditeitsrisicoklasse per FKG 2006 gelijk aan de prevalentieontwikkeling 2004–2005 per morbiditeitsrisicoklasse per FKG 2006, zoals vermeld in bijlage 1 .
e. Het college schaalt met behulp van de onder d bepaalde prevalentieontwikkeling de aantallen verzekerden per morbiditeitsrisicoklasse per FKG 2006 terug naar de prevalentie 2005, sommeert deze over de morbiditeitsrisicoklassen en rondt deze som af op nul decimalen.
f. De verzekerden per FKG 2006 tellen mee voor de verzekeringsduur zoals vastgesteld in het tweede lid.
8.
Voor de voorlopige vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar bepaalt het college het aantal verzekerden per DKG 2006 per zorgverzekeraar als volgt:
a. Uitgangspunt is de opgave van de zorgverzekeraar per 1 juni 2008 van de declaraties van alle DBC’s die in 2006 geopend zijn. Op basis daarvan bepaalt het college het aantal verzekerden per DKG volgens de indeling in artikel 4, derde lid.
b. Het college bepaalt per zorgverzekeraar de rechtstreeks aan een zorgverzekeraar toe te wijzen verzekerden 2006 per DKG 2006 met behulp van een koppeling op basis van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer, het persoonskenmerkenbestand 2006 en de opgave van de zorgverzekeraar genoemd onder a.
c. Het college splitst per zorgverzekeraar het aantal verzekerden zonder DKG 1t/m13 in een verzekerdenaantal DKG 2006 onbekend en een verzekerdenaantal DKG 2006 0. Het verzekerdenaantal DKG 2006 onbekend bestaat uit verzekerden met een woonadres in het buitenland en waarvoor de zorgverzekeraar geen DBC-informatie heeft.
d. Het college bepaalt het gewicht DKG 2006 onbekend op 0,00.
e. Tot slot worden per zorgverzekeraar de verzekerdenaantallen 2006 per DKG 2006 opgeteld. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur zoals vastgesteld in het tweede lid.
9.
Het college bepaalt met behulp van opgaven van het CBS en het Referentiebestand verzekerden Zorgverzekeringswet van SA-Zorg over 2006 de aantallen verzekerden per aard van het inkomenklasse 2006.
10.
Het college bepaalt met behulp van het Referentiebestand verzekerden Zorgverzekeringswet van SA-Zorg en de opgave van de zorgverzekeraars over de verzekerden naar viercijferige postcode van het adres waar de verzekerde woonachtig is, de aantallen verzekerden naar regioklasse 2006.
1.
Het college hanteert bij de tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006 als uitgangspunten:
a. de volgende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse 2006:
Risicoklasse Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
  Mannen Vrouwen
0 t/m 4 jaar 720,56 612,04
5 t/m 9 jaar 365,81 312,69
10 t/m 14 jaar 303,41 283,67
15 t/m 19 jaar 351,89 388,23
20 t/m 24 jaar 335,91 458,77
25 t/m 29 jaar 335,24 579,36
30 t/m 34 jaar 363,12 688,50
35 t/m 39 jaar 405,41 603,82
40 t/m 44 jaar 445,20 543,40
45 t/m 49 jaar 527,77 579,51
50 t/m 54 jaar 581,47 654,68
55 t/m 59 jaar 745,85 744,64
60 t/m 64 jaar 834,59 815,40
65 t/m 69 jaar 1.079,06 925,12
70 t/m 74 jaar 1.357,92 1.094,55
75 t/m 79 jaar 1.485,80 1.234,90
80 t/m 84 jaar 1.490,03 1.252,31
85 t/m 89 jaar 1.384,47 1.145,19
90 jaar en ouder 1.143,66 885,03
b. de volgende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per FKG 2006:
  FKG 2006 Gewicht in euro's
  FKG-onbekend 0,00
0 Geen FKG  
1 Glaucoom 92,72
2 Schildklieraandoeningen 232,00
3 Hoog cholesterol 151,17
4 Diabetes IIb (laag intensief) 287,10
5 Cara 417,76
6 Diabetes IIa (hoog intensief) 402,31
7 Epilepsie 492,76
8 Ziekte van Crohn/colitis ulcerosa 794,88
9 Hartaandoeningen 953,50
10 Reuma 1.286,58
11 Parkinson 842,11
12 Diabetes I 963,03
13 Transplantaties 1.684,40
14 Cystic fibrosis en pancreasaandoeningen 1.352,94
15 Neuromusculaire aandoeningen 821,17
16 HIV / AIDS 1.358,03
17 Nieraandoeningen / ESRD 3.958,93

Het college berekent het gewicht variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde voor de FKG 2006 0 door de totale aantallen verzekerden per FKG 2006 1 tot en met 17 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden FKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
c. de volgende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per DKG 2006:
DKG 2006 Gewicht in euro's
DKG-onbekend 0,00
0 Geen DKG  
1 1.050,94
2 1.475,89
3 1.754,12
4 1.857,02
5 2.374,36
6 2.999,31
7 3.583,00
8 3.787,78
9 4.197,67
10 5.414,32
11 7.220,32
12 7.226,71
13 14.256,10

Het college berekent het gewicht variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde voor de DKG 2006 0 door de totale aantallen verzekerden per DKG 2006 1 tot en met 13 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden DKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
d. de volgende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006:
Aard van het inkomenklasse 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
Gewichten in euro's            
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   454,71 456,69 463,81 376,94  
3. Bijstandsgerechtigden   147,46 135,07 169,65 84,96  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   50,52 –14,48 – 8,50 –83,23  
5. Zelfstandigen   –59,08 –99,54 –151,67 –226,09  
6. Referentiegroep            

Het college berekent het gewicht variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per leeftijdscategorie voor de referentiegroep door de totale aantallen verzekerden van de aard van het inkomenklasse 2 tot en met 5 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden per leeftijdsklasse van de referentiegroep, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
e. de volgende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2006:
Regioklasse 2006 Voormalig ziekenfonds verzekerd Voormalig particulier verzekerd
Gewicht in euro’s    
Klasse 1 71,65 –4,14
Klasse 2 51,52 –17,21
Klasse 3 33,77 –24,74
Klasse 4 24,15 –30,61
Klasse 5 15,82 –34,49
Klasse 6 4,79 –33,06
Klasse 7 –0,77 –41,24
Klasse 8 –7,05 –32,70
Klasse 9 –16,03 –40,26
Klasse 10 –22,59 –47,82
2.
Het college bepaalt op basis van de opgave herziene jaarstaat 2006 per 1 juli 2009 en het opbrengstresultaat 2006, zoals vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit per zorgverzekeraar en voor het totaal van de zorgverzekeraars de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006 met inachtneming van de artikelen 3.7 en 3.8 van de Regeling zorgverzekering.
3.
Het college herberekent het normatieve bedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006 voor het totaal van alle verzekerden van alle zorgverzekeraars 2006 op de wijze zoals beschreven in artikel 7, gebruik makend van de gewichten uit het eerste lid en de verzekerdenaantallen zoals bepaald in artikel 20b.
4.
Het college herberekent de schalingsfactor variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006 door de totale variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp te delen door het herberekende macro-deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp.
5.
Het college herberekent alle gewichten uit het eerste lid door deze te vermenigvuldigen met de herberekende schalingsfactor variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006.
6.
Het college vermenigvuldigt de in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse 2006 met de aantallen verzekerden per overeenkomstige risicoklasse 2006, zoals vastgesteld in artikel 20b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.
7.
De in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde 2006 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per FKG 2006, zoals vastgesteld in artikel 20b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.
8.
De in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde 2006 worden per overeenkomstige DKG 2006 vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per DKG 2006, zoals vastgesteld in artikel 20b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zevende lid.
9.
De in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per aard van het inkomenklasse per zorgverzekeraar, zoals vastgesteld in artikel 20b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.
10.
De in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2006, worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per regioklasse 2006 per zorgverzekeraar, zoals vastgesteld in artikel 20b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.
11.
Het college past een hoge kostencompensatie toe overeenkomstig artikel 3.11 van de Regeling zorgverzekering.
12.
Vervolgens past het college op de volgende wijze een generieke verevening toe:
a. Per zorgverzekeraar wordt het verschil bepaald tussen de kosten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp als resultaat van het tweede lid en het resultaat van het elfde lid. Vervolgens komt 30 procent van dit verschil in aanmerking voor verevening.
b. Door sommering van de onder a verkregen bedragen over alle zorgverzekeraars ontstaat het totale bedrag voor de verevening. Dit totale bedrag wordt gedeeld door het aantal verzekerden voor 2006 voor alle zorgverzekeraars, waaruit een gemiddeld bedrag per verzekerde resulteert. Per zorgverzekeraar wordt deze uitkomst vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 van de zorgverzekeraar.
c. Vervolgens worden het deelbedrag, verkregen in het elfde lid, en het verschil tussen de uitkomsten, verkregen onder a en b, opgeteld.
13.
Daarna calculeert het college per zorgverzekeraar 35 procent na op het verschil tussen de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en specialistische hulp, verkregen in het tweede lid en het resultaat van het twaalfde lid, onder c.
14.
Het resultaat van het dertiende lid wordt aangeduid als het tweede voorlopige herberekende deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten specialistische hulp 2006.
Artikel 20d. De tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Het college herberekent op basis van de opgave herziene jaarstaat 2006 per 1 juli 2009 en het opbrengstresultaat 2006 zoals vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit, het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 overeenkomstig artikel 17. Het resultaat wordt aangeduid als het tweede voorlopige herberekende deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006.
1.
Voor de tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag kosten van overige prestaties hanteert het college als uitgangspunten:
a. de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per risicoklasse 2006:
Risicoklasse Gewicht in euro’s Gewicht in euro’s
  Mannen Vrouwen
0 t/m 4 jaar 426,41 392,69
5 t/m 9 jaar 494,24 446,56
10 t/m 14 jaar 499,61 498,75
15 t/m 19 jaar 442,44 504,87
20 t/m 24 jaar 340,83 492,96
25 t/m 29 jaar 353,69 685,86
30 t/m 34 jaar 373,89 801,26
35 t/m 39 jaar 416,70 626,77
40 t/m 44 jaar 444,12 516,14
45 t/m 49 jaar 501,42 590,10
50 t/m 54 jaar 546,97 652,18
55 t/m 59 jaar 624,95 722,14
60 t/m 64 jaar 672,33 777,84
65 t/m 69 jaar 817,15 858,00
70 t/m 74 jaar 926,62 974,42
75 t/m 79 jaar 1.078,63 1.105,09
80 t/m 84 jaar 1.207,50 1.249,02
85 t/m/ 89 jaar 1.369,37 1.419,54
90 jaar en ouder 1.594,47 1.653,90
b. de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per FKG 2006:
  FKG 2006 Gewicht in euro's
  FKG onbekend 0,00
0 Geen FKG  
1 Glaucoom 262,67
2 Schildklieraandoeningen 198,53
3 Hoog cholesterol 593,90
4 Diabetes IIb (laag intensief) 584,18
5 Cara 854,89
6 Diabetes IIa (hoog intensief) 1.316,00
7 Epilepsie 1.131,80
8 Ziekte van Crohn/colitis ulcerosa 1.160,60
9 Hartaandoeningen 1.143,19
10 Reuma 1.595,19
11 Parkinson 2.563,80
12 Diabetes I 2.487,17
13 Transplantaties 3.445,05
14 Cystic fibrosis en pancreasaandoeningen 3.933,16
15 Neuromusculaire aandoeningen 7.170,77
16 HIV / AIDS 9.645,16
17 Nieraandoeningen / ESRD 3.732,09

Het college berekent het gewicht kosten van overige prestaties per verzekerde voor de FKG 2006 0 door de totale aantallen verzekerden per FKG 2006 1 tot en met 17 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden FKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
c. de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per DKG 2006:
DKG 2006 Gewicht in euro's
DKG-onbekend 0,00
0 Geen DKG  
1 306,43
2 582,46
3 740,51
4 926,91
5 745,97
6 791,90
7 1.409,86
8 2.021,58
9 2.081,80
10 2.193,90
11 2.927,02
12 2.465,31
13 –10,90

Het college berekent het gewicht kosten van overige prestaties per verzekerde voor de DKG 2006 0 door de totale aantallen verzekerden per DKG 2006 1 tot en met 13 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden DKG 2006 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
d. de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006:
Aard van het inkomenklasse Gewichten in euro's 0–14 jaar 15–34 jaar 35–44 jaar 45–54 jaar 55–64 jaar 65 jaar en ouder
1. 0 t/m 14 jaar of 65 jaar en ouder 0,00         0,00
2. Arbeidsongeschikten   426,27 440,31 448,11 316,40  
3. Bijstandsgerechtigden   47,65 129,18 201,78 69,59  
4. WW, ANW (AWW) en overige uitkeringsgerechtigden   38,44 16,65 0,56 –49,14  
5. Zelfstandigen   –45,26 –76,11 –113,02 –156,82  
6. Referentiegroep            

Het college berekent het gewicht overige prestaties per verzekerde per leeftijdscategorie voor de referentiegroep aard van het inkomen door de totale aantallen verzekerden van de aard van het inkomenklasse 2006 2 tot en 5 te vermenigvuldigen met de overeenkomstige gewichten, de resultaten daarvan te sommeren en vervolgens te delen door het totaal aantal verzekerden per leeftijdsklasse van de referentiegroep aard van het inkomen, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.
e. de volgende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2006:
Regioklasse 2006 Voormalig ziekenfonds verzekerd Voormalig particulier verzekerd
Gewicht in euro’s    
Klasse 1 16,35 –21,89
Klasse 2 19,68 –16,13
Klasse 3 16,85 –18,24
Klasse 4 18,41 –15,01
Klasse 5 13,13 –15,62
Klasse 6 10,71 –12,93
Klasse 7 9,02 –12,13
Klasse 8 2,85 –16,08
Klasse 9 –9,72 –13,11
Klasse 10 –23,74 –26,65
2.
Het college bepaalt op basis van de opgave herziene jaarstaat 2006 per 1 juli 2009 de kosten van overige prestaties 2006 met inachtneming van artikel 3.7 van de Regeling zorgverzekering.
3.
Het college herberekent het normatieve bedrag kosten van overige prestaties 2006 voor het totaal van alle verzekerden 2006 van alle zorgverzekeraars op de wijze zoals beschreven in artikel 9, gebruik makend van de gewichten uit het eerste lid.
4.
Het college herberekent de schalingsfactor kosten van overige prestaties 2006 door de som van de kosten van overige prestaties 2006 van alle zorgverzekeraars, zoals bepaald in het tweede lid, te delen door het normatieve bedrag kosten van overige prestaties 2006 voor het totaal van alle verzekerden 2006 van alle zorgverzekeraars, zoals berekend in het derde lid en de verzekerdenaantallen zoals bepaald in artikel 20b.
5.
Het college herberekent alle gewichten uit het eerste lid door deze te vermenigvuldigen met de herberekende schalingsfactor overige prestaties 2006, en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen.
6.
De herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde 2006 worden per overeenkomstige risicoklasse naar leeftijd en geslacht vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per risicoklasse per zorgverzekeraar, zoals vastgesteld in artikel 20b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.
7.
De herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per FKG 2006 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per FKG 2006 per zorgverzekeraar, zoals vastgesteld in artikel 20b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.
8.
De herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per DKG 2006 worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per DKG 2006 per zorgverzekeraar, zoals vastgesteld in artikel 20b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zevende lid.
9.
De herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per aard van het inkomenklasse per zorgverzekeraar, zoals vastgesteld in artikel 20b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.
10.
De gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2006 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2006 per regioklasse 2006 per zorgverzekeraar, zoals vastgesteld in artikel 20b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.
11.
Het college past een hoge kostencompensatie toe overeenkomstig artikel 3.11 van de Regeling zorgverzekering.
12.
Het resultaat van het elfde lid wordt aangeduid als het tweede voorlopige herberekende deelbedrag kosten van overige prestaties 2006.
1.
Het college herberekent de gewichten no-claimteruggave voor de tweede maal op basis van de verzekerden aantallen 2006 en de door de zorgverzekeraars uitgekeerde no-claimteruggave 2006 op 1 april 2007 inclusief de correctie op 1 april 2008, zoals verantwoord in de opgave jaarstaat 2007 per 1 juni 2008, op de volgende wijze:
a. Het college herberekent de landelijke gemiddelde no-claimteruggave per verzekerde van 18 jaar en ouder 2006 door de som van de no-claimteruggaven 2006 over alle zorgverzekeraars te delen door som van de aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 van alle zorgverzekeraars.
b. Het college herberekent de normatieve no-claimteruggave 2006 voor alle verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 overeenkomstig artikel 10 op basis van de bij het college bekende totale verzekerdenaantallen naar de in artikel 10 genoemde risicoklassen naar leeftijd en geslacht 2006, naar aard van het inkomenklassen 2006 en naar regioklassen 2006.
c. Het college herberekent voor de tweede maal de no-claimschalingsfactor 2006 door de landelijke gemiddelde no-claimteruggave per verzekerde van 18 jaar en ouder 2006, berekend in onderdeel a, te vermenigvuldigen met het totaal aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006, en dat vervolgens weer te delen door de normatieve no-claimteruggave voor alle verzekerden van 18 jaar en ouder 2006, berekend in onderdeel b, en deze no-claimschalingsfactor 2006 vervolgens af te ronden op zes decimalen.
d. Het college herberekent voor de tweede maal de gewichten no-claimteruggave per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2006, per aard van het inkomenklasse 2006 en per regioklasse 2006 door de overeenkomstige gewichten uit artikel 10 te vermenigvuldigen met de no-claimschalingsfactor 2006, herberekend in onderdeel c, en deze vervolgens op twee decimalen af te ronden.
2.
Het college herberekent de normatieve no-claimteruggave voor de tweede maal voorlopig als volgt:
a. Per zorgverzekeraar worden de op grond van het eerste lid, onderdeel d, herberekende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2006 per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met de aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder in 2006 per risicoklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.
b. Per zorgverzekeraar worden de op grond van het eerste lid, onderdeel d, herberekende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2006 per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 per aard van het inkomenklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van onderdeel a.
c. Per zorgverzekeraar worden de op grond van het eerste lid, onderdeel d, herberekende gewichten no-claimteruggave per verzekerde per regioklasse 2006 per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 per regioklasse 2006. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van onderdeel b.
d. Het resultaat van onderdeel c wordt aangeduid als de tweede voorlopig herberekende normatieve no-claimteruggave 2006.
1.
Het college herberekent het normatieve bedrag 2006 voor de tweede maal voorlopig als de som van het tweede voorlopige herberekende deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, het tweede voorlopige herberekende deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 en het tweede voorlopig herberekende deelbedrag kosten van overige prestaties 2006.
2.
Het college trekt van de som van het tweede voorlopige deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, het tweede voorlopig herberekende deelbedrag kosten van overige prestaties 2006 en de tweede voorlopig herberekende normatieve no-claimteruggave 2006 af de som van de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, zoals bepaald in artikel 20c, tweede lid, de kosten van overige prestaties 2006, zoals bepaald in artikel 20e, tweede lid en de verantwoorde no-claimteruggave 2006.
3.
Indien het in het tweede lid bepaalde bedrag groter is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 maal 35 euro, dan trekt het college 90 procent van het meerdere af van het voor de tweede maal herberekende normatieve bedrag 2006.
4.
Indien het in het tweede lid bepaalde bedrag kleiner is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder maal –35 euro, dan voegt het college 90 procent van het verschil toe aan het voor de tweede maal herberekende normatieve bedrag 2006.
5.
Het college herberekent voor de tweede maal de opbrengst van de nominale rekenpremie per zorgverzekeraar door de verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 per zorgverzekeraar, volgens artikel 20b, derde lid, te vermenigvuldigen met de nominale rekenpremie 2006. Het college vermindert het resultaat van de opbrengst nominale rekenpremie met een detentiefactor, vanwege gederfde inkomsten voor verzekerden van wie de zorgverzekering is opgeschort overeenkomstig artikel 24 van de Zorgverzekeringswet en waarvoor zorgverzekeraars geen nominale premies ontvangen. Het CVZ berekent de detentiefactor door het aantal gedetineerden 2006 zoals vermeld door het CBS in Statline te delen door het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006, zoals vastgesteld in artikel 20b, derde lid.
6.
Het college herberekent voor de tweede maal de aanvulling op de bijdrage voor de uitkering in verband met uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar door het aantal verzekerden jonger dan 18 jaar 2006, volgens artikel 20b, derde lid, te vermenigvuldigen met 50 euro.
7.
Het college herberekent de bijdrage 2006 voor de tweede maal door van het voor de tweede maal herberekende normatieve bedrag 2006, inclusief de aanvulling voor de uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar en inclusief de normatieve no-claimteruggave, de opbrengst van de nominale rekenpremie af te trekken.
8.
Het college stelt de bijdrage 2006 voor de tweede maal voorlopig vast ter hoogte van de in het vorige lid berekende bijdrage.
1.
Naast de bijdrage 2006 zoals vastgesteld op grond van artikel 20g, achtste lid, keert het college de extra middelen, bedoeld in artikel 3.1, eerste en tweede lid, van de Regeling zorgverzekering zoals van toepassing in 2006, uit.
2.
De extra middelen ten behoeve van het macro-deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van medisch specialistische hulp verdeelt het college als volgt:
a. Het college berekent een bedrag per verzekerde door de extra middelen ten behoeve van het macro-bedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van medisch te delen door het landelijk aantal verzekerden in FKG-klasse 0 2006.
b. Het college vermenigvuldigt per zorgverzekeraar het aantal verzekerden 2006 in de FKG-klasse 0 2006 met het onder a berekende bedrag.
3.
De extra middelen ten behoeve van het macro-deelbedrag kosten van overige prestaties verdeelt het college als volgt:
a. Het college berekent een bedrag per verzekerde door de extra middelen ten behoeve van het macro-bedrag kosten van overige prestaties te delen door het landelijk aantal verzekerden in FKG-klasse 0 2006.
b. Het college vermenigvuldigt per zorgverzekeraar het aantal verzekerden 2006 in de FKG-klasse 0 2006 met het onder a berekende bedrag.
4.
Het college stelt per zorgverzekeraar de extra bijdrage, bedoeld in het eerste lid, vast als de som van het resultaat van het tweede lid onder b en het resultaat van het derde lid onder b.
Artikel 21. Algemene bepaling [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Het college herberekent het normatieve bedrag definitief op basis van de correcties die de Nederlandse Zorgautoriteit heeft toegepast op de opgave herziene jaarstaat 2006, de opgave no-claimteruggave 2006 in de jaarstaat 2007, de opgave hoge kosten compensatie 2006 en de opbrengstverrekening 2006.
Artikel 22 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Het college herberekent definitief het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006 overeenkomstig artikel 20c, met inachtneming van artikel 21.
Artikel 23 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Het college herberekent definitief het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 overeenkomstig artikel 20d, met inachtneming van artikel 21.
Artikel 24 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Het college herberekent definitief het deelbedrag kosten van overige prestaties 2006 overeenkomstig artikel 20e, met inachtneming van artikel 21.
Artikel 25 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Het college herberekent definitief de normatieve no-claimteruggave 2006, overeenkomstig artikel 20f, met inachtneming van artikel 21.
1.
Het college herberekent het normatieve bedrag 2006 definitief als de som van het definitieve deelbedrag 2006 variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, het definitieve deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2006 en het definitieve deelbedrag kosten van overige prestaties 2006.
2.
Het college trekt van de som van het definitieve deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, het definitieve deelbedrag kosten van overige prestaties 2006 en de definitieve normatieve no-claimteruggave 2006 af de som van de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2006, zoals bepaald in artikel 22, tweede lid, de kosten van overige prestaties 2006, zoals bepaald in artikel 24, tweede lid en de definitieve no-claimteruggave 2006.
3.
Indien het in het tweede lid bepaalde bedrag groter is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 maal € 35, dan trekt het college 90% van het meerdere af van het definitieve normatieve bedrag 2006.
4.
Indien het in het tweede lid bepaalde bedrag kleiner is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 maal – € 35, dan voegt het college 90% van het verschil toe aan het definitieve normatieve bedrag 2006.
5.
Het college bepaalt de definitieve opbrengst van de nominale rekenpremie per zorgverzekeraar door de verzekerden van 18 jaar en ouder 2006 per zorgverzekeraar te vermenigvuldigen met de nominale rekenpremie 2006. Het college vermindert het resultaat van de opbrengst nominale rekenpremie met een detentiefactor, vanwege gederfde inkomsten voor verzekerden van wie de zorgverzekering is opgeschort overeenkomstig artikel 24 van de Zorgverzekeringswet en waarvoor zorgverzekeraars geen nominale premies ontvangen. Het CVZ berekent de detentiefactor door het aantal gedetineerden 2006 zoals vermeld door het CBS in Statline te delen door het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2006, zoals vastgesteld in artikel 20b, derde lid.
6.
Het college berekent de definitieve aanvulling op de bijdrage voor de uitkering in verband met uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar door het aantal verzekerden jonger dan 18 jaar 2006 te vermenigvuldigen met € 50.
7.
Het college berekent de bijdrage 2006 definitief door van het definitieve normatieve bedrag 2006, inclusief de aanvulling voor uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar en inclusief de definitieve normatieve no-claimteruggave, de opbrengst van de nominale rekenpremie af te trekken.
8.
Het college stelt de bijdrage 2006 vast ter hoogte van de in het vorige lid definitief berekende bijdrage.
Artikel 26a [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Naast de bijdrage zoals vastgesteld in artikel 26 keert het college de extra middelen uit overeenkomstig artikel 20h.
1.
Bij gelegenheid van de vaststelling van de bijdrage 2006 als bedoeld in artikel 26 stelt het college per zorgverzekeraar ook de uitkering 2006 vast voor de kosten die op grond van de Zorgverzekeringswet naar het werkelijke bedrag door het college worden vergoed.
2.
In afwachting van de vaststelling van de uitkering 2006 voor de kosten die op grond van de Zorgverzekeringswet naar het werkelijke bedrag door het college worden vergoed, stelt het college bij de voorlopige vaststelling van de bijdrage 2006 bedoeld in artikel 20 ook de voorlopige uitkering 2006 voor de kosten die op grond van de Zorgverzekeringswet naar het werkelijke bedrag door het college worden vergoed, vast.
1.
Het college betaalt de zorgverzekeraars de bijdrage, bedoeld in artikel 11, derde lid, uit, verminderd met het bedrag voor de geraamde normatieve no-claimteruggave. Het college maakt bij de betalingen onderscheid naar de volgende bestanddelen:
a. het deel van het normatieve bedrag 2006 dat betrekking heeft op het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp en het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging, met uitzondering van het deelbedrag samenhangend met de academische component, bedoeld in artikel 8, vierde lid;
b. het deelbedrag samenhangend met de academische component, bedoeld in artikel 8, vierde lid;
c. het deel van het normatieve bedrag 2006 dat betrekking heeft op het deelbedrag kosten van overige prestaties;
d. een aftrekpost voor de geraamde opbrengst van de nominale rekenpremie.
2.
Het college betaalt de zorgverzekeraars de uitkering in verband met uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar, bedoeld in artikel 11, vierde lid.
3.
Het college betaalt de zorgverzekeraars de normatieve no-claimteruggave bedoeld in artikel 13, tweede lid, onder e.
4.
Voor de betaling van de kosten, die op grond van de Zorgverzekeringswet naar werkelijke kosten worden vergoed, kan het college ambtshalve een bedrag vaststellen, waarmee de betaling aan de zorgverzekeraars wordt verhoogd.
5.
Indien toepassing van het eerste, tweede dan wel vierde lid leidt tot een negatief saldo, verrekent het college het negatieve saldo, voor zover mogelijk, met de betalingen bedoeld in artikel 29, eerste lid. Het college verrekent het negatieve saldo totdat de vordering volledig is voldaan.
1.
Bij gelegenheid van de voorlopige vaststelling van de bijdrage, bedoeld in artikel 20, achtste lid, stelt het college het volgende vast:
a. De hoogte van het bedrag van de door de zorgverzekeraar ingevorderde boetes op grond van artikel 96 Zorgverzekeringswet;
b. Het vergoedingsbedrag waar de zorgverzekeraar voor de door hem zelf ingevorderde boetes op grond van artikel 96, zesde lid, Zorgverzekeringswet recht op heeft;
c. Het deel van het bedrag bedoeld onder a dat de zorgverzekeraar aan het Zorgverzekeringsfonds moet afdragen;
d. Het deel van het bedrag van de door het college zelf op grond van artikel 96 Zorgverzekeringswet ingevorderde boetes waar de zorgverzekeraar als vergoeding recht op heeft.
2.
Het college verrekent de som van de onderdelen c en d uit het eerste lid zo mogelijk met de op grond van artikel 20, achtste lid, voorlopig vastgestelde bijdrage.
3.
Indien verrekening, als bedoeld in het tweede lid, niet mogelijk blijkt, vordert het college het door de zorgverzekeraar af te dragen bedrag bij de zorgverzekeraar in, dan wel betaalt het college het door de zorgverzekeraar te ontvangen bedrag, aan de zorgverzekeraar na.
4.
Bij gelegenheid van de tweede voorlopige vaststelling stelt het college opnieuw de hoogte van de in 2006 ingevorderde boetes vast, overeenkomstig de opgave van de zorgverzekeraars in de jaarstaat 2006 met inachtneming van correcties door de Nederlandse Zorgautoriteit.
5.
Het college verrekent zo mogelijk, na toepassing van het vierde lid en overeenkomstig het tweede lid, de som van de onderdelen c en d uit het eerste lid met de op grond van artikel 20f, achtste lid, voor de tweede maal voorlopig vastgestelde bijdrage.
1.
Bij gelegenheid van de voorlopige vaststelling van de bijdrage, bedoeld in artikel 20, achtste lid, stelt het college het bedrag aan compensatie vast volgens artikel 3.15a van de Regeling zorgverzekering , voor iedere verzekerde ten aanzien van wie niet aan de premieplicht, bedoeld in artikel 16 van de Zorgverzekeringswet, is of wordt voldaan. De zorgverzekeraar ontvangt de compensatie onder de voorwaarde dat is voldaan aan het bepaalde in artikel 3.18 van het Besluit zorgverzekering. Bij de voorlopige vaststelling baseert het college zich voor de vaststelling van de compensatie op de voorlopige opgave van de zorgverzekeraars per 1 juni 2007 over het aantal wanbetalers in 2006.
2.
Het college stelt de compensatie, bedoeld in het eerste lid, als volgt vast:
a. Het college stelt per zorgverzekeraar het totale bedrag aan openstaande premievorderingen vast.
b. Het college berekent het bedrag van de premievordering dat ten laste komt van de zorgverzekeraar zelf door het aantal wanbetalers te vermenigvuldigen met de nominale rekenpremie over 6 maanden.
c. Het college stelt de voorlopige compensatie vast door het bedrag onder b in mindering te brengen op het bedrag onder a.
3.
De door de zorgverzekeraars te ontvangen compensatie, bedoeld in het tweede lid, onder c, verrekent het college zo mogelijk met de op grond van artikel 20, zesde lid, voorlopig vastgestelde bijdrage.
1.
De bestanddelen genoemd in artikel 28, eerste lid, alsmede de uitkering bedoeld in artikel 28, tweede lid, betaalt het college in termijnen op de eerste werkdag van de maand, overeenkomstig onderstaand betalingsschema:
2.
Het college betaalt de normatieve no-claimteruggave, bedoeld in artikel 13, tweede lid, onder e, aan de zorgverzekeraars in één termijn op de laatste werkdag van de maand maart 2007.
3.
Voor een zorgverzekeraar, die zich op grond van artikel 25 Zorgverzekeringswet aanmeldt bij het College van toezicht op de zorgverzekeringen nadat het College voor zorgverzekeringen de bijdragen voor de zorgverzekeraars heeft toegekend, kan het college voor die zorgverzekeraar afwijken van het betalingsschema in het eerste lid.
4.
In bijzondere omstandigheden, wanneer de betalingen voor een zorgverzekeraar kennelijk ontoereikend zijn, kan het college op verzoek van die zorgverzekeraar de betalingen verhogen. Indien de betalingen kennelijk ontoereikend zijn wegens toename van het aantal verzekerden dat bij de zorgverzekeraar is ingeschreven, voldoet het college aan een verzoek van de zorgverzekeraar om verhoging van de betalingen, wanneer die toename tenminste 5 procent bedraagt, met een minimum van 3.000 verzekerden, ten opzichte van het verzekerdenaantal dat aan de berekening van de bijdrage ten grondslag heeft gelegen. Het minimum van 3.000 verzekerden geldt niet als de toename 25 procent of meer bedraagt.
1.
Indien het college de bijdragen voor de zorgverzekeraars herziet, op grond van artikel 14, herziet het college ook de te betalen termijnen overeenkomstig artikel 29. Het college verrekent het verschil tussen de reeds betaalde termijnen en de herziene termijnen op de eerste werkdag van de maand juli 2006.
2.
Indien het college de bijdrage voorlopig vaststelt, op grond van hoofdstuk III, herziet het college ook de te betalen termijnen overeenkomstig artikel 29. Op de eerste werkdag van de maand november 2007 verrekent het college het verschil tussen de voor het jaar 2006 betaalde termijnen en de herziene termijnen.
3.
Indien het college de bijdrage voor de tweede maal voorlopig vaststelt op grond van hoofdstuk IIIa, herziet het college ook de te betalen termijnen overeenkomstig artikel 29. Op de eerste werkdag van de maand oktober 2009 verrekent het college het verschil tussen de voor het jaar 2006 betaalde termijnen en de herziene termijnen.
4.
Na de vaststelling van de bijdrage, op grond van hoofdstuk IV, herziet het college de definitief te betalen termijnen overeenkomstig artikel 29. Het college verrekent het verschil tussen de herziene termijnen, bedoeld in het vorige lid, met de definitief te betalen termijnen.
5.
Indien toepassing van onderscheidenlijk het eerste, tweede en derde lid resulteert in een positief saldo voor de zorgverzekeraar, betaalt het college dat saldo ineens aan de zorgverzekeraar, behoudens een eventuele verrekening met een vordering op de zorgverzekeraar uit hoofde van de Zorgverzekeringswet dan wel de AWBZ .
6.
Indien toepassing van onderscheidenlijk het eerste, tweede en derde lid resulteert in een negatief saldo voor de zorgverzekeraar, wordt dat saldo ineens door de desbetreffende zorgverzekeraar aan het college terugbetaald, behoudens voor zover het college het bedrag heeft verrekend met enige vordering op de zorgverzekeraar op grond van de Zorgverzekeringswet dan wel de AWBZ .
1.
De zorgverzekeraar en het college zijn over en weer rente verschuldigd en hebben over en weer aanspraak op rente over de verschillen, bedoeld in artikel 30.
2.
De rente, bedoeld in het eerste lid, wordt bij de voorlopige en definitieve vaststelling van de uitkering door het college verwerkt en zo mogelijk verrekend met andere betalingen die uit deze vaststellingen voortvloeien.
1.
Bij de verrekening van verschillen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, berekent het college rente over het verschil vanaf de datum waarop het verschil is ontstaan tot de datum waarop de verschillen worden verrekend.
2.
Bij de verrekening van de verschillen, bedoeld in artikel 30, tweede lid, berekent het college rente vanaf de betaaldatum, genoemd in artikel 29, eerste en tweede lid, tot de datum van de voorlopige vaststelling van de bijdrage.
3.
Bij de verrekening van de verschillen, bedoeld in artikel 30, derde lid, berekent het college rente vanaf de betaaldatum, genoemd in artikel 29, eerste en tweede lid, tot de datum van de tweede voorlopige vaststelling van de bijdrage.
4.
Bij de verrekening van de verschillen, bedoeld in artikel 30, derde lid, berekent het college rente vanaf de betaaldatum, genoemd in artikel 29, eerste en tweede lid tot de datum van de definitieve vaststelling van de bijdrage.
5.
Voor een zorgverzekeraar waarvoor krachtens artikel 29, derde en vierde lid, afwijkende betalingen hebben plaatsgevonden, kan het college bij de renteberekening afwijken van de vorige leden.
6.
Voor het rentepercentage gaat het college uit van het gemiddelde van de maandrentes van het Euro Interbank Offered Rate (Euribortarief) voor driemaands termijngelden zonder onderpand over de periodes, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid. Voor de laatste kalendermaand vóór de betaling wordt uitgegaan van de rente over de voorafgaande kalendermaand. Het percentage wordt verhoogd met 0,3 procentpunt bij een voor de zorgverzekeraar positief saldo, als bedoeld in artikel 30, vierde lid. Het percentage wordt verlaagd met 0,3 procentpunt bij een voor de zorgverzekeraar negatief saldo, als bedoeld in artikel 30, vijfde lid.
7.
De rente betreft een samengestelde rente en wordt op maandbasis berekend.
Bij de berekening wordt een maand op 30 en een jaar op 360 dagen gesteld.
8.
Indien de situatie zich voordoet dat het in deze paragraaf bedoelde Euro Interbank Offered Rate (Euribortarief) niet meer kan worden toegepast, zal een zoveel als mogelijk overeenkomstig tarief worden gehanteerd.
Artikel 33 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.
Artikel 34 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2008]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2006.
Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van 13 september 2005, onder nummer Z/F-2617684.
De
voorzitter
De
algemeen directeur