Regeling achtergestelde lening opvanginstrument
De Pensioen- & Verzekeringskamer;
Gelet op artikel 147k, vijfde lid, laatste volzin, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993,
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
wet: de
Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 ;
c.
schuldenaar: de opvanginstelling;
Artikel 2
Indien de Pensioen- & Verzekeringskamer met betrekking tot een verzekeraar als bedoeld in
artikel 147a, eerste lid, van de wet heeft bepaald dat aan de opvanginstelling een bedrag wordt verstrekt in de vorm van een achtergestelde lening, als bedoeld in
artikel 147k, vijfde lid, tweede volzin, van de wet, en de verzekeraar het bedrag van de aanslag, als bedoeld in
artikel 147k, zevende lid, eerste volzin, van de wet, heeft voldaan, gelden met betrekking tot de achtergestelde lening de bepalingen van de
artikelen 3 tot en met 12, met inachtneming van
artikel 1.
Artikel 3
Schuldeiser heeft door het voldoen van de aanslag, als bedoeld in
artikel 147k, zevende lid, eerste volzin, van de wet, aan schuldenaar het bedrag van de lening ter leen verstrekt. Schuldenaar heeft dit bedrag van schuldeiser ter leen ontvangen en is dit bedrag deswege aan schuldeiser schuldig.
Artikel 4
Schuldeiser kan met toestemming van schuldenaar zijn vordering uit hoofde van deze lening geheel of gedeeltelijk aan een ander overdragen. Voor het overgedragen gedeelte wordt deze ander dan, in afwijking van
artikel 1, onderdeel b, als schuldeiser aangemerkt.
Artikel 5
De lening geldt voor onbepaalde tijd.
1.
Schuldeiser kan de lening alleen opeisen in geval van:
a.
vereffening van schuldenaar;
2.
In een geval als bedoeld in het eerste lid zal schuldenaar de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de lening eerst verrichten en zal schuldeiser de betaling eerst aanvaarden nadat de bestaande en toekomstige vorderingen van alle andere crediteuren van schuldenaar, behoudens de achtergestelde vorderingen van de andere schuldeisers als bedoeld in
artikel 1, onderdeel b, en
artikel 4, tweede volzin, ten volle zijn voldaan blijkens schriftelijke verklaring van de vereffenaars onderscheidenlijk het bestuur van schuldenaar.
1.
Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de lening kan, onverminderd
artikel 6, door schuldenaar slechts plaatsvinden en door schuldeiser slechts worden aanvaard na verloop van vijf jaar na de datum van de schriftelijke kennisgeving daartoe door de ene partij aan de andere partij. De termijn van vijf jaar kan uitsluitend worden gewijzigd in een kortere termijn na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Pensioen- & Verzekeringskamer. Het verzoek daartoe wordt ten minste zes maanden voor de beoogde terugbetalingsdatum bij de Pensioen- & Verzekeringskamer ingediend.
2.
Een terugbetaling op grond van dit artikel mag niet in strijd komen met het vergoedingsplan, als bedoeld in
artikel 147l van de wet.
Artikel 8
De rentevergoeding door schuldenaar aan schuldeiser over het bedrag van de lening vindt plaats overeenkomstig het vergoedingsplan, als bedoeld in
artikel 147l van de wet.
Artikel 9
Een beroep op verrekening door schuldeiser van enige vordering uit hoofde van de lening met een schuld aan schuldenaar kan slechts plaatsvinden nadat de bestaande en toekomstige vorderingen van alle andere crediteuren van schuldenaar, behoudens de achtergestelde vorderingen van de andere schuldeisers als bedoeld in
artikel 1, onderdeel b, en
artikel 4, tweede volzin, ten volle zijn voldaan blijkens schriftelijke verklaring van het bestuur van schuldenaar.
Artikel 10
Onverminderd de
artikelen 147k en
147l van de wet en de bepalingen van deze regeling gelden met betrekking tot de lening de bepalingen van het burgerlijk recht die met betrekking tot verbintenissen uit geldlening van toepassing zijn.
Artikel 11
Schuldeiser en schuldenaar kunnen bij schriftelijke overeenkomst afwijken van de ingevolge deze regeling op de lening toepasselijke bepalingen, mits voor deze overeenkomst de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Pensioen- & Verzekeringskamer is verkregen.
Artikel 12
Schuldenaar verstrekt schuldeiser een schriftelijk bewijs van de lening. In het bewijs wordt naar deze regeling verwezen.
Artikel 13
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 14
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling achtergestelde lening opvanginstrument.
Apeldoorn, 18 december 2001
Pensioen- & Verzekeringskamer ,