1.
Het college is bevoegd uit eigen beweging en verplicht desgevraagd, onverminderd
artikel 107 van de Vreemdelingenwet 2000, uit de administratie terzake van de uitvoering van deze wet aan de hieronder vermelde instanties kosteloos de gegevens te verstrekken:
c.
het college van andere gemeenten voor de uitvoering van deze wet, de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen ;
e.
derden die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de arbeidsinschakeling van personen bevorderen;
f.
buitenlandse organen voor de vervulling van een taak van zwaarwegend algemeen belang;
g.
bestuursorganen van Aruba, Curaçao, en Sint Maarten voor de vervulling van een taak van zwaarwegend algemeen belang;
h.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de uitvoering van de
Wet inburgering ;
i.
Onze Minister van Veiligheid en Justitie in verband met de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen.
2.
Het verstrekken door het college aan de in het eerste lid bedoelde instanties van de in het eerste lid bedoelde gegevens kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
3.
De in het eerste lid bedoelde gegevensverstrekking vindt niet plaats indien de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen daardoor onevenredig wordt geschaad.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de gevallen waarin en de wijze waarop in ieder geval gegevens dienen te worden verstrekt.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere instanties dan genoemd in het eerste lid worden aangewezen ten behoeve waarvan de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, eveneens gelden.