Artikel 136
De behandeling van de zaken, bedoeld in de artikelen 128 en 129, geschiedt overeenkomstig de gewone regelen, voorzover daarvan niet bij de navolgende artikelen is afgeweken.
Artikel 140
Onverminderd het met betrekking tot gerechtelijke plaatsopneming en bezichtiging in het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalde, is de pachtkamer bevoegd, zo vaak zulks haar nodig voorkomt, in elke stand van de procedure, de staat van de onroerende zaak door een of meer harer leden te doen opnemen, mits de griffier hiervan ten minste twee dagen voor de opneming aan partijen heeft kennis gegeven. Van de opneming wordt proces-verbaal opgemaakt.
Artikel 141
De leden van de pachtkamers en hun plaatsvervangers alsmede de raden in de pachtkamer van het gerechtshof te Arnhem en hun plaatsvervangers kunnen worden gewraakt op de wijze en in de gevallen, als omschreven in de vierde afdeling van de eerste titel van het eerste boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met dien verstande, dat het onderzoek van de redenen van wraking en het beslissen over de wraking geschiedt door de pachtkamer.
Artikel 142
De termijn van hoger beroep van vonnissen bedraagt een maand na de dag van de uitspraak.
Artikel 142a
De pachtkamer van het gerechtshof te Arnhem is bevoegd, indien zij een verschijning van partijen of een getuigenverhoor heeft bevolen, te bepalen dat deze verschijning of dit verhoor zal plaatshebben voor één lid van het gerechtshof en één raad.
Artikel 143
De pachtkamer van het gerechtshof te Arnhem kan de kosten van een plaatsopneming geheel of ten dele ten laste van de Staat brengen.
1.
Met betrekking tot de schriftelijke vastlegging van pachtovereenkomsten of van overeenkomsten tot wijziging of beëindiging van pachtovereenkomsten gelden de volgende bepalingen.
2.
De griffier van de pachtkamer van de rechtbank zendt binnen veertien dagen na de uitspraak van het vonnis, waarbij de overeenkomst schriftelijk wordt vastgelegd, drie gewaarmerkte afschriften van het vonnis aan de bevoegde grondkamer.
3.
De griffier van de pachtkamer van het gerechtshof te Arnhem geeft onverwijld aan de grondkamer kennis van een ingesteld beroep. De grondkamer houdt alsdan de behandeling aan, totdat omtrent de uitslag van het beroep bericht is ontvangen.
4.
Indien de pachtkamer van het gerechtshof in afwijking van de beslissing van de pachtkamer van de rechtbank de overeenkomst niet vastlegt, dan wel niet tot een andere beslissing dan de eerste rechter komt, geeft de griffier daarvan onverwijld kennis aan de bevoegde grondkamer.
5.
Indien de pachtkamer van het gerechtshof te Arnhem, in afwijking van de beslissing van de pachtkamer van de rechtbank, de overeenkomst vastlegt, dan wel de overeenkomst anders vastlegt, zendt de griffier van de pachtkamer van het gerechtshof binnen veertien dagen na de uitspraak van het vonnis drie gewaarmerkte afschriften van het vonnis aan de bevoegde grondkamer.
Artikel 145
De pachtkamers van de rechtbanken en de pachtkamer van het gerechtshof te Arnhem zijn verplicht aan letteren requisitoriaal ten dienste der justitie wettig gevolg te geven.