{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
- Hoofdstuk I. De pachtovereenkomst
+ Hoofdstuk II. Bepalingen van bijzondere aard
+ Hoofdstuk III. Verbodsbepalingen
+ Hoofdstuk IV. Samenstelling en werkwijze van de grondkamers en van de Centrale Grondkamer
+ Hoofdstuk V. Samenstelling en bevoegdheden van de pachtkamers en behandeling van pachtzaken
+ Hoofdstuk VI
+ Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Artikel 54 Pachtwet

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Ook bekend als:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 1 september 2007. U leest nu de tekst die gold op 31 augustus 2007.
1.
De pachtovereenkomst gaat niet van rechtswege teniet door de dood van de verpachter of van de pachter.
2.
Binnen zes maanden na het overlijden van de pachter kunnen diens echtgenoot of geregistreerde partner, ieder van diens bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, ieder van diens pleegkinderen en iedere medepachter zich tot de pachtkamer wenden met de vordering, dat een of meer van hen in de plaats van de overleden pachter de pachtovereenkomst zal mogen voortzetten en de overigen uit de pacht zullen worden ontslagen, of dat de pachtovereenkomst zal worden ontbonden.
3.
Gelijke vordering kan door de verpachter worden gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de pachter. Voorts kan de verpachter de vordering instellen binnen twee maanden na het tijdstip waarop de in het tweede lid bedoelde personen de verpachter bij aangetekende brief van het overlijden van de pachter in kennis hebben gesteld, met dien verstande dat ingeval de in het tweede lid bedoelde vordering is ingesteld, de verpachter de vordering nog kan doen tot twee maanden na het tijdstip waarop de griffier de verpachter van die vordering in kennis heeft gesteld. Is de verpachter niet op grond van de vorige zin in kennis gesteld van het overlijden van de pachter, dan kan hij de vordering ook nog doen binnen twee maanden nadat hij op andere wijze daarvan heeft kennis gekregen.
4.
Na afloop van de in het tweede lid vermelde termijn beslist de pachtkamer na verhoor of behoorlijke oproeping van de belanghebbende.
5.
De pachtkamer beslist naar billijkheid met inachtneming van de overige bepalingen van dit artikel.
6.
De pachtkamer wijst de vordering af, indien de voorgestelde pachter op het tijdstip waarop de vordering aanhangig wordt gemaakt, de leeftijd van vijfenzestig jaren heeft bereikt en de verpachter deswege bezwaar maakt tegen toewijzing van de vordering.
7.
De pachtkamer wijst de vordering af, indien op grond van het gestelde in artikel 5, eerste lid, onder d en e , eerste zinsnede, en met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, tweede en vijfde lid, de goedkeuring aan een nieuwe pachtovereenkomst zou zijn onthouden.
8.
De pachtkamer wijst de vordering af, indien een of meer dergenen door of ten behoeve van wie voortzetting der pachtovereenkomst is gevorderd, niet voldoende waarborgen voor een behoorlijke bedrijfsvoering bieden.
9.
Indien de pachtkamer de vordering zou moeten afwijzen, omdat op grond van het gestelde in artikel 5, eerste lid, onder d en e , eerste zinsnede, de goedkeuring aan een nieuwe pachtovereenkomst zou zijn onthouden, is zij bevoegd de pachtovereenkomst te wijzigen op het punt of de punten, welke die goedkeuring zouden verhinderen. Het bepaalde in artikel 6, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
10.
De pachtkamer kan de toewijzing van de vordering afhankelijk stellen van de vervulling van zodanige voorwaarden, als zij in het belang van de verpachter noodzakelijk oordeelt.
11.
Indien de pachtovereenkomst ingevolge het in het negende lid bepaalde tegen de wil van de voorgestelde pachter is gewijzigd, kan deze, mits binnen een maand na de dag van het vonnis, van de voortzetting afzien door een kennisgeving bij aangetekende brief aan de verpachter. In dat geval staat de voorgestelde pachter geen beroep open.
12.
Indien de pachtkamer de pachtovereenkomst ontbindt, bepaalt zij tevens de dag, waarop de ontbinding ingaat. Zij kan daarbij aan de wederpartij naar billijkheid een schadevergoeding toekennen.