Non-discriminatiecode UWV
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Overwegende, dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij de uitvoering van de door de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen opgedragen taken discriminatie wil tegengaan op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, nationaliteit, ras, etnische of culturele afkomst, sekse, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, leeftijd en handicap of chronische ziekte;
Overwegende, dat het daarom wenselijk is een code vast te stellen waaruit blijkt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen zich zal inzetten om discriminatie bij de uitvoering van haar taken te voorkomen en te bestrijden;
Gelet op artikel 31 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
1.
de wet: de
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen ;
4.
medewerker: een ieder die werkzaamheden verricht voor UWV, ongeacht of hij in dienst is van UWV of ingehuurd;
5.
discriminatie: het maken van direct en indirect onderscheid zoals nader omschreven in
artikel 2.
1.
Voor de toepassing van deze code wordt onder discriminatie verstaan het maken van direct onderscheid tussen personen op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, nationaliteit, ras, etnische of culturele afkomst, sekse, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, leeftijd, handicap en chronische ziekte.
2.
Voor de toepassing van deze code wordt onder discriminatie mede verstaan het maken van indirect onderscheid op grond van een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze die direct onderscheid als bedoeld in het eerste lid tot gevolg heeft, tenzij dit wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.
3.
Voor de toepassing van deze code wordt onder discriminatie mede verstaan, gedrag dat met de gronden genoemd in het eerste lid verband houdt en tot doel of als gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast en een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.
Artikel 3. Werkingssfeer
UWV waakt bij de uitvoering van haar taken tegen discriminatie, zowel in de omgang met haar klanten als in de omgang met medewerkers en tussen medewerkers onderling.
1.
De medewerkers onthouden zich zowel in de omgang met klanten als jegens elkaar van discriminerende gedragingen, uitlatingen en bejegening.
2.
De medewerkers accepteren geen discriminerende gedragingen, uitlatingen en bejegening van/door klanten.
3.
De medewerker die in de omgang met klanten of in de omgang met medewerkers en tussen medewerkers onderling discriminerende gedragingen, uitlatingen of bejegening signaleert, brengt dit onder de aandacht van zijn direct leidinggevende.
1.
De medewerker die op grond van bepaalde feiten of waarnemingen vermoedt dat sprake is van discriminatie zoals strafbaar gesteld in het
Wetboek van Strafrecht , meldt dit zo spoedig mogelijk aan zijn direct leidinggevende.
2.
De direct leidinggevende die het vermoeden van discriminatie bedoeld in het eerste lid deelt, doet daarvan aangifte bij de politie.
Artikel 7. Behandeling van klachten
Op klachten van derden over discriminatie is - onverminderd de rechten die krachtens de
Algemene wet gelijke behandeling bestaan - het Klachtenreglement UWV 2002van toepassing.
Artikel 8. Toezicht
De Raad van bestuur is belast met het toezicht op de naleving van de non-discriminatiecode UWV.
1.
Deze regeling treedt in werking op de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2002.
2.
UWV maakt de Non-discriminatiecode UWV voorts bekend onder zijn medewerkers en klanten door de code neer te leggen op een voor hen zichtbare, toegankelijke en bereikbare plaats.
voorzitter Raad van bestuur