Klachtenregeling Bureau Financieel Toezicht
Het bestuur van het Bureau Financieel Toezicht,
Gelet op hoofdstuk 9 van de Algemene wet Bestuursrecht,
2.
Bestuur: het bestuur van het Bureau Financieel Toezicht;
3.
Directeur: de directeur van het Bureau Financieel Toezicht;
4.
Awb: de
Algemene wet Bestuursrecht ;
5.
Klachtadviesprocedure: de procedure als bedoeld in
afdeling 9.3 van de Awb ;
6.
Klachtbehandeling: het onderzoeken van een klacht met inachtneming van
afdeling 9.2 en
9.3 van de Awb ;
7.
Klachtafdoening: de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die daaraan worden verbonden als bedoeld in
artikel 9:12, eerste lid van de Awb, jo.
artikel 9:16 van de Awb indien sprake is van een klachtadviesprocedure.
Artikel 2. Doel
Het doel van de regeling is het geven van een interne procedure voor de behandeling van klachten ter uitwerking van de klachtregeling opgenomen in
hoofdstuk 9 van de Awb.
Artikel 4. Mondelinge klachten
De directeur of een andere bij het Bureau werkzame persoon wijst de klager die een mondelinge klacht heeft ingediend, op de mogelijkheid een schriftelijke klacht in te dienen en op de waarborgen die de procedure van behandeling van een schriftelijk ingediende klacht biedt.
1.
In iedere fase van de klachtbehandeling gaat het bestuur na of de klager door middel van een informele behandeling van zijn klacht tevreden gesteld kan worden.
2.
Het bestuur kan de informele behandeling aan de directeur of zijn vervanger toevertrouwen, ongeacht de stand van de klachtbehandeling.
3.
Zodra naar tevredenheid van de klager aan diens klacht is tegemoetgekomen, vervalt de verplichting tot het toepassen van deze klachtregeling.
4.
Indien naar tevredenheid van de klager aan diens klacht is tegemoetgekomen, bevestigt het bestuur dit schriftelijk aan de klager; in deze bevestiging wordt een korte omschrijving van de klacht en de wijze van afhandeling opgenomen.
1.
Indien een klacht niet voldoet aan de in
afdeling 9.2 van de Awb opgenomen formele eisen stelt het bestuur de klager in de gelegenheid de klacht binnen een door het bestuur te stellen termijn aan te vullen.
2.
Indien een klacht ook na het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde termijn niet aan de in dat lid bedoelde formele eisen voldoet vervalt de verplichting om de klacht te behandelen overeenkomstig deze klachtregeling. Het bestuur stelt de klager hiervan zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 4 weken na ontvangst van de klacht schriftelijk en gemotiveerd in kennis.
1.
Indien niet een persoon is aangewezen of een commissie is ingesteld als bedoeld in
artikel 7 van deze regeling, worden klachten behandeld door het bestuur.
2.
Het bestuur kan het horen van de klager en degene op wie de klacht betrekking heeft opdragen aan de voorzitter of een lid van het bestuur.
1.
Een klacht wordt afgedaan door het bestuur.
2.
Indien het een klacht over een lid van het bestuur betreft wordt de klacht afgedaan door de voorzitter van het bestuur en als het een klacht over de voorzitter van het bestuur is, wordt de klacht afgedaan door de overige leden van het bestuur.
3.
Diegene op wie de klacht betrekking heeft, krijgt na de klachtafdoening een afschrift van de afdoeningsbrief op de klacht.
1.
Het bestuur draagt zorg voor registratie van de klachten.
2.
De geregistreerde klachten worden gepubliceerd in het jaarverslag van het Bureau.
1.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst.
2.
Deze regeling is van toepassing op klachten die na de datum van inwerkingtreding van deze regeling worden ingediend, ook als de gedraging waarover wordt geklaagd zich voor die datum heeft voorgedaan.
Utrecht, 24 september 2002.
Het bestuur van het Bureau Financieel Toezicht,