Artikel D 1
Burgemeester en wethouders registreren de kiesgerechtigdheid van de ingezetenen van de gemeente.
1.
Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage registreren voor elke verkiezing van de Tweede Kamer de kiesgerechtigdheid van personen, bedoeld in
artikel B 1, eerste lid, die op de dag van kandidaatstelling hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben, indien dezen daartoe een schriftelijk verzoek hebben ingediend.
2.
Het verzoek wordt ingediend bij burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage of bij het hoofd van de consulaire post waaronder de woonplaats van verzoeker ressorteert. Het hoofd van de consulaire post zendt het verzoekschrift zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage.
1.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties registreert voor elke verkiezing van de Tweede Kamer de kiesgerechtigdheid van personen, bedoeld in
artikel B 1, tweede lid, indien zij daartoe een schriftelijk verzoek hebben ingediend.
2.
De persoon, bedoeld in
artikel B 1, tweede lid, onder a, dient het verzoekschrift in bij de vertegenwoordiger van Nederland in het land waar hij op de dag van kandidaatstelling zijn werkelijke woonplaats heeft.
3.
De persoon, bedoeld in
artikel B 1, tweede lid, onder b, die niet gedurende ten minste tien jaren zijn werkelijke woonplaats in Nederland heeft gehad, dient het verzoek in bij Onze Minister onder wiens ministerie de werkzaamheden van de betrokken functionaris ressorteren. Deze zendt het verzoekschrift zo spoedig mogelijk door naar de vertegenwoordiger van Nederland in het land waar de functionaris op de dag van kandidaatstelling zijn werkelijke woonplaats heeft.
1.
Het verzoek, bedoeld in de
artikelen D 3 en
D 3a, wordt niet eerder ingediend dan zes maanden voor de dag van stemming.
2.
Het verzoek dient uiterlijk zes weken voor de dag van stemming te zijn ontvangen door het orgaan waarbij het moet worden ingediend.
3.
Het verzoek wordt beoordeeld naar de vermoedelijke toestand op de dag van de kandidaatstelling.
4.
Op het verzoek wordt uiterlijk op de zevende dag na ontvangst beslist.
5.
Uitsluitend bij burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage of bij de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten kan het verzoek elektronisch worden ingediend.
6.
Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verzoeken, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële regeling wordt voor de formulieren een model vastgesteld.
1.
Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage houden een bestand bij van personen aan wie voor elke verkiezing van de leden van de Tweede Kamer zonder een afzonderlijk daartoe strekkend verzoek een formulier tot registratie van de kiesgerechtigdheid wordt toegezonden. Ingezetenen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden niet in het bestand opgenomen.
2.
Onze Minister van Binnenlandse en Koninkrijksrelaties houdt een bestand bij van ingezetenen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten aan wie voor elke verkiezing van de leden van de Tweede Kamer zonder een afzonderlijk daartoe strekkend verzoek een formulier tot registratie van kiesgerechtigdheid wordt toegezonden.
3.
Opname in het bestand geschiedt op verzoek van de desbetreffende persoon of na een verzoek tot registratie van de kiesgerechtigdheid voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, ongeacht of dat verzoek is ingewilligd.
4.
De geregistreerde gegevens worden uit het bestand verwijderd, wanneer:
a.
de geregistreerde daarom verzoekt;
b.
er geen verzoek tot registratie is ingediend voor de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke gegevens in het bestand geregistreerd worden.
Artikel D 4
Burgemeester en wethouders delen aan een ieder op zijn verzoek onverwijld mede of hij als kiezer is geregistreerd. Indien de verzoeker niet als kiezer is geregistreerd, worden hem uiterlijk op de zevende dag na de ontvangst van het verzoek de redenen daarvan meegedeeld.
Artikel D 5
Een ieder kan schriftelijk om herziening van de registratie verzoeken op de grond dat hij niet of niet op de juiste wijze als kiezer is geregistreerd.
Artikel D 6
Op het verzoek om herziening wordt uiterlijk de zevende dag na ontvangst beslist. Zo nodig worden de registers bedoeld in de
artikelen D 3, eerste lid, en
D 3a, hiermee in overeenstemming gebracht.
Artikel D 7
De beslissing wordt onverwijld aan de verzoeker bekendgemaakt.
Artikel D 8
Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage, dan wel Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verwijderen een persoon uit het register, bedoeld in
artikel D 3, eerste lid, respectievelijk
artikel D 3a, indien aan hen omstandigheden bekend worden op grond waarvan de desbetreffende persoon niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd. De verwijdering wordt onverwijld aan deze persoon bekend gemaakt.
2.
In afwijking van
artikel 8:41, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn binnen welke de bijschrijving of storting van het verschuldigde bedrag dient plaats te vinden, twee weken. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan een kortere termijn stellen.
Artikel D 10
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de registratie van de kiesgerechtigdheid.