{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Salarissen
+ Hoofdstuk 3. Overige bepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Kaderbesluit rechtspositie PO

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 1 januari 2014. U leest nu de tekst die gold op -.
Besluit van 18 september 2006, houdende vaststelling van het Kaderbesluit rechtspositie PO
Artikel 1. Begripsbepalingen
Tenzij anders vermeld, wordt in dit besluit verstaan onder:
a. school: een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, een school als bedoeld in artikel 1 van Wet op de expertisecentra;
b. betrokkene: een lid van het door het bevoegd gezag benoemde of aangestelde personeel;
c. Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
d. bevoegd gezag: wat betreft:
2°. een centrale dienst: het bestuur van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 68 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 69 van de Wet op de expertisecentra;
3°. een regionaal expertisecentrum: het bestuur van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 28b, vijfde lid, van de Wet op de expertisecentra;
e. normbetrekking: de betrekking of de betrekkingen waarvan de omvang op jaarbasis gelijk is aan 1659 uren en waarbij de gemiddelde weektaak op jaarbasis gelijk is aan 36,86 uren, bedoeld in artikel 2;
f. functie: het samenstel van werkzaamheden door de betrokkene te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het bevoegd gezag is opgedragen;
g. pensioenreglement: het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;
h. salaris: het bedrag dat voor de betrokkene is vastgesteld aan de hand van de in bijlage 1 bij dit besluit vermelde reeks van genummerde salarisbedragen.
1.
De algemene arbeidsduur van de betrokkene die is benoemd in een normbetrekking bedraagt 1659 uur per jaar.
2.
Voor de toepassing van regelgeving waarbij een betrekkingsomvang per week vastgesteld moet worden, wordt bij een benoeming in normbetrekking uitgegaan van een gemiddelde weektaak op jaarbasis van 36,86 uur.
1.
Het bevoegd gezag stelt de formatie vast. De formatie omvat het geheel van functies in aantallen en niveaus voor het personeel.
2.
Het niveau van de functie wordt bepaald aan de hand van zwaarte van de functie, die door het bevoegd gezag wordt vastgesteld, volgens het door het bevoegd gezag te hanteren functiewaarderingssysteem.
3.
Het bevoegd gezag stelt ingevolge het tweede lid voor elke functie een salarisschaal vast waarbij het gebruik maakt van de in de bijlage 1 bij dit besluit vermelde reeks van genummerde salarisbedragen, behorende bij een normbetrekking.
4.
Het bevoegd gezag stelt regels vast omtrent de wijze waarop de betrokkene het maximumsalaris van de bij zijn functie behorende schaal bereikt, waarbij het gebruik maakt van de in bijlage 1 vermelde salarisbedragen en stelt regels vast met betrekking tot de in de bijlage 2, onderdeel 3 , vermelde bindingstoelage.
1.
Voor het functiewaarderingssysteem, bedoeld in artikel 3, gelden als uitgangspunten de op 31 juli 2006 geldende functiestructuur en beloningsverhoudingen in de sector primair onderwijs.
2.
[Vervallen.]
1.
De betrokkene wordt benoemd in een van de functies die beschikbaar is ingevolge de door het bevoegd gezag vastgestelde formatie.
2.
Het bevoegd gezag stelt regels vast met betrekking tot de wijze waarop het salaris van de betrokkene bij zijn indiensttreding wordt bepaald.
3.
Het salaris van de betrokkene die is benoemd in een betrekking met een omvang anders dan die van een normbetrekking, wordt naar evenredigheid van die betrekkingsomvang berekend. De aldus berekende uitkomst wordt op rekenkundige wijze afgerond op centen.
4.
In afwijking van het eerste lid kan een betrokkene worden benoemd in twee onderwijsondersteunende functies of een onderwijsondersteunende en een onderwijsgevende functie, indien er een verschil van meer dan 3 schalen is tussen de bij die functies behorende maximumschalen.
5.
In afwijking van het eerste en vierde lid kan een betrokkene met een arbeidsongeschiktheidspercentage van minder dan 35% worden benoemd in twee onderwijsondersteunende functies of een onderwijsondersteunende en een onderwijsgevende functie waarvan het verschil tussen de bij die functies behorende maximumschalen 3 of minder schalen is.
6.
In afwijking van het eerste lid kan een betrokkene worden benoemd in twee onderwijsgevende functies, indien die functies bestaan uit een functie leraar basisonderwijs in schaal LA en een functie leraar speciale school voor basisonderwijs in schaal LB.
1.
Indien het salaris minder is dan het maandbedrag van het minimumloon, vermeld in bijlage 2, onderdeel 1 , wordt hem een toelage toegekend ten bedrage van het verschil.
2.
Voor de betrokkene die is benoemd in een betrekking met een omvang anders dan die van een normbetrekking, wordt het maandbedrag van het minimumloon geacht te zijn vastgesteld op een evenredig deel van het in het eerste lid bedoelde maandbedrag.
Artikel 8. Algemene wijzigingen salarisbedragen
De salarisbedragen en toelagen, genoemd in de bijlagen bij dit besluit, kunnen worden gewijzigd bij ministeriële regeling.
1.
De betrokkene heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor de tijd gedurende welke hij salaris heeft ontvangen.
2.
Onverminderd het derde lid, bedraagt de vakantie-uitkering per kalendermaand 8% van het bedrag dat de betrokkene in die maand aan salaris heeft ontvangen.
3.
Voor de betrokkene die in de van toepassing zijnde maand op grond van het eerste lid aanspraak heeft op een bedrag dat lager is dan het bedrag genoemd in bijlage 2, onderdeel 2 , wordt de vakantie-uitkering vastgesteld op laatstbedoeld bedrag, met dien verstande dat dit bedrag naar evenredigheid wordt verminderd voor de betrokkene die is aangesteld in een betrekking met een omvang van minder dan een normbetrekking.
1.
Aan de betrokkene die gedurende een kalenderjaar is benoemd of benoemd is geweest in een functie, wordt met inachtneming van het tweede tot en met het vijfde lid een eindejaarsuitkering toegekend.
2.
Bij ministeriële regeling worden de hoogte en de berekeningswijze van de in het eerste lid bedoelde uitkering vastgesteld.
3.
De eindejaarsuitkering wordt eenmaal per jaar uitbetaald in de maand december over de periode van twaalf maanden die eindigt met de maand december.
4.
In afwijking van het derde lid vindt bij ontslag van de betrokkene de uitbetaling plaats over het tijdvak januari tot de datum van ontslag in het desbetreffende kalenderjaar.
5.
De uitkering maakt deel uit van het inkomen, bedoeld in het pensioenreglement, voor zover dat door Onze Minister bij ministeriële regeling, bedoeld in het tweede lid, wordt bepaald.
1.
Bij ministeriële regeling kan een eenmalige uitkering worden toegekend.
2.
De vaststelling van de hoogte, de berekeningswijze, de benaming en de mate waarop deze uitkering doorwerkt naar het inkomen, zoals bedoeld in het pensioenreglement, vindt plaats bij ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid.
1.
De betrokkene ontvangt jaarlijks in de maand oktober een structurele nominale uitkering.
2.
De vaststelling van de hoogte, de berekeningswijze en de mate waarin deze uitkering doorwerkt naar het inkomen, bedoeld in het pensioenreglement, vindt plaats bij ministeriële regeling.
1.
De betrokkene ontvangt maandelijks een inkomenstoelage als aangegeven in bijlage 2, onderdeel 4 bij dit besluit.
2.
Bij ministeriële regeling worden de berekeningswijze en de mate waarop deze uitkering doorwerkt naar het inkomen, bedoeld in het pensioenreglement, vastgesteld.
1.
Aan de betrokkene die in een kalenderjaar is benoemd of benoemd is geweest in één of meer functies met één der maximumschalen 1 tot en met 8 als opgenomen in bijlage 1, categorie 4 , wordt een eindejaarsuitkering toegekend.
2.
Bij ministeriële regeling worden de hoogte en de berekeningswijze van de in het eerste lid bedoelde uitkering vastgesteld.
3.
De uitkering maakt deel uit van het inkomen, bedoeld in het pensioenreglement, voor zover dat bij ministeriële regeling, bedoeld in het tweede lid, wordt bepaald.
Artikel 14. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Kaderbesluit rechtspositie PO.