Wet van 16 december 2004, houdende invoering van de Wet financiering sociale verzekeringen (Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de invoering van de Wet financiering sociale verzekeringen en enkele daarmee samenhangende onderwerpen te regelen, zulks onder intrekking van onder andere de Wet financiering volksverzekeringen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
a.
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
e.
werknemer: de werknemer in de zin van de
Werkloosheidswet , de
Ziektewet , de
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ;
f.
werkgever: de werkgever in de zin van de
Werkloosheidswet , de
Ziektewet , de
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ;
g.
inspecteur: de functionaris van de rijksbelastingdienst die als zodanig bij regeling van Onze Minister van Financiën is aangewezen.
1.
Met betrekking tot de financiering van de
Algemene Ouderdomswet , de
Algemene nabestaandenwet en de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten over de kalenderjaren, gelegen voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet, blijft het recht zoals dit gold voor die datum, van toepassing.
2.
Met betrekking tot de financiering van de
Werkloosheidswet , de
Ziektewet , de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de
Ziekenfondswet over de kalenderjaren, gelegen voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet, blijft het recht zoals dit gold voor die datum, van toepassing.
1.
De hierna genoemde algemene maatregelen van bestuur en de daarop berustende bepalingen, berusten met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de
Wet financiering sociale verzekeringen op dan wel mede op de telkens bij die maatregelen genoemde artikelen van die wet:
a.
het
Besluit vrijwillige verzekering AOW en ANW 2001 en het
Besluit vrijwillige verzekering AWBZ : op
artikel 71;
b.
het
Besluit financiering uitvoeringsorganisatie bijzondere ziektekostenverzekering : op
artikel 91;
2.
De hierna genoemde ministeriële regelingen berusten met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de
Wet financiering sociale verzekeringen op dan wel mede op de telkens bij die regelingen genoemde artikelen van die wet:
a.
de
Uitvoeringsregeling premieheffing volksverzekeringen 2002 : op
artikel 13;
b.
de
Regeling rekening-courant verhouding sociale verzekeringen : op de
artikelen 119 en
120;
c.
de
Regeling indeling van het bedrijfs- en beroepsleven in sectoren : op
artikel 95;
f.
de
Financieringsregeling Algemene Kinderbijslagwet , de
Financieringsregeling Toeslagenfonds en Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten en de
Financieringsregeling Hoofdstuk 7 Wet arbeid en zorg 2004 : op
artikel 122;
g.
de
Regeling reservevorming Algemeen werkloosheidsfonds 2002 en de
Regeling reservevorming wachtgeldfondsen 2002 : op
artikel 120, achtste lid.
3.
Door de SVB vastgestelde beleidsregels met betrekking tot bevoegdheden op grond van de
Wet financiering volksverzekeringen worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de
Wet financiering sociale verzekeringen aangemerkt als beleidsregels met betrekking tot de overeenkomstige bevoegdheden op grond van
laatstgenoemde wet .
4.
Door het College zorgverzekeringen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot bevoegdheden op grond van de
Wet financiering volksverzekeringen worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de
Wet financiering sociale verzekeringen aangemerkt als beleidsregels met betrekking tot de overeenkomstige bevoegdheden op grond van
laatstgenoemde wet .
1.
De beschikkingen die het UWV, onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet heeft genomen op grond van een wettelijke bepaling die door de inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de
Wet financiering sociale verzekeringen en van deze wet komt te vervallen en die betrekking hebben of mede betrekking hebben op een periode, gelegen na de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet, blijven na die datum van kracht.
2.
Tot de beschikkingen, bedoeld in het eerste lid, behoren de beschikkingen die door het UWV zijn genomen op grond van de hierna genoemde wettelijke bepalingen en die met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet gelden als een beschikking, genomen op grond het artikel, de artikelen of de paragraaf van de
Wet financiering sociale verzekeringen die daarbij is genoemd:
3.
Tot de beschikkingen, bedoeld in het eerste lid, behoren tevens de beschikkingen die voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet door het UWV zijn genomen over het verzekerd zijn op grond van de
Werkloosheidswet , de
Ziektewet of de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en die betrekking hebben of mede betrekking hebben op een na die datum gelegen periode.
1.
Het UWV, onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen is bevoegd te beslissen op een bezwaarschrift dat voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet is ingediend tegen een beschikking als bedoeld in
artikel 44 en waarop op die datum nog niet is beslist, met toepassing van het recht zoals dit voor die datum gold.
2.
In afwijking van het eerste lid is de inspecteur bevoegd te beslissen op een bezwaarschrift dat na de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet wordt ingediend en dat betrekking heeft op een beschikking van het UWV als bedoeld in
artikel 44, tweede en derde lid. Op een bezwaarschrift als bedoeld in dit lid wordt beslist met toepassing van het recht zoals dit geldt met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet.
1.
Op beroep tegen een uitspraak op een bezwaarschrift van het UWV, de SVB of het College zorgverzekeringen waarop op de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet nog geen uitspraak is gedaan, wordt beslist door de rechter waarbij het beroep aanhangig is. Ten aanzien van dit beroep, alsmede ten aanzien van hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank met toepassing van dit lid, blijft het recht zoals dit gold voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet van toepassing.
2.
Op het beroep dat na de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet wordt ingediend tegen een uitspraak op een bezwaarschrift van het UWV inzake een beschikking als bedoeld in
artikel 44, tweede en derde lid, is het recht zoals dit na die datum geldt van toepassing. De vorige zin is tevens van toepassing ten aanzien van hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank met toepassing van dit lid.
3.
In bestuursrechtelijke gedingen als bedoeld in het tweede lid treedt de inspecteur als partij in de plaats van het UWV.
1.
Op een voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet bij het UWV, onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen ingediende aanvraag tot het geven van een beschikking op grond van een wettelijke bepaling die door de inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de
Wet financiering sociale verzekeringen en van deze wet komt te vervallen en die betrekking heeft of mede betrekking heeft op een periode, gelegen na de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet, wordt na die datum door het UWV, onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen beslist met toepassing van het recht zoals dit voor die datum gold.
1.
De
Wet financiering volksverzekeringen wordt ingetrokken.
2.
De
Wet premieregime bij marginale arbeid wordt ingetrokken.
3.
De
Coördinatiewet Sociale Verzekering wordt ingetrokken.
Artikel 48b. Verdrag met het Koninkrijk België
Zolang in artikel 27 van het op 5 juni 2001 te Luxemburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocollen (Trb. 2001, 136), melding wordt gemaakt van de
Wet financiering volksverzekeringen , wordt de premie voor de volksverzekeringen voor de toepassing van dat artikel geacht te zijn geheven krachtens de
Wet financiering volksverzekeringen , zoals deze wet luidde op de dag voor inwerkingtreding van
artikel 48, eerste lid, van deze wet.
Artikel 49. Regelgevende bevoegdheid
Bij regeling van Onze Minister en Onze Ministers van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen met het oog op een goede invoering van de
Wet financiering sociale verzekeringen regels worden gesteld, waarbij zo nodig kan worden afgeweken van het bepaalde bij en krachtens die wet, deze wet en de wetten die bij deze wet worden gewijzigd. Een ministeriële regeling als bedoeld in de eerste volzin wordt niet vastgesteld dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
1.
Indien blijkt dat niet of niet ten volle kan worden voldaan aan de administratieve verplichtingen op grond van
artikel 59 van de Wet financiering sociale verzekeringen in verbinding met de
Wet op de loonbelasting 1964 en de
Algemene wet inzake rijksbelastingen , dan wel dat de polisadministratie, bedoeld in
artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, of de verzekerdenadministratie, bedoeld in
artikel 35 van die wet, nog niet volledig kan functioneren, kan bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, worden bepaald dat, in afwijking van het bij koninklijk besluit op grond van
artikel 52 bepaalde, tot uiterlijk 1 januari 2008 één of meer van de volgende voorschriften en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voorafgaande aan de bij koninklijk besluit op grond van
artikel 52 voor de desbetreffende bepalingen vastgestelde datum, hun gelding na die datum behouden:
2.
De toepassing van het eerste lid, onderdelen a, b en c, kan worden beperkt tot bij de regeling op grond van dat lid aan te wijzen categorieën.
3.
Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid blijven voor de duur van die toepassing ten aanzien daarvan tevens de volgende artikelen en de daarop berustende bepalingen van kracht:
4.
Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Ministers van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kunnen met betrekking tot dit artikel nadere regels worden gesteld.
5.
Bij koninklijk besluit kan voor de in het eerste lid genoemde datum 1 januari 2008 een latere datum in de plaats worden gesteld.
Artikel 51. Nummering
Voor de plaatsing in het Staatsblad brengt Onze Minister de aanhalingen van de artikelen, paragrafen, afdelingen en hoofdstukken van de
Wet financiering sociale verzekeringen die voorkomen in deze wet en in de wetten die bij deze wet worden gewijzigd in overeenstemming met de op grond van
artikel 126 van de Wet financiering sociale verzekeringen vastgestelde nieuwe nummering van die wet.
Artikel 52. Inwerkingtreding
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Gegeven te 's-Gravenhage, 16 december 2004
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ,
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ,
De Staatssecretaris van Financiën ,
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ,
Uitgegeven de derde februari 2005
De Minister van Justitie ,