{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
Artikel 1. Kantoororganisatie, verhouding met de Raad ( artikel 15 lid 1 sub c Wrb)
Artikel 2. Entreetoets Nederlandse Orde van Advocaten en verklaring kantoororganisatie ( artikel 15 lid 1 sub c Wrb)
Artikel 3. Naleven overeengekomen kwaliteitssystemen ( art. 15 lid 1 sub b Wrb)
Artikel 4. Verslaglegging ( artikel 15 lid 1 sub d Wrb)
Artikel 5. Minimum/maximum ( artikel 15 lid 1 sub a Wrb)
Artikel 6. Deskundigheid op bepaalde rechtsgebieden ( art. 15 lid 1 sub b Wrb)
Artikel 6a. Deskundigheidsvereisten voor de rechtsbijstandverlening in strafzaken
Artikel 6b. deskundigheidsvereisten voor de rechtsbijstandverlening in jeugdstrafzaken en bij verzoeken voor een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg
Artikel 6c. deskundigheidsvereisten voor de rechtsbijstandverlening aan psychiatrische patiënten
Artikel 6d. deskundigheidsvereisten voor de verstrekking van toevoegingen in vreemdelingenzaken
Artikel 6e. deskundigheidsvereisten voor de verstrekking van toevoegingen in asiel- en vluchtelingenzaken
Artikel 6f. deskundigheidsvereisten voor de verstrekking van toevoegingen in zaken betreffende internationale kinderontvoering
Artikel 6g. deskundigheidsvereisten voor de verstrekking van toevoegingen in zaken betreffende het Personen- en familierecht
Artikel 6h. deskundigheidsvereisten voor de rechtsbijstandverlening aan slachtoffers (zaakcodes Civiel O 013, gewelds- en zedenmisdrijven en Straf Z 110, voeging benadeelde partij in het strafproces):
Artikel 7. Voorschotten ( art. 35 en 36 Bvr 2000)
Artikel 8. Doorhaling inschrijving ( art. 17 Wrb)
Artikel 9. Algemene bepaling
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016
Inleiding
Uitgangspunt van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) is dat advocaten die rechtsbijstand in de zin van de wet willen verlenen zich daartoe inschrijven bij de Raad voor Rechtsbijstand (verder: de Raad). De Raad stelt dan ook als voorwaarde voor het toevoegen van (beginnende) advocaten op basis van Wrb dat een verzoek om inschrijving bij de Raad eerst volledig is behandeld en is ingewilligd.
Het bestuur van de Raad kan op grond van de artikelen 14 en 15 van de Wrb voorwaarden aan de inschrijving verbinden die betrekking hebben op de organisatie van het kantoor waar de rechtsbijstandverlener werkzaam is, de verslaglegging van de advocaat omtrent de door hem/haar verleende bijstand, het minimum en het maximum aantal zaken waarvoor een advocaat jaarlijks kan worden toegevoegd en de deskundigheid van de advocaat op bepaalde rechtsgebieden.
Deze inschrijvingsvoorwaarden van de Raad zijn algemeen verbindende voorschriften, die regels bevatten waarnaar advocaten die zich bij de Raad inschrijven zich behoren te richten. Er bestaan algemene voorwaarden die voor alle ingeschreven advocaten gelden en bijzondere voorschriften voor rechtsbijstand op specifieke rechtsgebieden.
De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) houdt toezicht op advocaten en heeft Gedragsregels 1 en verordeningen vastgesteld waarnaar advocaten zich behoren te richten. Volgens geldende regelgeving is uitvoering van het toezicht op advocaten primair de taak van de Dekens in de verschillende arrondissementen. Daar waar het controle van de naleving van de eigen inschrijvingsvoorwaarden betreft, heeft de Raad een eigenstandige bevoegdheid. De Raad heeft hiervoor maatregelbeleid vastgesteld. 2
Kennisneming door advocaten en naleving van de Gedragsregels en verordeningen van de NOvA is van belang. Volgens enkele belangrijke Gedragsregels moet de advocaat er onder meer voor zorgen dat de organisatie en inrichting van zijn kantoor in overeenstemming zijn met de eisen van een goede praktijkuitoefening (Regel 33). Ook behoort een advocaat met zijn cliënt te overleggen of er termen zijn om te trachten door de overheid gesubsidieerde rechtsbijstand te verkrijgen (Regel 24). 3 Voorts behoort de advocaat de hem opgedragen zaken zorgvuldig te behandelen (Regel 4). In het kader van het verlenen van rechtsbijstand op basis van de Wrb is daarbij verder van belang dat de advocaat zich richt naar het principe dat het ontvangen van een subsidie voor werkzaamheden met zich meebrengt dat de ontvanger daarvan deze werkzaamheden zo doelmatig mogelijk uitvoert.
De Raad en de dekens hebben in 2011 een informatieprotocol afgesloten waarin afspraken zijn gemaakt omtrent het uitwisselen van informatie teneinde het toezicht op advocaten binnen het stelsel te verbeteren, deze afspraken worden jaarlijks geëvalueerd en zo nodig aangepast. 4 Door zich bij de Raad in te schrijven stemt de advocaat met deze afgesproken informatie uitwisseling in en geeft hij daarvoor toestemming aan de Raad.
De Raad heeft in deze voorwaarden afzonderlijke deskundigheidseisen opgenomen voor Strafrecht, Jeugdzaken, Psychiatrisch patiëntenrecht, Vreemdelingenrecht, Asiel- en Vluchtelingenrecht, Internationale kinderontvoering, Personen- en familierecht en Slachtofferzaken. Ook gelden specifieke voorwaarden voor de verlening van rechtsbijstand in het kader van het (jeugd)straf-, vreemdelingen- en psychiatrisch patiëntenpiket.
Naar verwachting zal in 2016 het regime van inschrijvingsvoorwaarden voor bijzondere curatoren vanuit de Raad voor Rechtsbijstand bekend worden gemaakt. Voldoen aan die voorwaarden is dan een voorwaarde om te kunnen worden benoemd en een vergoeding van de Raad voor Rechtsbijstand te ontvangen.
Uitgangspunt is dat gesubsidieerde rechtsbijstand alleen wordt verleend door advocaten die zich daar eerst voor hebben ingeschreven. De Raad kan op grond van art. 16 Wrb uitsluitend in bijzondere gevallen een niet-ingeschreven advocaat toevoegen. Dit is het geval indien een rechtzoekende uitdrukkelijk en gemotiveerd om toevoeging van de niet ingeschreven advocaat verzoekt of indien voor de verlening van rechtsbijstand op een bepaald rechtsgebied onvoldoende advocaten met de desbetreffende specialistische deskundigheid zijn ingeschreven. Het verstrekken van een toevoeging aan een niet-ingeschreven advocaat dient een uitzondering te blijven. Een advocaat die op grond van art. 16 Wrb vaker dan sporadisch een verzoek om toevoeging indient dient zich op grond van de Wrb te laten inschrijven.
In ieder geval zal aan een niet-ingeschreven advocaat geen toevoeging worden verleend indien hij toevoeging verzoekt op een terrein waarop in de door de Raad vastgestelde inschrijvingsvoorwaarden deskundigheidseisen worden gesteld.
artikel 15 lid 1 sub c Wrb) van Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016">
Artikel 1. Kantoororganisatie, verhouding met de Raad ( artikel 15 lid 1 sub c Wrb)
a. Ten behoeve van de gegevens met betrekking tot het aanvragen en declareren van toevoegingen en piketten voorziet de advocaat in de naar het oordeel van de Raad noodzakelijke inrichting.
Met het webportaal Mijn RvR kunnen advocaten een aanvraag voor diverse toevoegingen en declaraties digitaal bij de Raad indienen. Sinds 1 januari 2014 is gebruikmaking van Mijn RvR voor alle advocaten verplicht. De advocaat geeft de Raad een persoonlijk e-mailadres op. Voor gebruik van het webportaal is een info@adres of een gezamenlijk kantooradres niet toegestaan.
De advocaat legt ten behoeve van het aanvragen van toevoegingen de persoonsgegevens van zijn cliënt en diens partner conform het identiteitsbewijs vast. Dit betreft de achternaam, voorletters, geboortedatum, GBA-adres, postadres en burgerservicenummer en het vreemdelingennummer. Dit voorschrift staat beredeneerbare uitzonderingen toe, waarin deze vastlegging onmogelijk is.
Bijvoorbeeld daklozen en vreemdelingen die ongedocumenteerd zijn en gevallen van ruzie met de partner.
b. De advocaat richt zijn toevoegingsaanvragen en declaraties zorgvuldig en volledig in, met inachtneming van de regels die bij of krachtens de wet, of op basis van algemene voorschriften of specifieke aanwijzingen van de Raad zijn gesteld.
De advocaat is open en duidelijk in de informatie die hij bij zijn aanvragen en declaraties verschaft. Hij vermeldt uit eigen beweging bijzonderheden die voor de beslissing van de Raad van belang zouden kunnen zijn.
De advocaat vraagt geen toevoegingen aan voor zaken waarvoor geen toevoegingen kunnen worden verleend, bijvoorbeeld voor het treffen van betalingsregelingen, voor zaken waarvoor geen of volstrekt ontoereikende gronden bestaan of een wettelijke termijn is verstreken. Indien daar gezien het aantal zaken waarin dit toch is gebeurd een gerede aanleiding voor is, kan de Raad voor Rechtsbijstand de advocaat waarschuwen dat zijn inschrijving hiervoor kan worden doorgehaald.
c. De advocaat stemt ermee in dat de Raad desverzocht gegevens en bescheiden uit het toevoeg- en vaststeldossier kan verstrekken aan de cliënt van de advocaat.
d. Indien een advocaat in een specifiek geval met een rechtszoekende, die voor een toevoeging in aanmerking komt, overeenkomt dat door de rechtzoekende geen gebruik wordt gemaakt van gesubsidieerde rechtsbijstand en dat in plaats daarvan de zaak op betalende basis zal worden behandeld, kan hij zijn werkzaamheden niet op toevoegingsbasis declareren. Indien een toevoeging is verleend, wordt deze aan de Raad ter intrekking gezonden.
e. De Raad kan op grond van artikel 37 eerste lid, aanhef en onder b van de Wet op de rechtsbijstand nadere regelingen vaststellen met betrekking tot de verlening van rechtsbijstand in piketzaken. Inschrijvingsvoorwaarde is dat advocaten die piketzaken (willen) behandelen zich naar de toepasselijke nadere regeling moeten richten.
Advocaten die deelnemen aan een piketregeling moeten bereid zijn om de daaruit voortvloeiende zaken op toevoegingsbasis af te wikkelen.
De Raad heeft voor piketdienstverlening een reglement vastgesteld dat in werking is getreden op 1 augustus 2014.
f. Voor deelname aan een piketregeling dient de rechtsbijstandverlener op werkdagen, in het weekend en op feestdagen ten minste gedurende de beschikbaarheidstijden voor piketmeldingen per (mobiele) telefoon, per telefax en per e-mail bereikbaar te zijn. De beschikbaarheidstijden sluiten aan op de openingstijden van de Centrale Piketafdeling van de Raad (7.00 uur tot 20.00 uur).
Meldingen die tot sluitingstijd van de Centrale Piketafdeling binnenkomen behoren door de advocaat te worden geaccepteerd en deze dient daar ook effect aan te geven. In sporadische gevallen (levensdelicten, gijzelingen en ontvoeringen) kan een strafpiketmelding ook na sluitingstijd van de Centrale Piketafdeling worden doorgegeven, welke eveneens direct opvolging behoeft.
De advocaat verstrekt zijn 06 nummer en het e-mailadres waaraan piketmeldingen kunnen worden verzonden door de Raad.
De advocaat die deelneemt aan een piketregeling moet beschikken over een mobiele telefoon met internettoegang ten behoeve van het ontvangen en bevestigen van piketmeldingen vanuit de Centrale Piketafdeling van de Raad.
Voor het ontvangen van piketmeldingen is het gebruik van een info@adres of een gezamenlijk kantoor-emailadres toegestaan.
g. Advocaten worden voor maximaal drie piketsoorten uit onderstaande lijst ingeschreven:
1. Planning 5 strafpiket / planning Wots-overleveringspiket
2. Planning jeugdstrafpiket
3. Planning psychiatrisch patiëntenpiket
4. Planning vreemdelingenpiket
h. Advocaten die staan ingeschreven op het beschikbaarheidsrooster aanmeldcentrum asielzoekers (‘het AC-rooster’) worden naast die inschrijving op het AC-rooster ingeschreven voor maximaal 2 andere piketsoorten.
i. De advocaat wordt op maximaal één piketplanning per piketsoort ingeschreven. De vestigingsplaats van het kantoor is bepalend voor inschrijving op een piketplanning.
j. De advocaat dient de zaken waarin hij is toegevoegd persoonlijk te behandelen dan wel de aan hem toebedeelde piketdiensten persoonlijk te verrichten, behoudens gevallen waarin sprake is van overmacht, ziekte, op dezelfde dag geplande zittingen in andere zaken of andere zwaarwegende redenen. In dat geval zorgt de advocaat voor waarneming. Indien een andere advocaat voor hem waarneemt, blijft ook de toegevoegde advocaat aanspreekbaar op de kwaliteit van de verleende rechtsbijstand.
k. De advocaat laat medewerkers van het kantoor die geen advocaat zijn, in toegevoegde zaken geen andere dan ondersteunende werkzaamheden, zijnde geen rechtsbijstand, verrichten. Bij overdracht van een dossier aan een andere advocaat wordt om mutatie van de toevoeging verzocht. De advocaat draagt daarbij zorg voor een volledige en zorgvuldige overdracht van de bij de toevoeging(-saanvraag) behorende bescheiden.
l. De advocaat die op grond van de Advocatenwet geschorst is, stelt het centraal kantoor van de Raad zelf onmiddellijk schriftelijk op de hoogte en draagt zorg voor overdracht van zijn toevoegingszaken. Hij meldt daarbij aan de Raad welke advocaat in zaken waarin nog geen toevoeging verleend is in zijn plaats moet worden toegevoegd.
m. De advocaat voert in zaken waarin hij is toegevoegd een deugdelijke tijdregistratie. Daarin wordt de aan rechtsbijstand bestede tijd op juiste en verantwoorde wijze bijgehouden op datum en naar verrichting. Indien gebruik wordt gemaakt van vaste tijdseenheden, mogen deze niet groter zijn dan zes minuten. In een urenspecificatie moet minimaal onderscheid gemaakt worden tussen correspondentie, telefoon, conferentie, procedure, studie en een korte aanduiding worden gegeven met wie is gesproken of gecorrespondeerd.
n. In wederzijds belang behoren (medewerkers van) de Raad en advocaten te streven naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen.
Een advocaat die zich bij herhaling schuldig maakt aan onbehoorlijk of onheus optreden, zowel jegens medewerkers van de Raad als in bredere zin door zich in strijd met de algemeen geldende normen van fatsoen en redelijkheid in de beroepsuitoefening te gedragen, kan – nadat hij op dit gedrag is aangesproken door een leidinggevende van de Raad en een formele waarschuwing heeft gekregen – van deelname aan het stelsel voor de verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand worden uitgesloten.
o. Een advocaat kan in geval van frauduleuze of onrechtmatige gedragingen of gedragingen in strijd met geldende wet- en regelgeving ten aanzien van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand en overige door de Raad getroffen voorzieningen en subsidieregelingen met onmiddellijke ingang van deelname aan het stelsel voor de verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand worden uitgesloten. De Raad stemt een eventuele uitsluiting af met de Deken van de NOvA in het arrondissement waar de advocaat kantoor houdt.
artikel 15 lid 1 sub c Wrb) van Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016">
Artikel 2. Entreetoets Nederlandse Orde van Advocaten en verklaring kantoororganisatie ( artikel 15 lid 1 sub c Wrb)
a. De bij de Raad voor Rechtsbijstand ingeschreven advocaat die werkzaam is bij een kantoor waaraan de NOvA een nieuw kantoornummer heeft toegekend, dient tot genoegen van de NOvA aan de entreetoets te voldoen.
b. De Raad kan in specifieke gevallen de advocaat verzoeken om een verklaring kantoororganisatie in te vullen en retour te zenden. Indien de verstrekte gegevens akkoord worden bevonden, volgt registratie voor het gehele kantoor.
De Raad kan inschrijving weigeren als de ingevulde verklaring kantoororganisatie daartoe reden geeft.
art. 15 lid 1 sub b Wrb) van Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016">
Artikel 3. Naleven overeengekomen kwaliteitssystemen ( art. 15 lid 1 sub b Wrb)
a. De advocaat dient bereid te zijn om de door de NOvA en de Raad overeengekomen kwaliteitssystemen na te leven.
b. De advocaat behoort de normen die door de Raad ten aanzien van bepaalde rechtsgebieden gesteld worden in best practice guides na te leven. Er zijn samen met de NOvA best practice guides ontwikkeld op het terrein van asielrecht, vreemdelingenbewaring, arbeidsrecht, echtscheiding en gedwongen opname en behandeling van psychiatrische patiënten. 6
c. De advocaat behoort op rechtsgebieden waarvoor de Raad dit met de NOvA heeft afgesproken deel te nemen aan intercollegiale toetsing of peer review.
d. Indien de advocaat niet meewerkt aan intercollegiale toetsing, peer review of aan door de Raad geëntameerd ambtshalve onderzoek naar de kwaliteit van de door hem verleende rechtsbijstand kan zijn inschrijving voor het rechtsgebied in kwestie worden doorgehaald. Dit laat de toetsing door de NOvA op de naleving van haar Gedragsregels en overige regelgeving van de NOvA geheel onverlet.
artikel 15 lid 1 sub d Wrb) van Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016">
Artikel 4. Verslaglegging ( artikel 15 lid 1 sub d Wrb)
De advocaat dient desgevraagd aan de Raad, tenzij zijn beroepsgeheim hem dat verbiedt, informatie te verstrekken en verantwoording af te leggen over de afhandeling van zaken. Deze informatieplicht kan ook worden aangewend met betrekking tot de evaluatie van door de Raad gevoerd beleid. Desgevraagd dient de advocaat verslaglegging te doen over de wijze waarop aan de inschrijvingsvoorwaarden is voldaan.
artikel 15 lid 1 sub a Wrb) van Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016">
Artikel 5. Minimum/maximum ( artikel 15 lid 1 sub a Wrb)
a. Om te voorkomen dat de kwaliteit van de rechtsbijstand in het gedrang komt, door onder meer het te snel en te veel aanvragen van toevoegingen of door het onvoldoende tijd en aandacht besteden aan zaken, worden aan een advocaat jaarlijks niet meer toevoegingen afgegeven dan het equivalent van 250 ‘eenheden’. Hieronder worden mede begrepen de ambtshalve toevoegingen.
De Raad zal bij het beoordelen van het maximum aantal toevoegingen op de volgende manier rekenen in ‘eenheden’ teneinde rekening te kunnen houden met de specifieke opbouw van de praktijk.
een afgegeven toevoeging van 6 punten of meer telt voor 1 eenheid,
een afgegeven toevoeging van 4 of 5 punten telt voor 0,67 eenheid
een afgegeven toevoeging van 3 punten telt voor 0,5 eenheid
een lichte adviestoevoeging telt voor 0,33 eenheid 7 .
Indien een lichte adviestoevoeging wordt omgezet in een reguliere toevoeging zal deze laatste bij de berekening van het maximum worden meegeteld op basis van het aantal punten waarmee de zaak volgens het Bvr 2000 wordt gewaardeerd.
Indien een advocaat het maximum aantal toevoegingen heeft bereikt, zullen in het betreffende kalenderjaar geen toevoegingen meer aan hem worden afgegeven. De Deken van de NOvA in het arrondissement waar de betreffende advocaat kantoor houdt, wordt geïnformeerd over het bereiken van de grens van het maximum aantal af te geven toevoegingen.
De advocaat kan in het volgend kalenderjaar opnieuw om inschrijving verzoeken. Als hij in het jaar daarop opnieuw toevoeging verzoekt in zaken waarin het vorig jaar vanwege het bereiken van het maximum aan hem toevoegingen zijn geweigerd, zal – indien de toevoeging alsnog wordt verleend – de ingangsdatum in het jaar van de nieuwe aanvraag liggen.
b. De Raad kan een advocaat die het maximum binnen een half jaar heeft bereikt – na hem voorafgaand te hebben gehoord – definitief van de verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand uitsluiten. De advocaat wordt tevens van het AC-rooster en de piketplanningen verwijderd.
c. In geval van schorsing van de advocaat word het maximum aantal toevoegingen naar evenredigheid met de duur van de schorsing verminderd.
d. In afwijking van artikel 5 onder a geldt een afwijkend en lager maximum aantal toevoegingseenheden voor advocaten die in de twee jaren voorafgaand aan het huidig jaar van inschrijving gemiddeld meer dan 2000 punten hebben gedeclareerd. Dit lagere aantal eenheden wordt bepaald volgens de volgende formule:
(2000 punten : het gemiddeld aantal gedeclareerde punten in twee voorafgaande jaren) x 250.
Voor de berekening van dit lager maximum voor 2016 wordt het gemiddeld aantal gedeclareerde punten in twee voorafgaande jaren berekend over de periode 1 januari 2014 tot 1 januari 2016.
Voor de berekening van het aantal punten tellen ook de punten voor toeslagen en extra uren mee. Indien een lager aantal eenheden geldt, wordt dit lagere aantal aan het begin van het kalenderjaar aan de advocaat meegedeeld.
De Deken van de NOvA in het arrondissement waar de betreffende advocaat kantoor houdt, wordt geïnformeerd over het bereiken van de grens van 2000 gedeclareerde punten.
art. 15 lid 1 sub b Wrb) van Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016">
Artikel 6. Deskundigheid op bepaalde rechtsgebieden ( art. 15 lid 1 sub b Wrb)
De Raad hanteert ten aanzien van een zevental rechtsgebieden bijzondere deskundigheidsvereisten. Het betreft hier rechtsgebieden die ofwel specialistische kennis vereisen, ofwel vereisen dat de advocaat zich verdiept in en beperkt tot een aantal samenhangende rechtsgebieden. De inschrijving op deze rechtsgebieden moet worden aangevraagd door middel van een afzonderlijk formulier. De gestelde vereisten gelden voor de toelating dan wel de voortzetting van de inschrijving. Als de advocaat niet is ingeschreven voor het betreffende rechtsgebied, is het hem niet toegestaan zaken op het betreffende rechtsgebied te behandelen of daarvoor toevoeging te verzoeken.
De Raad toetst steekproefsgewijs of de ingeschreven advocaat heeft voldaan aan de gestelde eisen voor het onderhouden van zijn deskundigheid op bovengenoemde terreinen waarvoor bijzondere voorwaarden gelden.
De Raad verstrekt nadere informatie omtrent de jaarlijks te toetsen specialisatiegebieden via de e-nieuwsbrief.
De Raad heeft met de NOvA afgesproken dat advocaat-stagiaires bij een High Trust kantoor die zich hebben aangemeld voor respectievelijk de minor Strafrecht, het keuzevak regulier Vreemdelingenrecht en keuzevak Asiel- en vluchtelingenrecht van de huidige beroepsopleiding advocaten van de NOvA (beroepsopleiding vanaf september 2013) van de NOvA vanaf de start van het vak onder bepaalde voorwaarden onder begeleiding van een patroon werkzaamheden kunnen verrichten op toevoegingen voor respectievelijk de specialisatie Strafrecht, Vreemdelingenrecht en Asiel- en vluchtelingenrecht. De patroon en de advocaat-stagiaire moeten daarvoor een door de Raad opgestelde verklaring ondertekenen en voor aanvang van de werkzaamheden eenmalig opsturen naar de Raad voor Rechtsbijstand. 8
Artikel 6a. Deskundigheidsvereisten voor de rechtsbijstandverlening in strafzaken
De vereisten voor het verstrekken van toevoegingen in strafzaken zijn:
1. het met succes voltooid hebben van:
a. het onderdeel strafrecht in de beroepsopleiding oude stijl van de NOvA (beroepsopleiding van vóór september 2013) of;
b. de minor strafrecht en de bijbehorende toets van de huidige beroepsopleiding advocaten van de NOvA (beroepsopleiding vanaf september 2013). Voor advocaten die voor de major strafrecht hebben gekozen, geldt dat zij het eerste deel van de major moeten hebben gevolgd. Dit betreft de vier cursusonderdelen die samen ook de minor strafrecht vormen. 9 Advocaten die de beroepsopleiding advocaten van de NOvA (beroepsopleiding vanaf september 2013) gevolgd hebben en de minor of major strafrecht niet afgerond hebben, moeten in plaats daarvan een door de Raad goedgekeurde cursus op het terrein van het strafrecht hebben gevolgd. 10 of;
c. toelating als RAIO 11
2. onder begeleiding van een reeds op het terrein van strafrecht ingeschreven rechtsbijstandverlener behandeld hebben van 5 strafzaken.
De vereisten voor de voortgezette inschrijving voor advocaten zijn:
1. de behandeling van tenminste tien zaken op dit rechtsgebied in het afgelopen jaar; de Raad gaat hierbij uit van toevoegingen. De advocaat kan desgewenst aantonen dat hij dit aantal zaken heeft gedaan door ook betalende zaken aan te geven en;
2. het desgevraagd kunnen overleggen van certificaten van het behalen van tenminste 12 studiepunten per jaar op het terrein van strafrecht in het kader van de permanente beroepsopleiding. Dit opleidingsvereiste geldt niet voor stagiaires gedurende de looptijd van hun stage en;
3. het tenminste 1 maal per 2 jaar volgen van een actualiteitencursus op het terrein van het strafrecht. Een gevolgde cursus kan desgewenst opgegeven worden voor de hierboven genoemde 12 studiepunten per jaar.
De extra vereisten voor deelname aan het strafpiket zijn:
Voor de toelating tot het strafpiket gelden de bovengenoemde algemene voorwaarden alsmede:
1. het met succes gevolgd hebben van een door de Raad goedgekeurde piketcursus 12 ,
2. het onder begeleiding van een reeds voor het strafpiket ingeschreven rechtsbijstandverlener behandeld hebben van 6 piketzaken, waarvan tenminste 3 zaken tot en met de behandeling door de rechter-commissaris.
Artikel 6b. deskundigheidsvereisten voor de rechtsbijstandverlening in jeugdstrafzaken en bij verzoeken voor een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg
De vereisten voor de verstrekking van toevoegingen voor jeugdstrafzaken en voor verzoeken voor een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg zijn:
toelating op grond van de inschrijvingsvoorwaarden die zijn opgenomen in bijlage 5 .
Artikel 6c. deskundigheidsvereisten voor de rechtsbijstandverlening aan psychiatrische patiënten
De vereisten voor toevoegingen op het rechtsgebied psychiatrisch patiëntenrecht zijn:
1. het voltooid hebben van de stage, en
2. het met succes gevolgd hebben van een door de Raad goedgekeurde opleiding 13 op het gebied van het psychiatrisch patiëntenrecht, en
3. onder begeleiding van een minimaal drie jaar op het terrein van het psychiatrische patiëntenrecht ingeschreven rechtsbijstandverlener behandeld hebben van 4 zaken, waarvan tenminste 1 maal een inbewaringstelling en 1 maal een rechterlijke machtiging en het meelopen met een patiëntenvertrouwenspersoon van 1 maal een beklagzaak op grond van artikel 41 Wet BOPZ. Het aantal van 4 zaken moet zijn meegelopen met minimaal 2 verschillende (aan de piketplanning voor psychiatrisch patiënten deelnemende) advocaten.
De vereisten voor de voortgezette inschrijving op het rechtsgebied psychiatrisch patiëntenrecht zijn:
1. de behandeling van tenminste 15 zaken in het afgelopen jaar op basis van een toevoeging 14 , en
2. het desgevraagd kunnen overleggen van certificaten van het behalen van tenminste 6 studiepunten per twee jaar op het gebied van het psychiatrische patiëntenrecht, en
3. actieve deelname aan de landelijke werkgroep 15 of aan regionale werkgroepen betreffende het psychiatrische patiëntenrecht. Jaarlijks dient tenminste de helft van het aantal bijeenkomsten te worden gevolgd, met een minimum van twee.
4. Te handelen naar de eisen van zorgvuldige en doelmatige rechtsbijstandverlening. In dat kader volgt de advocaat in zijn praktijkvoering de eisen die voortvloeien uit minimumnormen. Minimumnormen zijn opgenomen in de Best Practice Guide Gedwongen opname en behandeling van psychiatrische patiënten/cliënten.
5. Medewerking te verlenen aan het begeleiden van rechtsbijstandverleners die zich in wensen te schrijven voor dit rechtsgebied.
De advocaat die ingeschreven staat voor de verlening van rechtsbijstand aan psychiatrisch patiënten stemt ermee in dat, indien zijn deelname op dit terrein eindigt, de Raad nieuwe zaken van zijn stam cliënten verdeelt over andere ingeschreven advocaten. De advocaat behoort geen afspraken te maken op basis waarvan nieuwe zaken van deze cliënten toe zouden vallen aan specifieke advocaten.
De extra vereisten voor deelname aan het psychiatrische patiëntenpiket zijn:
1. dat wordt voldaan aan de vereisten voor toelating en de voortgezette inschrijving, en
2. dat minimaal 1 maal per jaar aan het piket wordt deelgenomen en bij voorkeur 2 maal per jaar.
In verband met het noodzakelijke onderhouden van de ervaring wordt waar nodig een wachtlijst voor deelname gehanteerd. Belangstellenden voor toelating tot het psychiatrische patiëntenpiket worden op datum van aanmelding geregistreerd. Nieuwe toelating vindt pas plaats als het aantal zaken per deelnemende rechtsbijstandverlener in een jaar gemiddeld niet onder 15 toevoegingen daalt. Mogelijke toelating wordt door de Raad aangekondigd als het volgen van een cursus, die vereist is voor toelating, mogelijk is. Om zich te laten registreren op de wachtlijst behoeft de rechtsbijstandverlener nog niet aan de gestelde inschrijvingsvereisten te voldoen. Wel moet de rechtsbijstandverlener de stage voltooid hebben.
Artikel 6d. deskundigheidsvereisten voor de verstrekking van toevoegingen in vreemdelingenzaken
De vereisten voor de verstrekking van toevoegingen in vreemdelingenzaken zijn:
1. toelating tot het verlenen van rechtsbijstand op grond van de Inschrijvingsvoorwaarden Vreemdelingenrecht dan wel
2. het voldoen aan de voor deelname aan de piketregeling gestelde deskundigheidseisen.
In bijlage 1 zijn de Inschrijvingsvoorwaarden voor vreemdelingenrecht, vreemdelingenpiket en vreemdelingenbewaringszaken opgenomen.
Artikel 6e. deskundigheidsvereisten voor de verstrekking van toevoegingen in asiel- en vluchtelingenzaken
De vereisten voor de verstrekking van toevoegingen in asiel- en vluchtelingenzaken zijn:
toelating tot het verlenen van rechtsbijstand op grond van de Inschrijvingsvoorwaarden voor Asiel- en vluchtelingenrecht.
In bijlage 2 zijn de Inschrijvingsvoorwaarden voor het Asiel- en vluchtelingenrecht opgenomen.
Artikel 6f. deskundigheidsvereisten voor de verstrekking van toevoegingen in zaken betreffende internationale kinderontvoering
De vereisten voor de verstrekking van toevoegingen in kinderontvoeringszaken zijn:
1. Succesvol hebben deelgenomen aan een door de Raad goedgekeurde cursus op het gebied van internationale kinderontvoering. De cursus dient minder dan 5 jaar voor het verzoek tot inschrijving gevolgd te zijn. 16 ;
2. Kennis van het Haags Kinderontvoeringsverdrag van 25 oktober 1980 (HKOV), de Uitvoeringswet inzake internationale ontvoering van kinderen van 2 mei 1990, de Verordening Brussel II Bis en het Haags Kinderbeschermingsverdrag van 1996 (HKBV)
3. Ervaring als advocaat in internationale kinderontvoeringszaken, dat wil zeggen als advocaat 3 internationale kinderontvoeringszaken behandeld hebben;
4. Op de hoogte blijven van de (rechts)ontwikkelingen op het gebied van internationale kinderontvoering door het bijwonen van relevante congressen, cursussen, lezingen etc. en het op de hoogte blijven van relevante jurisprudentie.
Artikel 6g. deskundigheidsvereisten voor de verstrekking van toevoegingen in zaken betreffende het Personen- en familierecht
De vereisten voor verstrekking van toevoegingen op het terrein van het personen- en familierecht zijn:
Toelating tot het verlenen van rechtsbijstand op grond van de Inschrijvingsvoorwaarden voor het Personen- en Familierecht.
In bijlage 3 zijn de Inschrijvingsvoorwaarden voor het Personen- en Familierecht opgenomen.
Artikel 6h. deskundigheidsvereisten voor de rechtsbijstandverlening aan slachtoffers (zaakcodes Civiel O 013, gewelds- en zedenmisdrijven en Straf Z 110, voeging benadeelde partij in het strafproces):
De vereisten voor de verstrekking van toevoegingen op het terrein van rechtsbijstandverlening aan slachtoffers zijn:
Aantoonbaar lid zijn van een van de volgende verenigingen/netwerken:
a. Vereniging van Letselschadeadvocaten;
b. Vereniging van advocaten voor slachtoffers van personenschade;
c. Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds- en Zeden Slachtoffers.
Leden dienen jaarlijks vijf opleidingspunten op het terrein van het voegen van een civiele vordering van het slachtoffer van een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf in het strafproces te behalen. Zowel civielrechtelijke als strafrechtelijke aspecten dienen daarbij aan bod te komen. Opleidingsactiviteiten vanuit de vereniging/het netwerk tellen daarbij mee.
Voor advocaten die geen lid zijn van een van deze verenigingen/netwerk gelden de volgende voorwaarden:
1. het met succes voltooid hebben van een door de Raad erkende basisopleiding letsel- en slachtofferzaken ter waarde van 20 studiepunten of een ten minste vergelijkbare instapopleiding;
2. het onder begeleiding van een ervaren advocaat behandeld hebben van tenminste drie zaken in dit rechtsgebied, blijkend uit een mentorverklaring. Deze eis van begeleiding geldt niet voor advocaten die in de periode van 2 jaar voorafgaand aan het indienen van het verzoek om inschrijving voor dit terrein drie zaken zonder begeleiding hebben behandeld.
3. na het moment waarop de advocaat is toegelaten jaarlijks behalen van vijf opleidingspunten op het terrein van de rechtsbijstandverlening aan slachtoffers. Zowel civielrechtelijke als strafrechtelijke aspecten dienen daarbij aan bod te komen.
art. 35 en 36 Bvr 2000) van Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016">
Artikel 7. Voorschotten ( art. 35 en 36 Bvr 2000)
De advocaat ontvangt het op basis van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 verstrekte voorschot persoonlijk en is persoonlijk aansprakelijk voor de onverwijlde terugbetaling c.q. verrekening met de vergoedingen in zaken op basis waarvan het voorschot is berekend, in geval de inschrijving wordt doorgehaald. De advocaat die in loondienst heeft gewerkt, kan zich er niet op beroepen dat voorschotten aan zijn patroon/kantoor zijn uitbetaald.
art. 17 Wrb) van Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016">
Artikel 8. Doorhaling inschrijving ( art. 17 Wrb)
1.
De inschrijving van de advocaat kan door de Raad worden doorgehaald:
a. op eigen verzoek;
b. wanneer hij de hoedanigheid van advocaat verliest;
c. gedurende de tijd dat hij op grond van een tuchtrechtelijke beslissing of anderszins onherroepelijk is geschorst in de uitoefening van zijn beroep;
d. indien de advocaat niet voldaan heeft dan wel niet langer voldoet aan de voor de inschrijving gestelde voorwaarden;
e. indien naar het oordeel van de Raad genoegzaam is gebleken dat de rechtsbijstandverlening door de advocaat niet voldoet aan redelijkerwijs te stellen eisen van doelmatigheid of zorgvuldigheid;
f. indien naar het oordeel van de Raad genoegzaam is gebleken dat de advocaat herhaaldelijk onjuiste informatie heeft verstrekt ten behoeve van het vaststellen van de vergoeding;
g. indien de advocaat niet voldoet aan de eisen gesteld aan de wijze van indiening van een aanvraag om een toevoeging;
h. indien de advocaat niet voldoet aan de eisen gesteld aan de inrichting en de wijze van indiening van een aanvraag om vaststelling van de vergoeding.
2.
De Raad heeft met betrekking tot de toepassing van artikel 17, tweede lid Wrb maatregelbeleid vastgesteld. 17
3.
Doorhaling van de inschrijving voor een specifiek rechtsgebied kan plaatsvinden indien de advocaat niet langer voldoet aan de bij deze regeling gestelde (deskundigheids)vereisten. Deze doorhaling geldt voor een periode van minimaal één jaar. Voor herinschrijving gelden de voor het specifiek rechtsgebied gestelde voorwaarden.
4.
De Deken van de NOvA in het arrondissement waar de betreffende advocaat kantoor houdt, wordt geïnformeerd over een uitschrijving, anders dan op eigen verzoek.
5.
De Raad weigert herinschrijving indien de inschrijving van een advocaat is doorgehaald in de gevallen beschreven in het eerste lid onder e, f, g en h.
Artikel 9. Algemene bepaling
De advocaat onthoudt zich van gedragingen die met de doelstelling van deze voorwaarden in strijd komen. Zo is het niet toegestaan om toevoegingen aan te vragen ten behoeve van een andere advocaat of rechtsbijstandverlener, bijvoorbeeld voor een niet ingeschreven advocaat of voor een advocaat die niet aan specifieke deskundigheidseisen voldoet of het maximum aantal toevoegingen heeft bereikt. Het is evenmin toegestaan de gevolgen van algehele uitschrijving of uitschrijving van een specifiek rechtsgebied te ontgaan door andere advocaten toevoegingen te laten aanvragen.
Aldus vastgesteld te
Utrecht, op 7 december 2015
directeur stelsel
directeur bedrijfsvoering