Besluit van het Productschap Pluimvee en Eieren van 14 juni 2007
Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren;
Gelet op artikel 3, tiende lid, artikel 4, eerste en vierde lid a. en c., en artikel 5 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007;
2.
Het in het eerste lid bedoelde hygiëneonderzoek wordt vier keer per kalenderjaar uitgevoerd, overeenkomstig
Bijlage I .
3.
De voorwaarden waaronder een ondernemer zelf een deel van het hygiëneonderzoek mag uitvoeren zijn opgenomen in
Bijlage II .
1.
De ondernemer onderzoekt eendagskuikens op Salmonella overeenkomstig de werkvoorschriften als opgenomen in
Bijlage III . Hiervoor worden dons, eierschalen of inlegvellen uit uitkomstladen bemonsterd en geanalyseerd door een door de voorzitter erkend laboratorium.
2.
De ondernemer laat de monsters als bedoeld in het eerste lid door een door de voorzitter erkend laboratorium serotyperen naar Salmonella enteritidis of Salmonella typhimurium, Salmonella hadar, Salmonella infantis en Salmonella virchow.
3.
De resultaten van de analyse als bedoeld in het eerste lid en van de serotypering als bedoeld in het tweede lid worden door of namens de ondernemer schriftelijk gemeld aan de leverancier van de broedeieren.
Artikel 4
De ondernemer verstrekt direct bij aflevering aan de afnemer van de eendagskuikens schriftelijk de informatie betreffende de status, zoals omschreven in
Bijlage IV , van een partij eendagskuikens die bestemd is voor de productie van consumptie-eieren.
1.
Broedeieren worden ingelegd volgens de indeling zoals opgenomen in
Bijlage V , teneinde kruisbesmetting met Salmonella te voorkomen.
2.
De kuikenbroederij die alleen wordt gebruikt voor het inleggen en uitbroeden van eendagskuikens-moederdierlegrassen of eendagskuikens-leghennen voldoet aan de volgende inrichtingseisen:
a.
de broedeierenstroom loopt in één richting;
b.
de stroomrichting van de lucht, de kuikens, het bedrijfsafval en het destructiemateriaal mag niet tegengesteld zijn aan de stroomrichting van de broedeieren;
c.
de ventilatiesystemen van de voorbroed- en uitkomstlokalen zijn zodanig van elkaar gescheiden dat geen lucht van de uitkomstlokalen in de voorbroedlokalen kan komen;
d.
er mag geen onderdruk in de voorbroedlokalen ten opzichte van de uitkomstlokalen ontstaan;
e.
de uitlaat- en inlaatopeningen zijn zo ver van elkaar verwijderd dat in de voorbroedlokalen geen instroom van lucht van het uitkomst- en kuikenlokaal kan plaatsvinden;
f.
de aan- en afvoer van broedeieren, de afvoer van eendagskuikens en de afvoer van destructiemateriaal gebeuren fysiek van elkaar gescheiden.
3.
De ondernemer die de kuikenbroederij slechts gebruikt voor het inleggen en uitbroeden van eendagskuikens-moederdierlegrassen of eendagskuikens-leghennen stelt een reinigings- en ontsmettingsplan op.
4.
Indien met het onderzoek als bedoeld in
artikel 3 wordt aangetoond dat de eendagskuikens-moederdierlegrassen of eendagskuikens-leghennen besmet zijn met Salmonella enteritidis, Salmonella typhimurium Salmonella hadar, Salmonella infantis of Salmonella virchow reinigt en ontsmet de ondernemer de kuikenbroederij overeenkomstig het in het derde lid bedoelde plan.
1.
Dit besluit kan worden aangehaald als: Hygiënebesluit kuikenbroederijen legsector (PPE) 2007.
2.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, waarin het wordt geplaatst.