Besluit van het Productschap van Pluimvee en Eieren van 29 oktober 2009, houdende hygiënemaatregelen voor ondernemers die een fokbedrijf, opfokbedrijf of vermeerderingsbedrijf uitoefenen in de kalkoensector uitoefenen (Hygiënebesluit fokbedrijven, opfokbedrijven en vermeerderingsbedrijven kalkoensector (PPE) 2009)
Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren:
Gelet op artikel 3, derde en zevende lid, artikel 4, eerste, vierde, zevende, achtste en negende lid en artikel 5, derde lid van de Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij (PPE) 2009;
2.
Indien de in het eerste lid bedoelde uitslag groter is dan 1,5 maar kleiner dan of gelijk aan 3,0 is, dan wordt door een professioneel ontsmettingsbedrijf de stal opnieuw ontsmet. Na de volgende leegstandsperiode mag een nieuw koppel pas worden geplaatst, indien de uitslag van het hygiënogram kleiner of gelijk is aan 1,5.
3.
Indien de in het eerste lid bedoelde uitslag groter is dan 3,0, dan wordt de betreffende stal opnieuw gereinigd en ontsmet. Na het reinigen en ontsmetten wordt opnieuw een hygiënogram verricht. Een koppel mag alleen worden geplaatst, indien de uitslag van het onderzoek kleiner dan of gelijk is aan 1,5.
4.
eer overeenkomstig
Bijlage II onder b. van het Besluit erkenningsvoorwaarden en werkwijzen HOSOWO-instanties (PPE) 2007 de uitslag van twee van de vijf onderdelen van de visuele controle slecht is, wordt na de volgende ronde nogmaals een hygiënogram uitgevoerd.
2.
Indien met het in het eerste lid bedoelde onderzoek Salmonella wordt aangetoond, handelt de ondernemer overeenkomstig
Bijlage I .
1.
De monstername bedoeld in
artikel 4, vierde lid, onder c. van de Verordening wordt uitgevoerd bij de vermeerderingsbedrijven en fokbedrijven waar op grond van de uitslag van de serotypering van de door de ondernemer overeenkomstig
Bijlage I uitgevoerde monstername in de voorafgaande twaalf maanden een besmetting met de serotypen Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij een koppel is aangetoond.
3.
De voorzitter kan jaarlijks vermeerderingsbedrijven en fokbedrijven aanwijzen voor de monstername bedoeld in
artikel 4, vierde lid, onder c. van de Verordening teneinde te verzekeren dat per kalenderjaar bij tien procent van het totale aantal vermeerderingsbedrijven en fokbedrijven deze monstername wordt uitgevoerd.
1.
De ondernemer legt de resultaten van de detectie en de serotypering van de overeenkomstig
Bijlage I uitgevoerde monstername schriftelijk vast en geeft deze resultaten binnen tien werkdagen nadat deze resultaten bij de ondernemer bekend zijn schriftelijk door aan de afnemer van de fokkalkoenen, vermeerderingskalkoenen of broedeieren.
2.
De ondernemer meldt de uitslag van de detectie en de serotypering van de overeenkomstig
Bijlage I uitgevoerde monstername aan het productschap binnen één werkdag nadat de resultaten bij de ondernemer bekend zijn indien Salmonella is gedetecteerd en binnen tien werkdagen nadat de resultaten bij de ondernemer bekend zijn indien geen Salmonella is gedetecteerd.
1.
Indien vóór het einde van een ronde kalkoenen van een fokbedrijf of vermeerderingsbedrijf worden afgevoerd, voert de ondernemer de betreffende kalkoenen af in bedrijfseigen kratten of containers.
2.
De ondernemer heeft bedrijfseigen vangmateriaal op het fokbedrijf, opfokbedrijf en vermeerderingsbedrijf aanwezig.
1.
Dit besluit kan worden aangehaald als: Hygiënebesluit fokbedrijven, opfokbedrijven en vermeerderingsbedrijven kalkoensector (PPE) 2009.
2.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag van inwerkingtreding van de
Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij (PPE) 2009 .
Zoetermeer, 29 oktober 2009