Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten
Citeertitel:
Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten
Ook bekend als:
Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de Nederlandse Antillen
Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de Nederlandse Antillen
Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de Nederlandse Antillen
HRWN-CM
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.
Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten
Citeertitel:
Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten
Ook bekend als:
Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de Nederlandse Antillen
Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de Nederlandse Antillen
Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de Nederlandse Antillen
HRWN-CM
Sedert 1 april 2003 is in verschillende artikelen in de RWN als voorwaarde opgenomen dat een vreemdeling een bepaalde periode, van één jaar ( artikel 6, eerste lid, aanhef en onder f, RWN), twee jaar ( artikel 8, tweede lid, RWN), drie jaar ( artikel 6, eerste lid, aanhef en onder b, RWN, artikel 8, vierde en vijfde lid, RWN en artikel 11, derde, vierde en vijfde lid, RWN), vijf jaar ( artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c, RWN), veertien jaar ( artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, RWN) of vijftien jaar ( artikel 6, eerste lid, aanhef en onder g en h, RWN) onafgebroken in het Koninkrijk moet zijn toegelaten. Dit houdt in dat er in de vereiste periode geen zogeheten ‘verblijfsgaten’ mogen voorkomen. Een verblijfsgat leidt tot een onderbreking van de hierboven genoemde termijnen. Na de onderbreking begint de termijn opnieuw te lopen. Of sprake is van een verblijfsgat is op zich een vreemdelingrechtelijke vraag.
De Gouverneur onderzoekt aan de hand van het verblijfsdocument in samenhang met de beschikbare gegevens in de PIVA (en – indien voorhanden – de gegevens in het NAVAS en/of FMS), de huidige verblijfsrechtelijke status van een optant of een naturalisandus en van de personen om wier medeverkrijging/medeverlening is verzocht ( artikelen 16, eerste lid, en 42, eerste lid, BVVN).
Indien uit de overgelegde verblijfstitels in samenhang met de beschikbare gegevens uit de PIVA en NAVAS/FMS c.q. de vreemdelingenadministratie niet duidelijk blijkt of de vereiste periode van toelating onafgebroken is geweest, zal de Gouverneur een bericht om toelating (BOT) opvragen. De procedure hiervoor is als volgt: