artikel 26, eerste lid van Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten">
Het vereiste van toelating en hoofdverblijf, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder f, is niet van toepassing op de vreemdeling die nadat hij meerderjarig is geworden het Nederlanderschap heeft verloren als gevolg van verkrijging van een andere nationaliteit op grond van artikel 5 (oud) zoals dit luidde tot 1 maart 1964, en artikel 7, aanhef en ten eerste of ten derde, van de Wet van 12 december 1892, Stb. 268, op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, dan wel dit heeft verloren op grond van artikel 15, aanhef en onder a, indien de persoon:
a.
in het land van die andere nationaliteit is geboren en daar ten tijde van de verkrijging zijn hoofdverblijf heeft gehad;
b.
voor het bereiken van de meerderjarige leeftijd gedurende een onafgebroken periode van tenminste vijf jaren in het land van die andere nationaliteit zijn hoofdverblijf heeft gehad; of
c.
ten tijde van de verkrijging van die andere nationaliteit gehuwd was met een persoon van die andere nationaliteit.
Alleen personen die tijdens hun meerderjarigheid, dus op of na hun achttiende jaar, of indien zij voordien gehuwd zijn of indien zij een in Nederland geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, of een buiten Nederland geregistreerd partnerschap zijn aangegaan als bedoeld in
artikel 1, tweede lid, RWN, de Nederlandse nationaliteit hebben verloren, vallen onder deze bepaling. Het moet bovendien gaan om:
–
verlies op grond van artikel 5 (oud) WNI. Het gaat daarbij om de Nederlandse vrouw die de Nederlandse nationaliteit voor 1 maart 1964 heeft verloren als gevolg van haar huwelijk met een niet-Nederlandse man; óf
–
verlies op grond van artikel 7, aanhef en ten eerste, WNI. Het gaat daarbij om de persoon die de Nederlandse nationaliteit voor 1 januari 1985 heeft verloren door naturalisatie in een ander land; óf
–
verlies op grond van artikel 7, aanhef en ten derde, WNI. Het gaat daarbij om de persoon die de Nederlandse nationaliteit voor 1 januari 1985 heeft verloren als gevolg van het verkrijgen van een andere nationaliteit door zijn wil. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het verkrijgen van een andere nationaliteit door optie; óf
–
verlies op grond van
artikel 15, aanhef en onder a, RWN. Het gaat daarbij om de persoon die de Nederlandse nationaliteit tussen 1 januari 1985 en 1 april 2003 heeft verloren door de vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit.
De oud-Nederlander die de Nederlandse nationaliteit heeft verloren op een andere grond kan geen beroep doen op dit artikel. Zo kan degene die de Nederlandse nationaliteit heeft verloren op grond van de TOI, de TOS of op grond van artikel 1, eerste lid, Verdrag van Straatsburg geen beroep doen op dit artikel. Bij het verlies op grond van artikel 1, eerste lid, Verdrag van Straatsburg gaat het om oud-Nederlanders die na 9 juni 1985 vrijwillig de nationaliteit hebben verkregen van Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk of na 18 juni 1991 van België. Ingevolge
artikel 15A, aanhef en onder a, RWN is er echter geen sprake van verlies op grond van artikel 1, eerste lid, Verdrag van Straatsburg indien de oud-Nederlander vrijwillig de Franse of Italiaanse nationaliteit heeft verkregen terwijl hij behoorde tot de doelgroep van het Tweede Protocol.
70[137]
Daarnaast moet ook worden voldaan aan één van de onder a, b of c genoemde voorwaarden:
–
de oud-Nederlander is geboren in het land van zijn huidige nationaliteit en hij had daar ook zijn hoofdverblijf op het moment dat hij die nationaliteit verkreeg; óf
–
de oud-Nederlander heeft voor hij achttien jaar werd gedurende ten minste vijf jaar ononderbroken hoofdverblijf gehad in het land van zijn huidige nationaliteit; óf
–
ten tijde van de verkrijging van zijn huidige nationaliteit, was de oud-Nederlander gehuwd met een persoon die in het bezit was van die nationaliteit.
Artikel 26 RWN geldt niet voor personen die uitsluitend de staat van Nederlands onderdaan-niet-Nederlander hebben bezeten.