{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 1
1-1-a. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a
1-1-b. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b
1-1-e. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder e
1-1-f. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder f
1-1-g. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder g
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Toelating
paragraaf 2.1. Aantonen toelating
paragraaf 3. Toelating voor onbepaalde tijd
paragraaf 4. Toelating minderjarigen
paragraaf 5. Onafgebroken periode(n) van toelating/‘verblijfsgat’
paragraaf 5.1. Procedure afgifte bericht omtrent toelating
1-1-h. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder h
1-2. Toelichting ad artikel 1, tweede lid
Artikel 2
Artikel 2
2-1. Toelichting ad artikel 2, eerste lid
2-2. Toelichting ad artikel 2, tweede lid
2-3. Toelichting ad artikel 2, derde lid
paragraaf 1. Algemeen
Paragraaf 2. Rechtshandelingen minderjarigen door tussenkomst van wettelijk vertegenwoordiger
paragraaf 3. Wettelijk vertegenwoordiger
2-4. Toelichting ad artikel 2, vierde lid
2-5. Toelichting ad artikel 2, vijfde lid
Artikel 3
Artikel 3
3-alg. Toelichting algemeen
3-1. Toelichting ad artikel 3, eerste lid
3-2. Toelichting ad artikel 3, tweede lid
3-3. Toelichting ad artikel 3, derde lid
Artikel 4
Artikel 4
4-alg. Toelichting algemeen
Paragraaf 1. Algemeen
Paragraaf 2. Kind geboren vóór 1 januari 1985, Nederlandse vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003
Paragraaf 3. Kind geboren op of ná 1 januari 1985; Nederlandse vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003
Paragraaf 4. Kind geboren op of na 1 januari 1985, buitenlandse vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003
Paragraaf 5. Uitzondering: de vader is geen Nederlander (kind geboren op of na 1 januari 1985; vaststelling vaderschap vóór 1 april 2003)
4-1. Toelichting ad artikel 4, eerste lid
4-2. Toelichting ad artikel 4, tweede lid
4-3. Toelichting ad artikel 4, derde lid
4-4. Toelichting ad artikel 4, vierde lid
4-5. Toelichting ad artikel 4, vijfde lid
4-6. Toelichting ad artikel 4, zesde lid
Artikel 5
Artikel 5
5-alg. Toelichting algemeen
Artikel 5a
Artikel 5a
5a-alg. Toelichting algemeen
5a-1. Toelichting ad artikel 5a, eerste lid (sterke adoptie)
Artikel 5b
Artikel 5b
5b-alg. Toelichting algemeen
1. Wet conflictenrecht adoptie (Wcad)
2. Verhouding met Haags adoptieverdrag 1993
3. Verkrijging Nederlanderschap ingevolge artikel 5b RWN alleen op of na 1 januari 2004
5b-1. Toelichting ad artikel 5b, eerste lid
5b-2. Toelichting ad artikel 5b, tweede lid
Artikel 5c
Artikel 5c
5c-alg. Toelichting algemeen
Artikel 6
Artikel 6
6-alg. Toelichting Algemeen
6-1-a. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder a
6-1-b. Toelichting ad artikel 6 eerste lid, aanhef en onder b
6-1-c. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder c
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Erkenning en wettiging van minderjarigen vóór 1 april 2003
paragraaf 3. Vereiste van opvoeding en verzorging door de Nederlandse man
paragraaf 3.1. Bewijslast opvoeding en verzorging
paragraaf 3.2. Bewijsmiddelen
paragraaf 4. Erkenning en wettiging vanaf 1 maart 2009
paragraaf 5. Naamskeuze voor/door de optant
paragraaf 6. Overgangsrecht
6-1-d. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder d
paragraaf 1. Algemeen
6-1-e. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e
6-1-f. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder f
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Oud-Nederlander of oud-Nederlands onderdaan-niet-Nederlander
paragraaf 3. Overgangsregeling
6-1-g. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder g
6-1-h. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder h
6-1-i. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder i
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 1.1. Geboorte vóór 1 januari 1985
paragraaf 1.2. Bezit Nederlandse nationaliteit moeder ten tijde van geboorte van kind
paragraaf 1.2.1. Gevolgen van het huwelijk voor de nationaliteit van de vrouw
paragraaf 1.2.1.1. Gehuwde vrouw: huwelijk in periode tot 1 maart 1964
paragraaf 1.2.1.2. Gehuwde vrouw: huwelijk in periode na 1 maart 1964
paragraaf 1.2.2. Geboorte uit een ongehuwde vrouw met de Nederlandse nationaliteit
paragraaf 1.3. De vader is niet-Nederlander ten tijde van geboorte van kind
paragraaf 1.4. Voorbeelden: welke situaties vallen onder deze optiemogelijkheid
paragraaf 1.5. Niet eerder de Nederlandse nationaliteit verkregen door optie
paragraaf 1.6. Vereiste documenten
paragraaf 2. De Wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap van 12 december 1892
paragraaf 2.1. Verkrijging van de Nederlandse nationaliteit onder de WNI 1892
paragraaf 2.2. Andere verliesgronden dan verbonden aan het sluiten van een huwelijk met een niet-Nederlander onder de WNI 1892
6-1-j. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder j
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 1.1. Verkrijging Nederlanderschap door adoptie onder de WNI
paragraaf 1.2. Verkrijging Nederlanderschap door adoptie onder de WNI
paragraaf 1.3. Bezit Nederlandse nationaliteit adopiefmoeder ten tijde van onherroepelijk uitspraak
paragraaf 1.4. Niet eerder de Nederlandse nationaliteit verkregen door optie
paragraaf 1.5. Vereiste documenten
6-1-k. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder k
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 1.1. Afstamming door geboorte
paragraaf 1.2. Afstamming door geboorte
paragraaf 1.3. Vereiste documenten
6-1-l. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder l
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 1.1. Afstamming door erkenning als minderjarige van zes jaar of ouder
paragraaf 1.2. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
paragraaf 1.3. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
6-1-m. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder m
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 1.1. Afstamming door erkenning als minderjarige van zeven jaar of ouder
paragraaf 1.2. Bewijs biologisch vaderschap erkenner
paragraaf 1.3. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
paragraaf 1.4. Vereiste documenten
6-1-n. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder n
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 1.1. Afstamming door gerechtelijke vaststelling vaderschap
paragraaf 1.2. Eerste verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
paragraaf 1.3. Vereiste documenten
6-1-o. Toelichting ad artikel 6, eerste lid, aanhef en onder o
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 1.1. Afstamming door adoptie binnen het Koninkrijk van een minderjarige
paragraaf 1.2. Eerst verkrijging van het Nederlanderschap door optiegerechtigde ouder
paragraaf 1.3. Vereiste documenten
6-2. Toelichting ad artikel 6, tweede lid
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Optanten die de bereidverklaring en de verklaring van verbondenheid moeten afleggen
paragraaf 3. Ondertekenen bereidverklaring (model 1.36) (zie paragraaf 2.2.4.1Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid)
paragraaf 4. Afleggen verklaring van verbondenheid (zie tevens paragraaf 2.12.3 Afleggen verklaring van verbondenheid in de toelichting bij artikel 6, derde lid, RWN)
paragraaf 5. Niet uitreiken bij niet verschijnen of weigering afleggen verklaring van verbondenheid (artikel 60a, derde lid, BVVN en paragraaf 2.12.3 Afleggen verklaring van verbondenheid)
6-3. Toelichting ad artikel 6, derde lid
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Procedure
paragraaf 2.1. Informatieverstrekking
paragraaf 2.2. Afleggen van de optieverklaring
paragraaf 2.2.1. Vormvereisten: afleggen in persoon
paragraaf 2.2.1.1. Meerderjarige optant
paragraaf 2.2.1.2
paragraaf 2.2.1.3. Medeverkrijging; Kinderen van de optant
paragraaf 2.2.1.4. Wettelijk vertegenwoordiger/andere ouder
paragraaf 2.2.1.5. Gemachtigde
paragraaf 2.2.2. Uitsluitend schriftelijk optieverklaring afleggen
paragraaf 2.2.3. Te verstrekken gegevens
paragraaf 2.2.4. Af te leggen verklaringen
paragraaf 2.2.4.1. Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid (model 1.36)
paragraaf 2.2.4.2. Waarheidsverklaring
Paragraaf 2.2.4.3. Verklaring verblijf en gedrag
paragraaf 2.2.4.4. Bereidheidsverklaring afstand
paragraaf 2.2.5. (overige) over te leggen documenten
paragraaf 2.2.5.1. Buitenlands reisdocument
paragraaf 2.2.5.2. Bewijsnood geldig buitenlands reisdocument (paspoort)
paragraaf 2.2.5.3. Buitenlandse akten van de burgerlijke stand
paragraaf 2.2.5.4. In het verleden overgelegde buitenlandse akten
paragraaf 2.2.5.5. Verkrijging, vertaling en legalisatie van buitenlandse documenten
paragraaf 2.2.5.6. Bewijsnood (gelegaliseerde/van apostille voorziene) buitenlandse documenten
paragraaf 2.3. Inontvangstneming optieverklaring
paragraaf 2.3.1. Bevoegdheid in ontvangst nemen optieverklaringen
paragraaf 2.3.2. Ontvangstbevestiging
paragraaf 2.3.3. Beoordeling verschuldigdheid optiegelden
paragraaf 2.3.4. Beoordeling volledigheid optieverklaring/inverzuimstelling
paragraaf 2.4. Voorbereiding van de beslissing
paragraaf 2.4.1. Toetsing juistheid verstrekte gegevens
paragraaf 2.4.2. Beoordeling of aan de (overige) voorwaarden wordt voldaan
paragraaf 2.4.2.1. Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid (bij optieverklaringen afgelegd op of ná 1 maart 2009)
paragraaf 2.4.2.2. Verblijfsrechtelijke status optant
Paragraaf 2.4.2.3. Geen gevaar voor de openbare orde, etc.
paragraaf 2.4.2.4. Naamsvaststelling en naamskeuze bij optie
paragraaf 2.4.2.5. Onderzoek naar zienswijze kind/wettelijk vertegenwoordiger/(andere) ouder
paragraaf 2.5. Bevestiging
paragraaf 2.6. Weigering bevestiging
paragraaf 2.6.1. Weigering bevestiging verklaring van de optant
paragraaf 2.6.2. Bevestiging ten aanzien van de ouder/weigering bevestiging medeverkrijging
paragraaf 2.7. Bezwaar
paragraaf 2.7.1. Onze Minister beslist
paragraaf 2.7.2. Afhandeling van de beslissing
paragraaf 2.7.2.1. Bezwaarschrift gegrond
paragraaf 2.7.2.2. Bezwaarschrift tegen weigering medeverkrijging Nederlanderschap door kind gegrond
paragraaf 2.7.2.3. Bezwaarschrift niet-ontvankelijk of ongegrond
paragraaf 2.8. (hoger) beroep
paragraaf 2.9. Verhuizing van de optant tijdens de procedure
paragraaf 2.10. Naturalisatieceremonie
paragraaf 2.10.1. De oproeping
paragraaf 2.10.2. De uitreiking/naturalisatieceremonie
paragraaf 2.10.3. Afleggen verklaring van verbondenheid
paragraaf 2.10.4. Zwaarwegende redenen en niet (mondeling) afleggen verklaring van verbondenheid
paragraaf 2.10.4.1. Zwaarwegende redenen om niet op een naturalisatieceremonie te verschijnen
paragraaf 2.10.4.2. Mondeling afleggen verklaring van verbondenheid en uitzonderingen
paragraaf 2.10.5. Procedurele aspecten na uitreiking
paragraaf 2.10.5.1. Terugmelding
Paragraaf 2.10.5.2. Administratieve verwerking en archivering van de bevestiging
6-4. Toelichting ad artikel 6, vierde lid
Bijlage
6-5. Toelichting ad artikel 6, vijfde lid
6-6. Toelichting ad artikel 6, zesde lid
6-7. Toelichting ad artikel 6, zevende lid
6-8. Toelichting ad artikel 6, achtste lid
6-9. Toelichting ad artikel 6, negende lid
Artikel 6a
Artikel 6a
6a-1. Toelichting ad artikel 6a, eerste lid
6a-2-a. toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder a
6a-2-b. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder b
6a-2-c. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder c
6a-2-d. Toelichting ad artikel 6a, tweede lid, aanhef en onder d
6a-3. Toelichting ad artikel 6a, derde lid
6a-4. Toelichting ad artikel 6a, vierde lid
6a-5. Toelichting ad artikel 6a, vijfde lid
6a-6. Toelichting ad artikel 6a, zesde lid
Artikel 7
Artikel 7
7-alg. Toelichting algemeen
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Nadere regelgeving in het BvvN
paragraaf 3. Procedure naturalisatie
paragraaf 3.1. Voorlichtingsfase
paragraaf 3.2. Indiening verzoek om naturalisatie
paragraaf 3.2.1. Meerderjarige verzoeker
paragraaf 3.2.2. Zelfstandig verzoek van minderjarigen (artikelen 10 en 11, vierde lid, RWN)
paragraaf 3.2.3. Medeverlening (artikel 11, eerste lid, RWN)
paragraaf 3.2.4. Wettelijk vertegenwoordiger/(andere) ouder
paragraaf 3.2.5. Gemachtigde
paragraaf 3.2.6. Uitsluitend schriftelijk verzoek
paragraaf 3.3. Te verstrekken gegevens
paragraaf 3.4. Af te leggen verklaringen
paragraaf 3.4.1. Bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid (model 2.30)
paragraaf 3.4.2. Waarheidsverklaring
Paragraaf 3.4.3. Verklaring verblijf en gedrag
paragraaf 3.4.4. Bereidheidsverklaring afstand
paragraaf 3.5. Over te leggen documenten
Paragraaf 3.5.1. Buitenlands reisdocument
paragraaf 3.5.2. Bewijsnood geldig buitenlands reisdocument (paspoort)
paragraaf 3.5.3. Buitenlandse akte(n) (van de burgerlijke stand)
Paragraaf 3.5.4. In het verleden overgelegde buitenlandse akten
paragraaf 3.5.5. Verkrijging, vertaling en legalisatie van buitenlandse documenten
paragraaf 3.5.6. Bewijsnood (gelegaliseerde/van apostille voorziene) buitenlandse documenten
paragraaf 3.6. Inontvangstneming verzoek
paragraaf 3.6.1. Bevoegdheid in ontvangst nemen van verzoeken
paragraaf 3.7. Beoordeling volledigheid van het verzoek
paragraaf 3.7.1. Beoordeling bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid (bij verzoeken om naturalisatie ingediend op of ná 1 maart 2009)
paragraaf 3.7.2. Beoordeling verschuldigdheid naturalisatiegelden
paragraaf 3.7.3. Beoordeling verplichting afleggen naturalisatietoets
paragraaf 3.7.4. Buitenbehandelingstelling
paragraaf 3.8. Voorbereiding beslissing op het verzoek om naturalisatie
paragraaf 3.8.1. Onderzoek juistheid verstrekte persoonsgegevens
paragraaf 3.8.2. Toetsing voorwaarden (mede)naturalisatie/naamsvaststelling en naamswijziging
paragraaf 3.9. Beslissing op het verzoek
paragraaf 3.10. Bezwaar
paragraaf 3.11. (hoger) beroep
paragraaf 3.12. Naturalisatieceremonie
paragraaf 3.12.1. De oproeping
paragraaf 3.12.2. De uitreiking/naturalisatieceremonie
paragraaf 3.12.3. Afleggen verklaring van verbondenheid
paragraaf 3.12.4. Zwaarwegende redenen en niet (mondeling) afleggen verklaring van verbondenheid
paragraaf 3.12.4.1. Zwaarwegende redenen om niet op een naturalisatieceremonie te verschijnen
paragraaf 3.12.4.2. Mondeling afleggen verklaring van verbondenheid en uitzonderingen
paragraaf 3.12.5. Procedurele aspecten na uitreiking
Artikel 8
Artikel 8
8-alg. Toelichting algemeen
8-1-a. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a
8-1-b. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Toelating van rechtswege of toelating bij vergunning verleend
paragraaf 2.1. Toelating van rechtswege
paragraaf 2.2. Toelating bij vergunning verleend
paragraaf 3. Verblijfsrecht
paragraaf 3.1. Aantonen verblijfsrecht
paragraaf 3.2. Beoordelingsmoment
paragraaf 3.3. Reden tot intrekking/niet-verlenging/einde van de verblijfsvergunning
paragraaf 3.4. Minderjarigen
8-1-c. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c
8-1-d. Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Procedure
paragraaf 2.1. De voorlichtingsfase
paragraaf 2.1.2. Aanvraagfase
Paragraaf 2.2. Volledige vrijstelling van de naturalisatietoets
paragraaf 2.2.1. Gedeeltelijke vrijstelling van de naturalisatietoets
paragraaf 2.2.2. Gedeeltelijke vrijstelling van de naturalisatietoets als gevolg van de invoering van de tweetalige naturalisatietoets per 1 januari 2011
paragraaf 2.2.3. Het certificaat bij gedeeltelijke vrijstelling
paragraaf 2.3. Ontheffing van de naturalisatietoets
paragraaf 2.3.1. Procedure bij beroep op ontheffing van de naturalisatietoets wegens een belemmering
paragraaf 2.3.2. Beroep op het ondanks geleverde inspanning redelijkerwijs niet in staat kunnen worden geacht het examen te behalen
paragraaf 3. Opneming in de Nederlandse samenleving (hiermee wordt bedoeld de samenleving van Bonaire, Sint Eustatius of Saba)
Paragraaf 3.1. Polygamie
Paragraaf 3.2. Beoordeling buitenlandse verstotingsakten
paragraaf 3.3. Weigering tot opneming in Nederlandse samenleving (hiermee wordt bedoeld de samenleving van Bonaire, Sint Eustatius of Saba)
Bijlage 1
8-1-e. Toelichting ad artikel 8, eerste lid en onder e
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Verzoekers die de bereidverklaring en de verklaring van verbondenheid moeten afleggen
paragraaf 3. Ondertekenen bereidverklaring (model 2.30)
paragraaf 4. Afleggen verklaring van verbondenheid
paragraaf 5. Niet uitreiken bij niet verschijnen of weigering afleggen verklaring van verbondenheid
8-2. Toelichting ad artikel 8, tweede lid
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 1.1. Oud-Nederlanders en voormalig Nederlands onderdanen-niet-Nederlander
paragraaf 1.2. Drie jaar onafgebroken huwelijk (geregistreerd partnerschap) en samenwoning met een Nederlander
8-3. Toelichting ad artikel 8, derde lid
8-4. Toelichting ad artikel 8, vierde lid
8-5. Toelichting ad artikel 8, vijfde lid
8-6. Toelichting ad artikel 8, zesde lid
Artikel 9
Artikel 9
9-alg. Toelichting algemeen
9-1-a. Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a
Paragraaf 1. Samenvatting openbare-ordebeleid
paragraaf 2. Afwijzing indien ten aanzien van de verzoeker is geconcludeerd dat artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag van toepassing is
Paragraaf 3. Afwijzing als de verblijfstitel op grond van de WTU-BES kan worden ingetrokken
Paragraaf 4. Afwijzing als er serieuze verdenkingen bestaan dat de vreemdeling een misdrijf heeft gepleegd waarop nog een sanctie kan volgen
Paragraaf 5. Afwijzing als in de periode van vier jaar direct voorafgaande aan het verzoek om naturalisatie of het afleggen van de optieverklaring (of de beslissing daarop) een sanctie ter zake van een misdrijf is opgelegd of ten uitvoer gelegd
Paragraaf 5.1. Misdrijven
Paragraaf 5.2. Transacties
Paragraaf 5.3. Cumulatie van sancties
Paragraaf 5.4. Voeging
Paragraaf 5.5. Taakstraffen
Paragraaf 5.6. Buitenlandse feiten
Paragraaf 5.7. Jeugdigen
Paragraaf 5.8. Vierjaartermijn
Paragraaf 5.9. Geheel of gedeeltelijk voorwaardelijke straffen
Paragraaf 5.10. Sepots en voorwaardelijke sepots
Paragraaf 5.11. Schadevergoeding
Paragraaf 5.12. Gratie
Paragraaf 6. Afwijking slechts mogelijk in geval van zeer bijzondere omstandigheden
Paragraaf 7. Procedure bij naturalisatie
Paragraaf 7.1. Verklaring verblijf en gedrag
Paragraaf 7.2. Gegevens van de Justitiële documentatiedienst bij naturalisatie
Paragraaf 7.3. Verzoek aan de IND
Paragraaf 7.4. Afwijzing als ernstige vermoedens bestaan dat verzoeker een gevaar vormt voor de veiligheid van het Koninkrijk
9-1-b. Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Hoofdregel: afstand van de oorspronkelijke nationaliteit
paragraaf 3. Uitzonderingscategorieën
paragraaf 3.2. Verzoeker bezit de nationaliteit van een Staat wier wetgeving of rechtspraktijk geen afstand van nationaliteit toestaat Verzoeker behoeft geen bereidheidsverklaring te ondertekenen
paragraaf 3.3. Volgens de nationaliteitswetgeving van veel Staten geldt dat eerst dan afstand van de nationaliteit kan worden gedaan nadat een andere nationaliteit is verkregen (bijvoorbeeld ter voorkoming van staatloosheid)
paragraaf 3.4. Verzoeker zal – naar hij aantoont – voor het doen van afstand een bedrag aan leges moeten betalen van zodanige hoogte dat hij daardoor een substantieel financieel nadeel zal lijden
paragraaf 3.4.1. Minimum en maximum financieel nadeel
paragraaf 3.4.2. Vaststelling van het inkomen en vermogen
paragraaf 3.4.3. Niet-zelfstandigen (ofwel loontrekkenden)
paragraaf 3.4.4. Zelfstandigen
paragraaf 3.5. De verzoeker zal – naar hij aantoont – door het doen van afstand vermogensrechtelijke rechten die hij ten tijde van de indiening van het verzoek om naturalisatie in het land van oorsprong bezit verliezen, waardoor hij een substantieel financieel nadeel zal lijden
paragraaf 3.5.1. Minimum en maximum financieel nadeel
paragraaf 3.5.2. Vaststelling van het vermogen/vermogensgrenzen
paragraaf 3.5.3. Substantieel financieel nadeel (verhouding tussen overig vermogen en verlies van vermogensrechtelijke rechten)
paragraaf 3.6. De verzoeker zal – naar hij aantoont – slechts dan afstand van zijn oorspronkelijke nationaliteit kunnen doen, nadat hij aldaar zijn militaire dienstplicht heeft verricht of deze heeft afgekocht. Indien verzoeker om die reden de oorspronkelijke nationaliteit wenst te behouden, dient hij een verklaring te ondertekenen waaruit blijkt dat hij een beroep doet op deze uitzonderingscategorie en waaruit blijkt dat hij niet bereid is afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit
paragraaf 3.7. Voor de verzoeker van wie niet kan worden verlangd dat hij zich wendt tot de autoriteiten van het land waarvan hij de nationaliteit bezit, geldt de verplichting om afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit niet
paragraaf 3.8. De verzoeker heeft – naar hij stelt en aantoont – bijzondere en objectief waardeerbare redenen om geen afstand te doen van zijn oorspronkelijke nationaliteit
paragraaf 3.9. Een verzoeker is onderdaan van een Staat, welke niet door Nederland wordt erkend
paragraaf 4. Bewijsstukken
paragraaf 5. Procedure afstandsverplichting bij artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, RWN
paragraaf 5.1. De verzoeker valt onder uitzonderingscategorie 3.1, 3.2 of 3.9
paragraaf 5.2. De verzoeker valt niet onder uitzonderingscategorie 3.1, 3.2 of 3.9 en is niet bereid afstand te doen en doet een beroep op een van de uitzonderingen 3.4 tot en met 3.8
paragraaf 5.3. De verzoeker is wél bereid afstand te doen
Bijlage 1. Overzicht afstandsbepalingen in de nationaliteitswetgevingen van de staten der Verenigde Naties
9-1-c. Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder c
9-2. Toelichting ad artikel 9, tweede lid
9-3. toelichting ad artikel 9, derde lid
paragraaf 1. Algemeen
9-3-a. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder a
9-3-b. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder b
9-3-c. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder c
9-3-d. Toelichting ad artikel 9, derde lid, aanhef en onder d
9-4. Toelichting ad artikel 9, vierde lid
9-5. Toelichting ad artikel 9, vijfde lid
Artikel 10
Artikel 10
10-alg. Toelichting algemeen
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Voorbeelden van bijzondere gevallen
paragraaf 2.1. Koninkrijks belang c.q. belang van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba (staatsbelang, economisch en cultureel)
paragraaf 2.2. Humanitaire redenen
paragraaf 2.3. Ambtelijk verzuim
paragraaf 2.4. Niet bijzondere gevallen
paragraaf 3. Topsporters
paragraaf 3.1. Advisering
paragraaf 3.2. Niveau van sportbeoefening
paragraaf 3.3. Blokkeringstermijnen
paragraaf 3.4. Advies Onze Minister (na overleg met de Staatssecretaris van VWS)
paragraaf 3.5. Beslissing
Artikel 11
Artikel 11
11-alg. Toelichting Algemeen
11-1. Toelichting ad artikel 11, eerste lid
11-2. Toelichting ad artikel 11, tweede lid
11-3. Toelichting ad artikel 11, derde lid
11-4. Toelichting ad artikel 11, vierde lid
11-5. Toelichting ad artikel 11, vijfde lid
11-6. Toelichting ad artikel 11, zesde lid
11-7. Toelichting ad artikel 11, zevende lid
11-8. Toelichting ad artikel 11, achtste lid
Artikel 12
Artikel 12
12-alg. Toelichting algemeen
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 1.1. Geslachtsnaam gehuwde vrouwen
paragraaf 1.2. Geslachtsnaam minderjarige kinderen
paragraaf 1.3. Nederlandse kinderen
paragraaf 1.4. Correctie van kennelijke misslagen in het koninklijk besluit
paragraaf 1.5. Weigering de geslachtsnaam te laten vaststellen
12-1. Toelichting ad artikel 12, eerste lid
paragraaf 1. Namenreeks of naamsketen
paragraaf 2. De naam slechts bestaat uit één bestanddeel (zogenaamde roepnaam)
paragraaf 3. De namen worden op uiteenlopende wijze gespeld in documenten van gelijke rangorde
paragraaf 4. Naamsvaststelling bij minderjarige kinderen
12-2. Toelichting ad artikel 12, tweede lid
paragraaf 1. Overbrenging naar in het Koninkrijk gebruikelijke lettertekens
paragraaf 2. Naamswijziging
paragraaf 3. Wijziging van uitsluitend voornamen
paragraaf 4. Naamswijziging bij minderjarige kinderen
Artikel 13
Artikel 13
13-1. Toelichting ad artikel 13, eerste lid
paragraaf 1. Optiegelden
paragraaf 1.1. Tarieven
paragraaf 1.2. Categoriale vrijstelling van optiegelden
paragraaf 1.3. Ontheffing van optiegelden
paragraaf 1.4. In een enkel geval geen optiegelden verschuldigd
paragraaf 2. Naturalisatiegelden
paragraaf 2.1. Tarieven naturalisatiegelden
paragraaf 2.2. Tarieven C en D
paragraaf 2.3. Tarieven F en G
paragraaf 2.4. Tarief H
paragraaf 2.5. Categoriale vrijstelling van leges
paragraaf 2.6. Ontheffing van naturalisatiegelden
paragraaf 3. Betaling van de verschuldigde optie- en naturalisatiegelden
13-2. Toelichting ad artikel 13, tweede lid
Artikel 14
Artikel 14
14-1. Toelichting ad artikel 14, eerste lid
paragraaf 1. Intrekkingsmogelijkheid beperkt tot datum herziening RWN (1 april 2003)
paragraaf 2. Algemeen
paragraaf 2.1. Gebruik van valse identiteit bij naturalisatie of optie
paragraaf 2.1.1. Gebruik van valse identiteit bij naturalisatie of optie
paragraaf 2.1.2. Bijzondere omstandigheden
paragraaf 2.1.3. Naturalisatiebesluit van op of na 1 april 2003
paragraaf 2.2. Intrekking Nederlanderschap wegens valse verklaringen, bedrog of verzwijging van relevante feiten
paragraaf 2.3. Belangenafweging
paragraaf 2.4. Gevolgen voor kinderen
paragraaf 3. Administratieve handelingen voorafgaand aan het intrekkingsbesluit
paragraaf 4. Procedure tot intrekking van het Nederlanderschap
paragraaf 4.1. Voornemenprocedure
paragraaf 4.2. Besluit tot intrekking van het Nederlanderschap
paragraaf 5. Administratieve handelingen na intrekking Nederlanderschap
paragraaf 5.1. Verzending, uitreiking en publicatie van het intrekkingsbesluit
paragraaf 5.2. Administratieve verwerking van het besluit tot intrekking door de ontvangende autoriteit
paragraaf 5.3. Gevolgen van de intrekking voor de namen van betrokkene
14-2. Toelichting ad artikel 14, tweede lid
paragraaf 1. Algemene wettelijke uitgangspunten
paragraaf 1.1. Overgangsrecht
paragraaf 1.2. Intrekking geen terugwerkende kracht
paragraaf 2. Algemeen
paragraaf 2.1. Misdrijven bedoeld in het tweede lid
paragraaf 2.1.1. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder a
paragraaf 2.1.2. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder b
paragraaf 2.1.2.1. Artikel 83 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht
paragraaf 2.1.2.2. Artikel 205 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht
paragraaf 2.1.3. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder c
paragraaf 2.1.4. Misdrijven bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder d
paragraaf 2.2. In mindere mate een belangenafweging in het kader van artikel 14, tweede lid RWN
paragraaf 2.3. Het Nederlanderschap van het minderjarige kind van degene wiens Nederlanderschap wordt ingetrokken op grond van artikel 14, tweede lid RWN
paragraaf 3. Procedure tot intrekking van het Nederlanderschap en de afwikkeling
14-3. Toelichting ad artikel 14, derde lid
14-4. Toelichting ad artikel 14, vierde lid
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Overgangsrecht artikel 14, vierde lid
14-5. Toelichting ad artikel 14, vijfde lid
14-6. Toelichting ad artikel 14, zesde lid
Artikel 15
Artikel 15
15-alg. Toelichting Algemeen
15-1-a. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a
paragraaf 1. Vrijwillige verkrijging
paragraaf 1.1. Ondanks vrijwillige verkrijging andere nationaliteit geen verlies Nederlanderschap
paragraaf 1.2. Een andere nationaliteit/statenopvolging
15-1-b. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Tot inontvangstneming bevoegde autoriteit
paragraaf 3. Wijze van afleggen van de verklaring van afstand
paragraaf 4. Delen van kinderen in de afstand
paragraaf 5. opmaken verklaring en ontvangstbevestiging
paragraaf 6. Berichtgeving aan andere autoriteiten
paragraaf 7. Verdere administratieve afhandeling
15-1-c. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c
Paragraaf 1. Algemeen
Paragraaf 1.1. Stuiting van de verliestermijn
paragraaf 1.2. Verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap
paragraaf 1.3. Onderbreking van het hoofdverblijf langer dan een jaar
paragraaf 1.4. Situatie tot 1 april 2003
paragraaf 2. Overgangsrecht artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c
15-1-d. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder d
15-1-e. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder e
15-1-f. Toelichting ad artikel 15, eerste lid, aanhef en onder f
15-2. Toelichting ad artikel 15, tweede lid
15-3. Toelichting ad artikel 15, derde lid
15-4. Toelichting ad artikel 15, vierde lid
Artikel 15a
Artikel 15a
15a-alg. Toelichting algemeen
15a-a. Toelichting ad artikel 15a, aanhef en sub a (Verdrag van Straatsburg)
15a-b. Toelichting ad artikel 15A, aanhef en onder b (Toescheidingsovereenkomst Nederland/Suriname)
Artikel 16
Artikel 16
16-alg. Toelichting algemeen
16-1-a. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder a
16-1-b. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder b
paragraaf 1. Algemeen
paragraaf 2. Afleggen verklaring van afstand
paragraaf 2.1. Afstand Nederlanderschap door minderjarigen tot 12 jaar
paragraaf 2.2. Afstand Nederlanderschap door minderjarigen tussen de 12 en 16 jaar
paragraaf 2.2.1. Horen minderjarige 12 tot 16 jaar over bedenkingen tegen het verlies van het Nederlanderschap
paragraaf 2.2.2. Horen ouder die geen wettelijk vertegenwoordiger is over bedenkingen tegen het verlies van het Nederlanderschap van de minderjarige tussen de 12 en 16 jaar
paragraaf 2.2.3. Mogelijke situaties ná het horen
paragraaf 2.3. Minderjarigen van 16 jaar en ouder
paragraaf 3. Geen verlies Nederlanderschap
paragraaf 4. Geen verlies Nederlanderschap omdat de procedure inzake bedenkingen tegen afstand nog niet is afgerond
16-1-c. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder c
16-1-d. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder d
16-1-e. Toelichting ad artikel 16, eerste lid, aanhef en onder e
16-2. Toelichting ad artikel 16, tweede lid
16-2-alg. Toelichting algemeen
16-2-a. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder a
16-2-b. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder b
16-2-c. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder c
16-2-d. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder d
16-2-e. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder e
16-2-f. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder f
16-2-g. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, aanhef en onder g
Artikel 16a
Artikel 16a
16a-alg. toelichting algemeen
Artikel 17
Artikel 17
17-alg. Toelichting algemeen
Artikel 18
Artikel 18
18-alg. Toelichting algemeen
Artikel 19
Artikel 19
19-alg. Toelichting algemeen
Artikel 20
Artikel 20
20-alg. Toelichting algemeen
Artikel 21
Artikel 21
21-alg. Toelichting algemeen
Artikel 22
Artikel 22
22-1. Toelichting ad artikel 22, eerste lid
22-2. Toelichting ad artikel 22, tweede lid
Artikel 23
Artikel 23
23-1. Toelichting ad artikel 23, eerste lid
23-2. Toelichting ad artikel 23, tweede lid
23-3. Toelichting ad artikel 23, derde lid
Artikel 24
Artikel 24
24-alg. Toelichting algemeen
Artikel 25
Artikel 25
25-alg. Toelichting algemeen
Artikel 26
Artikel 26
26-alg. Toelichting algemeen
26-1. Toelichting ad artikel 26, eerste lid
26-2. Toelichting ad artikel 26, tweede lid
26-3. Toelichting ad artikel 26, derde lid
Artikel 27
Artikel 27
27-alg. Toelichting algemeen
27-1. Toelichting ad artikel 27, eerste lid
27-2. Toelichting ad artikel 27, tweede lid
Artikel 28
Artikel 28
28-1. Toelichting ad artikel 28, eerste lid
28-2. Toelichting ad artikel 28, tweede lid
28-3. Toelichting ad artikel 28, derde lid
Artikel 29
Artikel 29
29-alg. Toelichting algemeen
Artikel II
Artikel II
II RRWN-alg. Toelichting algemeen
Artikel III
Artikel III
14-2. Toelichting ad artikel 14, tweede lid, RWN
16-2. Toelichting ad artikel 16, tweede lid, onder a, b, c en d, RWN
Artikel IV
Artikel IV
IV RRWN-alg. Toelichting algemeen
Artikel V
Artikel V
V RRWN-alg. Toelichting algemeen
V RRWN-1. Toelichting ad artikel V, eerste lid, RRWN
V RRWN-2. Toelichting ad artikel V, tweede lid, RRWN
Modellen
1. Modellen behorende bij de optieprocedure
2. Modellen behorende bij de naturalisatieprocedure
3. Modellen met betrekking tot bezit en afstand van het Nederlanderschap
4. Modellen met betrekking tot de verklaring van verbondenheid
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Ook bekend als:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:

paragraaf 3.12.4.2. Mondeling afleggen verklaring van verbondenheid en uitzonderingen

Hoofdregel: mondeling afleggen in persoon
Uitgangspunt is dat de verklaring van verbondenheid persoonlijk wordt afgelegd tijdens een naturalisatieceremonie waarbij het uittreksel uit het besluit tot verlening van het Nederlanderschap wordt uitgereikt. De verklaring van verbondenheid wordt in het Nederlands en doorgaans mondeling afgelegd. Van de verplichting tot het afleggen van de verklaring van verbondenheid kan geen vrijstelling worden gegeven, tenzij het afleggen ervan redelijkerwijs niet gevraagd kan worden. Het mondeling of schriftelijk afleggen van de verklaring van verbondenheid kan niet worden overgelaten aan een gemachtigde gezien het persoonlijke karakter van de verklaring.Uitzondering I op de hoofdregel: Niet mondeling afleggen van de verklaring van verbondenheid, maar schriftelijk
Voor een enkele naturalisandus kan een uitzondering gemaakt worden. Indien van de naturalisandus door omstandigheden redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat hij de verklaring van verbondenheid mondeling uitspreekt tegenover de bevoegde autoriteit, wordt een schriftelijke verklaring van verbondenheid ondertekend. Voor het schriftelijk afleggen van de verklaring van verbondenheid zijn twee modellen ontwikkeld. In model 4.1 is de verklaring van verbondenheid opgenomen die besluit met de bevestiging ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’ en in model 4.2 de verklaring van verbondenheid opgenomen die besluit met ‘Dat verklaar en beloof ik’. De verzoeker moet (volgens de dáár geldende regels) bij het indienen van het verzoek om naturalisatie bij de IND-BES wel de bereidverklaring invullen en ondertekenen. De beoordeling of sprake is van de hier bedoelde omstandigheden, ligt bij Onze Minister (lees: de IND-BES) en wordt gestaafd door ten minste één door of namens de verzoeker overgelegd bewijsstuk.
De verklaring van verbondenheid wordt tevens schriftelijk afgelegd indien een persoon, vanwege zwaarwegende redenen, niet op een naturalisatieceremonie kan verschijnen, maar hij wel in staat is de verklaring van verbondenheid schriftelijk af te leggen. De gemachtigde die wél op de ceremonie verschijnt om namens de verzoeker het naturalisatiebesluit in ontvangst te nemen, overhandigt de gezaghebber de schriftelijke verklaring van verbondenheid. De beoordeling of sprake is van zwaarwegende redenen om niet op de naturalisatieceremonie te verschijnen, ligt geheel bij de gezaghebber.
In bovenstaande gevallen kan na het overhandigen aan de gezaghebber van de ondertekende schriftelijk afgelegde verklaring van verbondenheid, tot uitreiking van het naturalisatiebesluit worden overgegaan, al dan niet aan een gemachtigde of op aangepaste wijze. Hierbij valt te denken aan een uitreiking buiten de ceremonie om of aan toezending van de bekendmaking van verlening van het Nederlanderschap aan de naturalisandus.Uitzondering II op de hoofdregel: Niet afleggen van de verklaring van verbondenheid
Er zijn omstandigheden denkbaar waarbij de verzoeker in het geheel niet in staat is om de verklaring van verbondenheid af te leggen. Is de verzoeker vanwege zijn fysieke of psychische toestand niet in staat de verklaring van verbondenheid mondeling of schriftelijk af te leggen, dan wordt de verklaring van verbondenheid niet afgelegd. Het zal hier zeer uitzonderlijke gevallen betreffen. Indien de verzoeker vanwege zijn fysieke of psychische toestand niet in staat is de verklaring van verbondenheid af te leggen, wordt het naturalisatiebesluit bekendgemaakt, zonder dat de verklaring van verbondenheid is afgelegd.
In voorkomende gevallen geeft Onze Minister (lees: de IND-BES) (meestal) bij de indiening van het verzoek om naturalisatie (door een gemachtigde) op de checklist behorende bij het verzoek om naturalisatie (model 2.22) bij punt 6 reeds aan dat het afleggen van de bereidverklaring en het afleggen van de verklaring van verbondenheid niet mogelijk is vanwege de fysieke of psychische toestand van de verzoeker. Daarnaast voegt Onze Minister (lees: de IND-BES) ten minste één door of namens de verzoeker overgelegde bewijsstukken in het naturalisatiedossier. De verklaring van verbondenheid is immers een voorwaarde voor naturalisatie.Uitzondering III op de hoofdregel: Tussentijdse wijziging in de situatie van verzoeker
Het is mogelijk dat, tussen het afleggen van de bereidverklaring en de naturalisatieceremonie waar de verklaring van verbondenheid moet worden afgelegd de fysieke of psychische toestand van de verzoeker is gewijzigd. Het is aan de gezaghebber om te beoordelen of en zo ja op welke wijze de verklaring van verbondenheid onder de gewijzigde omstandigheden wordt afgelegd. Voorbeeld: Indien een verzoeker na het ondertekenen van de bereidverklaring in coma is geraakt, zal hij de verklaring van verbondenheid niet langer kunnen afleggen. In dit geval wordt het naturalisatiebesluit bekendgemaakt zonder dat de verklaring van verbondenheid is afgelegd.Mogelijke scenario’s
Met betrekking tot het afleggen van de verklaring van verbondenheid zijn de volgende, niet limitatieve, scenario’s denkbaar:
Wijze bekendmaking Wijze van afleggen verklaring van verbondenheid
  Mondeling (artikel 60b, vierde lid, BVVN) Schriftelijk (zie artikel 60b, vijfde lid, BVVN) Niet (zie artikel 60b, zesde lid, BVVN)
Aan betrokkene op een naturalisatieceremonie Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3
Aan gemachtigde op een naturalisatieceremonie (artikel 60b, negende lid, BVVN)   Scenario 4 Scenario 5
Aan betrokkene op aangepaste wijze (artikel 60b, negende lid, BVVN) Scenario 6 Scenario 7 Scenario 8
Ad 1. De verzoeker is aanwezig op de naturalisatieceremonie en legt de verklaring van verbondenheid mondeling af
Deze situatie zal doorgaans het geval zijn. De verzoeker heeft bij het indienen van zijn verzoek om naturalisatie de bereidverklaring ondertekend. Na het mondeling afleggen van de verklaring van verbondenheid wordt het besluit tot verlening van het Nederlanderschap aan de verzoeker uitgereikt.Ad 2. De verzoeker is aanwezig op de naturalisatieceremonie en legt de verklaring van verbondenheid schriftelijk af
De verzoeker heeft bij het indienen van zijn verzoek om naturalisatie de bereidverklaring ondertekend. Onze Minister (lees: de IND-BES) heeft, al dan niet bij de indiening van het verzoek om naturalisatie, bepaald dat van de verzoeker redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat hij de verklaring van verbondenheid mondeling aflegt. Eerst na het overleggen van de schriftelijke verklaring van verbondenheid wordt tot uitreiking overgegaan.
De schriftelijke verklaring van verbondenheid kan voorafgaande aan de naturalisatieceremonie aan de verzoeker verzonden worden, zodat deze de ondertekende schriftelijke verklaring ter overhandiging aan de gezaghebber aan de gemachtigde kan meegeven. De schriftelijke verklaring van verbondenheid kan ook op de naturalisatieceremonie zelf ondertekend worden.Ad 3. De verzoeker is wel aanwezig op de naturalisatieceremonie, maar kan de verklaring van verbondenheid niet afleggen
Bij het (door een gemachtigde) indienen van het verzoek om naturalisatie of na het indienen hiervan is gebleken dat de verzoeker vanwege zijn fysieke of psychische toestand niet in staat is de verklaring van verbondenheid af te leggen. Derhalve is afgezien van het invullen en ondertekenen van de bereidverklaring en van het afleggen van de verklaring van verbondenheid door de verzoeker. Het naturalisatiebesluit wordt bekendgemaakt zonder dat de verklaring van verbondenheid is afgelegd.Ad 4. De verzoeker is niet in persoon aanwezig op de naturalisatieceremonie, maar laat zich vertegenwoordigen door een gemachtigde en legt de verklaring van verbondenheid schriftelijk af
Vanwege aangetoonde zwaarwegende redenen is de verzoeker vertegenwoordigd door een gemachtigde. De verzoeker heeft bij het indienen van zijn verzoek om naturalisatie de bereidverklaring ondertekend. De verzoeker moet de ondertekende schriftelijke verklaring van verbondenheid meegeven aan de gemachtigde. Eerst na het overleggen van de door de verzoeker ondertekende schriftelijke verklaring van verbondenheid, wordt tot uitreiking aan de gemachtigde overgegaan. Onze Minister (lees: de IND-BES) kan ervoor kiezen om de schriftelijke verklaring van verbondenheid bij de indiening van zijn verzoek om naturalisatie aan de verzoeker of gemachtigde mee te geven, zodat de gemachtigde de door de verzoeker ondertekende verklaring op de naturalisatieceremonie aan de gezaghebber kan overhandigen. Ook kan de schriftelijke verklaring van verbondenheid voorafgaande aan de naturalisatieceremonie aan de verzoeker verzonden worden, zodat deze de ondertekende schriftelijke verklaring ter overhandiging aan de gezaghebber aan de gemachtigde kan meegeven.Ad 5. De verzoeker is niet in persoon aanwezig op de naturalisatieceremonie, maar is vertegenwoordigd door een gemachtigde en legt de verklaring van verbondenheid niet af
Vanwege aangetoonde zwaarwegende redenen is de verzoeker vertegenwoordigd door een gemachtigde. Bij het (door een gemachtigde) indienen van het verzoek om naturalisatie is gebleken dat de verzoeker vanwege zijn fysieke of psychische toestand niet in staat is de verklaring van verbondenheid af te leggen. Er is derhalve afgezien van het invullen en onderteken van de bereidverklaring en er wordt afgezien van het afleggen van de verklaring van verbondenheid. In voorkomende gevallen wordt het naturalisatiebesluit aan de gemachtigde bekendgemaakt zonder dat verklaring van verbondenheid is afgelegd.Ad 6. De verzoeker is niet aanwezig op de naturalisatieceremonie en legt de verklaring van verbondenheid mondeling af
Bij het indienen van het verzoek om naturalisatie heeft de verzoeker de bereidverklaring ondertekend. Het verzoek van betrokkene om, vanwege zwaarwegende redenen, niet in persoon op een naturalisatieceremonie te verschijnen is gehonoreerd. De gezaghebber heeft besloten om de uitreiking op een aan de omstandigheden aangepaste wijze te doen. Na het mondeling afleggen van de verklaring van verbondenheid wordt het naturalisatiebesluit aan de verzoeker uitgereikt. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn indien de verzoeker vanwege langdurige ziekenhuisopname niet in staat is de naturalisatieceremonie bij te wonen, maar fysiek wel in staat is de verklaring van verbondenheid uit te spreken. Dan kan de gezaghebber een 'privé naturalisatieceremonie' organiseren op de kamer van de verzoeker. Na het mondeling afleggen van de verklaring van verbondenheid, reikt de gezaghebber het naturalisatiebesluit uit.Ad 7. De verzoeker is niet aanwezig op de naturalisatieceremonie, maar legt de verklaring van verbondenheid schriftelijk af
De verzoeker heeft bij het indienen van zijn verzoek om naturalisatie de bereidverklaring ondertekend. Onze Minister (lees: de IND-BES) heeft, al dan niet bij de indiening van het verzoek om naturalisatie, bepaald dat van de verzoeker redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat hij de verklaring van verbondenheid mondeling aflegt.
Het verzoek van de verzoeker om, vanwege zwaarwegende redenen, niet in persoon op een naturalisatieceremonie te verschijnen is ook gehonoreerd. De gezaghebber heeft besloten om de uitreiking op een aan de omstandigheden aangepaste wijze te doen.
Indien het naturalisatiebesluit bijvoorbeeld door het toezenden per post wordt bekendgemaakt, moet de ondertekende schriftelijke verklaring van verbondenheid voorafgaand aan die toezending in het bezit van de gezaghebber zijn.Ad 8. De verzoeker is niet aanwezig op de naturalisatieceremonie en legt de verklaring van verbondenheid niet af
Bij het (door een gemachtigde) indienen van het verzoek om naturalisatie is gebleken dat de verzoeker vanwege zijn fysieke of psychische toestand niet in staat is de verklaring van verbondenheid af te leggen. Derhalve is afgezien van het invullen en onderteken van de bereidverklaring en van het afleggen van de verklaring van verbondenheid. In voorkomende gevallen wordt het naturalisatiebesluit bekendgemaakt zonder dat verklaring van verbondenheid is afgelegd. Het verzoek van de naturalisandus om, vanwege zwaarwegende redenen, niet in persoon op een naturalisatieceremonie te verschijnen is gehonoreerd. De gezaghebber heeft besloten om de uitreiking op een aan de omstandigheden aangepaste wijze te doen.