1.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren, de bij besluit van gedeputeerde staten aangewezen ambtenaren, alsmede de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie op grond van
artikel 17 van de Wet op de economische delicten met de opsporing van de bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde feiten belaste ambtenaren.
2.
Van een besluit van Onze Minister, bedoeld in het eerste lid, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
1.
Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bij of krachtens deze wet bepaalde.
2.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid en
artikel 117 van het Wetboek van Strafvordering kan Onze Minister bepalen, dat planten of dieren of producten van planten of dieren die in strijd met het bepaalde bij of krachtens deze wet binnen het grondgebied van Nederland zijn gebracht, op kosten van de eigenaar, vervoerder, importeur of diens gemachtigde, worden teruggezonden naar het land van uitvoer of herkomst of naar enige andere plaats buiten Nederland worden gebracht die daarvoor naar het oordeel van Onze Minister geschikt is en in overeenstemming is met de doeleinden van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten.
3.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan Onze Minister bepalen dat levende dieren, behorend tot een beschermde inheemse diersoort, waarvan kan worden aangenomen dat zij zich in de natuur kunnen handhaven en die in strijd met het bepaalde bij of krachtens deze wet worden gehouden, op kosten van de eigenaar of van degene die deze dieren onder zich heeft, in hun natuurlijke leefomgeving in vrijheid worden gesteld.
4.
Onder de in het tweede en derde lid bedoelde kosten kunnen mede zijn begrepen de kosten van bewaring in verband met het transport naar de plaats van bestemming.
5.
Indien niet tot terugzending of tot invrijheidstelling in de natuurlijke leefomgeving als bedoeld in het tweede onderscheidenlijk derde lid wordt besloten, kunnen de kosten van verzorging, huisvesting of opslag binnen Nederland geheel of gedeeltelijk in rekening worden gebracht bij de eigenaar, vervoerder, importeur of diens gemachtigde, bedoeld in het tweede lid. Bij ministeriële regeling kunnen terzake nadere regels worden gesteld.
Artikel 112a
De Nederlandse strafwet is van toepassing op een ieder die zich in de exclusieve economische zone schuldig maakt aan overtreding van:
b.
regels gesteld bij of krachtens de
artikelen 8,
9,
11,
12,
12a,
14, eerste, tweede en derde lid,
15, eerste en tweede lid,
15a,
15b,
17,
18, eerste lid,
73;
c.
regels gesteld bij of krachtens de
artikelen 10,
62, eerste lid,
63, eerste lid en
64, tweede lid,
72, vijfde lid,
79, tweede lid en
81, eerste lid.
Artikel 113
Hetgeen krachtens het voorgaande artikel verschuldigd is, kan worden ingevorderd bij dwangbevel.
1.
Deze paragraaf is niet van toepassing met betrekking tot de handhaving van het bij of krachtens
afdeling 2a bepaalde.