Eerste Protocol betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, voor ondertekening opengesteld op 19 juni 1980
De Hoge Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Verwijzende naar de gemeenschappelijke verklaring, gehecht aan het Verdrag betreffende het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, voor ondertekening opengesteld te Rome op 19 juni 1980,
Hebben besloten een protocol te sluiten waarbij aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen de bevoegdheid wordt toegekend om genoemd Verdrag uit te leggen en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:
Zijne Majesteit de Koning der Belgen:
Paul de Keersmaeker
Staatssecretaris voor Europese Zaken en Landbouw, toegevoegd aan de Minister voor Buitenlandse Betrekkingen
Hare Majesteit de Koningin van Denemarken:
Knud Erik Tygesen
Staatssecretaris
de President van de Bondsrepubliek Duitsland:
Irmgard Adam-Schwaetzer
Adjunct-Minister van Buitenlandse Zaken
de President van de Helleense Republiek:
Théodoros Pangalos
Onderminister van Buitenlandse Zaken
Zijne Majesteit de Koning van Spanje:
Francisco Fernandez Ordonez
Minister van Buitenlandse Zaken
de President van de Franse Republiek:
Philippe Louët
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur
de President van Ierland:
Brian Lenihan
Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken
de President van de Italiaanse Republiek:
Gianni Manzolini
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg:
Jacques Poos
Vice-Voorzitter van de Regering, Minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Samenwerking, Minister van Economische Zaken en Middenstand, Minister van de Schatkist
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
H. van den Broek
Minister van Buitenlandse Zaken
de President van de Portugese Republiek:
Joao de Deus Pinheiro
Minister van Buitenlandse Zaken
Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland:
Lynda Chalker
Adjunct-Minister van Buitenlandse Zaken en het Common wealth
Die, in het kader van de Raad van de Europese Gemeenschappen bijeen, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,
Overeenstemming hebben bereikt over de volgende bepalingen:
Artikel 1
Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is bevoegd uitspraak te doen over de uitlegging:
a)
van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, ter ondertekening opengesteld te Rome op 19 juni 1980, hierna „het Verdrag van Rome inzake verbintenissen” te noemen;
b)
van de Verdragen inzake de toetreding tot het Verdrag van Rome inzake verbintenissen van de Staten die lid zijn geworden van de Europese Gemeenschappen na de datum waarop dit Verdrag ter ondertekening werd opengesteld;
c)
van het onderhavige Protocol.
Artikel 2
Elke hierna genoemde rechterlijke instantie kan het Hof van Justitie verzoeken, bij wijze van prejudiciële beslissing, een uitspraak te doen over een vraag die in een bij deze instantie aanhangige zaak aan de orde is gekomen en die betrekking heeft op de uitlegging van de in artikel 1 genoemde teksten, indien deze rechterlijke instantie een beslissing op dit punt noodzakelijk acht voor het wijzen van haar vonnis:
-
in België: het Hof van Cassatie (la Cour de Cassation) en de Raad van State (le Conseil d'Etat),
-
in de Tsjechische Republiek:
Nejvyšší soud ?eské republiky
Nejvyšší správní soud,
-
in Bulgarije:
???????? ?????????? ??? et ???????? ??????????????? ???, ,
-
in Denemarken: Hojesteret,
-
in de Bondsrepubliek Duitsland: die obersten Gerichtshöfe des Bundes,
-
in Estland: Riigikohus,
-
in Griekenland: ta avcbxaxa Sixacrcripia,
-
in Spanje: el Tribunal Supremo,
-
in Frankrijk: la Cour de Cassation en le Conseil d'Etat,
-
in Ierland: the Supreme Court,
-
in Italië: la Corte suprema di Cassazione en il Consiglio di Stato,
-
in Cyprus: ??????? ??????????,
-
in Letland: Augst?k?s Tiesas Sen?ts,
-
in Litouwen:
Lietuvos Aukš?iausiasis Teismas
Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas,
-
in Luxemburg: la Cour Supérieure de Justice siégeant comme Cour de Cassation,
-
in Hongarije: Legfelsõbb Bíróság,
-
in Malta: Qorti ta' l-Appell,
-
in Nederland: de Hoge Raad,
-
in Oostenrijk, het Oberste Gerichtshof, het Verwaltungsgerichtshof en het Verfassungsgerichtshof ,
-
in Polen: S?d Najwy?szy Naczelny S?d Administracyjny,
-
in Portugal: o Supremo Tribunal de Justica en o Supremo Tribunal Administrativo,
-
in Roemenië:
Înalta Curte de Casa?ie ?i Justi?ie ,
-
in Slovenië: Ustavno sodiš?e Republike Slovenije
Vrhovno sodiš?e Republike Slovenije,
-
in Slowakije: Najvyšší súd Slovenskej republiky,
-
in Finland het korkein oikeus/högsta domstolen, het korkein hallinto-oikeus/högsta förvaltningsdomstolen, het markkinatuomioistuin/ marknadsdomstolen, en het työtuomioistuin/arbetsdomstolen ,
-
in Zweden Högsta domstolen, Regeringsrätten, Arbetsdomstolen en Marknadsdomstolen ,
-
in het Verenigd Koninkrijk: The House of Lords en de andere rechterlijke instanties tegen welker beslissingen geen rechtsmiddel openstaat.
b)
de rechterlijke instanties van de Verdragsluitende Staten wanneer zij in beroep uitspraak doen.
1.
De bevoegde autoriteit van een Verdragsluitende Staat kan aan het Hof van Justitie verzoeken zich uit te spreken over een vraagstuk betreffende de uitlegging van de in artikel 1 genoemde teksten, indien door rechterlijke instanties van deze Staat gegeven beslissingen in strijd zijn met de door het Hof van Justitie of in een uitspraak van een in artikel 2 genoemde rechterlijke instanties van een andere Verdragsluitende Staat gegeven uitlegging. De bepalingen van dit lid zijn slechts van toepassing op uitspraken die in kracht van gewijsde zijn gegaan.
2.
De door het Hof van Justitie naar aanleiding van een dergelijk verzoek gegeven uitlegging heeft geen gevolg voor de uitspraken waarover het Hof om uitlegging is verzocht.
3.
De Procureurs-Generaal bij de Hoven van Cassatie van de Verdragsluitende Staten of elke andere door een Verdragsluitende Staat aangewezen autoriteit zijn bevoegd, zich met een verzoek om uitlegging als bedoeld in lid 1 tot het Hof van Justitie te wenden.
4.
De Griffier van het Hof van Justitie geeft kennis van het verzoek aan de Verdragsluitende Staten, aan de Commissie en aan de Raad van de Europese Gemeenschappen, die het recht hebben binnen twee maanden na deze kennisgeving bij het Hof memories of schriftelijke opmerkingen in te dienen.
5.
Voor de in dit artikel omschreven procedure worden geen kosten geïnd of uitgaven vergoed.
1.
Voor zover dit Protocol niet anders bepaalt, zijn de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en die van het daaraan gehechte Protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie, die van toepassing zijn wanneer het Hof bij wijze van prejudiciële beslissing een uitspraak dient te doen, tevens van toepassing op de procedure inzake de uitlegging van de in artikel 1 genoemde teksten.
2.
Het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie wordt zo nodig aangepast en aangevuld overeenkomstig artikel 188 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap.
Artikel 5
Dit Protocol is onderworpen aan bekrachtiging door de ondertekenende Staten. De akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen.
1.
Om in werking te treden moet het onderhavige Protocol bekrachtigd worden door zeven Staten ten aanzien waarvan het Verdrag van Rome inzake verbintenissen van kracht is. Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging door de Staat die als laatste dezer deze handeling verricht. Indien evenwel het op 19 december 1988 te Brussel gesloten tweede Protocol waarbij aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bepaalde bevoegdheden worden verleend inzake de uitlegging van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, ter ondertekening opengesteld te Rome op 19 juni 1980, op een latere datum in werking treedt, treedt het onderhavige Protocol eveneens in werking op de datum van inwerkingtreding van het tweede Protocol.
2.
Elke bekrachtiging na de inwerkingtreding van dit Protocol wordt van kracht op de eerste dag van de derde maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging, mits de bekrachtiging, de aanvaarding of de goedkeuring van het Verdrag van Rome inzake verbintenissen door de betrokken Staat effectief is geworden.
Artikel 7
De Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen stelt de ondergetekende Staten in kennis van:
a)
het nederleggen van elke akte van bekrachtiging,
b)
de datum van inwerkingtreding van dit Protocol,
c)
de ingevolge artikel 3, lid 3, medegedeelde lijst van aangewezen autoriteiten,
d)
de ingevolge artikel 8 verstrekte mededelingen.
Artikel 8
De Verdragsluitende Staten doen de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen mededeling van de teksten van hun wettelijke bepalingen die een wijziging van de lijst van de in artikel 2, onder a), genoemde rechterlijke instanties met zich brengen.
Artikel 9
Dit Protocol heeft rechtswerking zolang het Verdrag van Rome inzake verbintenissen van kracht is, onder de in artikel 30 van genoemd Verdrag bedoelde voorwaarden.
Artikel 10
Elke Verdragsluitende Staat kan verzoeken om herziening van dit Protocol. In dat geval roept de Voorzitter van de Raad van de Europese Gemeenschappen een conferentie voor de herziening bijeen.
Artikel 11
Dit Protocol, opgesteld in één exemplaar, in de Deense, de Duitse, de Franse, de Engelse, de Griekse, de Ierse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese en de Spaanse taal, welke tien teksten gelijkelijk authentiek zijn, zal worden nedergelegd in het archief van het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen. De Secretaris-Generaal zendt een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toe aan de Regeringen van de ondergetekende Staten.