Deelregeling werkbeurzen auteurs theaterteksten van het Fonds Podiumkunsten
Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+,
Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;
Artikel 1. : Doel
Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ kan subsidie verstrekken in de vorm van een werkbeurs aan een auteur die zich artistiek wil ontplooien en in dat kader het voornemen heeft een oorspronkelijke theatertekst te schrijven.
1.
Een werkbeurs kan worden aangevraagd door een auteur die minimaal vier literaire werken heeft voortgebracht, waaronder minimaal twee theaterteksten, die voldoen aan de door het fonds daaraan gestelde eisen.
2.
Een aanvrager kan per ronde niet meer dan één aanvraag indienen.
3.
Een aanvrager kan geen aanvraag indienen als hij eerder een individuele subsidie heeft ontvangen voor het schrijven van een theatertekst en de activiteiten in dat kader nog niet zijn afgerond.
4.
Literaire werken als bedoeld in het eerste lid zijn theaterteksten met een verwachte minimale tijdsduur van circa 60 minuten die in productie zijn genomen door een professioneel gezelschap of producent en boeken die in een oplage van minimaal 500 exemplaren zijn uitgegeven door een professionele uitgever en in de reguliere boekhandel gedistribueerd.
1.
Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door het bestuur van het fonds opgesteld formulier en gaat vergezeld van de op het formulier vermelde bijlagen.
2.
De aanvraag dient uiterlijk op 15 mei te zijn ontvangen voor behandeling in de eerste subsidieronde of op 15 september voor behandeling in de tweede subsidieronde.
3.
Het bestuur van het fonds kan advies vragen aan een of meer adviseurs van het fonds. De adviseurs beoordelen de aan hen voorgelegde aanvragen in onderling verband met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.
4.
Het bestuur informeert de aanvrager binnen 13 weken na de uiterlijke indieningsdatum schriftelijk over zijn besluit.
Artikel 4. : Vereisten
Een werkbeurs kan worden verstrekt als er een theatertekst tot stand komt die binnen 18 maanden na de indieningsdatum afgerond zal zijn en er geen sprake is van een betalende opdrachtgever.
Artikel 5. : Criteria
Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:
a)
kwaliteit van eerdere literaire werken van de aanvrager;
b)
oorspronkelijkheid en zeggingskracht van de te schrijven theatertekst;
c)
mate waarin het voornemen bijdraagt aan concrete verdieping of verbreding in het werk van de aanvrager;
d)
verwachtingen ten aanzien van de speelpotentie van de theatertekst waarvoor de werkbeurs wordt aangevraagd;
e)
mate waarin het te verwachten resultaat bijdraagt aan de diversiteit in het repertoire voor theater.
1.
De hoogte van de werkbeurs wordt door het bestuur van het fonds bepaald.
2.
Het bestuur van het fonds kan richtlijnen vaststellen aan de hand waarvan de hoogte van de werkbeurs wordt bepaald.
1.
Het bestuur van het fonds kan subsidieplafonds vaststellen.
2.
Het bestuur van het fonds kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.
3.
Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden bekendgemaakt via de website van het fonds.
b)
honoreren indien budget toereikend is; en
a)
de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;
b)
niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of
c)
er aanzienlijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.
1.
Het bestuur van het fonds kan na het verstrijken van de in de aanvraag opgenomen afrondingsdatum een aanvrager verzoeken bewijsstukken te overleggen waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten werkelijk hebben plaatsgevonden.
2.
Als de aanvrager niet kan aantonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt hebben plaatsgevonden kan het bestuur de subsidie lager vaststellen of intrekken.
3.
Als uit de door de aanvrager ingediende bewijsstukken blijkt dat niet is voldaan aan de meldingsplicht, kan het bestuur de subsidie lager vaststellen of intrekken.
Artikel 11. : Vaststelling subsidie
Binnen 22 weken na het verstrijken van de in de aanvraag opgenomen afrondingsdatum stelt het bestuur van het fonds de subsidie ambtshalve vast.
Artikel 12. : Begrotingsvoorbehoud
Subsidie wordt verstrekt onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschap.
a)
als reeds tweemaal eerder voor dezelfde theatertekst subsidie is aangevraagd;
b)
als aannemelijk is dat de theatertekst ook tot stand zal komen als geen subsidie wordt verstrekt;
c)
als reeds eerder in het betreffende kalenderjaar subsidie aan een aanvrager is verstrekt op basis van deze regeling;
d)
als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan de aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;
e)
als de aanvraag betrekking heeft op een reeds geheel of gedeeltelijk voltooide theatertekst.
Artikel 14. : Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling werkbeurzen auteurs theaterteksten van het Fonds Podiumkunsten.
1.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2.
Aanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze regeling worden afgehandeld op basis van deze regeling.
Vastgesteld in de vergadering van het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+, d.d.
Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+
directeur/voorzitter Raad van Bestuur