Besluit van 23 november 1981, tot vaststelling van een nieuw Consulair besluit
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 18 september 1981, Directie Algemene Zaken, DAZ/JZ-254109, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Justitie;
Gelet op artikel 1 der Consulaire Wet;
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 9 november 1981, nr. 811104/5);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 13 november 1981, Directie Algemene Zaken, DAZ/JZ-316792, mede namens de Staatssecretaris van Justitie;
De bepalingen van het Statuut van het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 2
De hoofden van de volgende consulaire posten zijn bevoegd geboorte- en overlijdensakten op te maken:
Abu Dhabi
Bagdad
Damascus
Islamabad
Kabul
Koeweit
Peking
Riyadh
Seoel
Teheran
Tokio.
Artikel 3
Het hoofd van de post Bagdad is bevoegd andere burgerlijke akten op te maken.
Artikel 7
De in dit besluit vermelde namen kunnen bij besluit van Onze Minister van Buitenlandse Zaken in overeenstemming worden gebracht met de geldende schrijfwijze en voor zover nodig ingevoegd op de alfabetisch correcte plaats. Een dergelijk besluit wordt bekend gemaakt in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten.
Artikel 8
Het Koninklijk besluit van 15 september 1956, Stb. 484 wordt ingetrokken.
1.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop het Staatsblad is uitgegeven, waarin het wordt geplaatst.
2.
Het kan worden aangehaald als Consulair besluit.
's-Gravenhage, 23 november 1981
De Minister van Buitenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Justitie,
Uitgegeven de twaalfde januari 1982
De Minister van Justitie a.i.,