Besluit van de Minister van Justitie van 30 maart 2009, nummer WBN 2009/1, houdende wijziging van de tekst van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap toegespitst op buiten het Koninkrijk afgelegde optieverklaringen en ingediende naturalisatieverzoeken
Citeertitel:
Circulaire voor Optie/Naturalisatieverzoeken in het buitenland
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.
Besluit van de Minister van Justitie van 30 maart 2009, nummer WBN 2009/1, houdende wijziging van de tekst van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap toegespitst op buiten het Koninkrijk afgelegde optieverklaringen en ingediende naturalisatieverzoeken
Citeertitel:
Circulaire voor Optie/Naturalisatieverzoeken in het buitenland
De administratieve behandeling van het verzoek om naturalisatie vangt aan nadat:
–
de verschuldigde naturalisatiegelden zijn voldaan, of de Minister van Buitenlandse Zaken van oordeel is dat geen naturalisatiegelden verschuldigd zijn; én
–
het inburgeringsdiploma bedoeld in artikel 5 BNT is overgelegd, of de Minister van Buitenlandse Zaken van oordeel is dat de verzoeker is vrijgesteld of ontheven van het afleggen van het inburgeringsexamen; dan wel
–
de (overige) gevraagde aanvulling van het verzoek, noodzakelijk voor de beoordeling daarvan, is ontvangen ( artikel 9, vierde lid, RWN).
Alsdan toetst de Minister van Buitenlandse Zaken de door de verzoeker verstrekte persoonsgegevens – voor zover aanwezig – aan de gegevens die zijn opgenomen in de administratie ( artikel 53, eerste lid, BVVN). Met betrekking tot personen die (mede) in het naturalisatieverzoek zijn genoemd en die hoofdverblijf hebben binnen het Koninkrijk, verzoekt de Minister van Buitenlandse Zaken zo nodig, al naar gelang de plaats waar zij volgens de basisadministratie als ingezetene zijn ingeschreven, aan de burgemeester van de betreffende gemeente, aan de gezaghebber van het betrokken openbaar lichaam of aan de Minister van Algemene Zaken van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten de hem verstrekte gegevens binnen tien weken te toetsen (artikel 53, tweede lid, BVVN). Voor zover mogelijk onderzoekt de Minister van Buitenlandse Zaken de juistheid van de persoonsgegevens die niet op de hierboven aangegeven wijze kunnen worden gecontroleerd (artikel 53, derde lid, BVVN).