Besluit van de Minister van Justitie van 30 maart 2009, nummer WBN 2009/1, houdende wijziging van de tekst van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap toegespitst op buiten het Koninkrijk afgelegde optieverklaringen en ingediende naturalisatieverzoeken
Citeertitel:
Circulaire voor Optie/Naturalisatieverzoeken in het buitenland
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.
Besluit van de Minister van Justitie van 30 maart 2009, nummer WBN 2009/1, houdende wijziging van de tekst van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap toegespitst op buiten het Koninkrijk afgelegde optieverklaringen en ingediende naturalisatieverzoeken
Citeertitel:
Circulaire voor Optie/Naturalisatieverzoeken in het buitenland
Indien de verzoeker de verschuldigde naturalisatiegelden niet voldoet op het moment van indiening van het verzoek om naturalisatie, stelt de Minister van Buitenlandse Zaken hem in de gelegenheid om daartoe alsnog over te gaan binnen een termijn van zes weken na de indiening van het verzoek. Indien de verzoeker hieraan binnen deze termijn geen gevolg geeft, stelt de Minister van Buitenlandse Zaken, binnen vier weken na het verstrijken van voornoemde termijn ( artikel 4:5, vierde lid, Awb), het verzoek om naturalisatie buiten behandeling ( model 2.23a HRWN). In dat geval wordt geen advies uitgebracht maar zendt de Minister van Buitenlandse Zaken het (incomplete) dossier aan de IND. Tegen de beslissing tot buitenbehandelingstelling kan binnen zes weken bezwaar worden ingediend bij Onze Minister. Zie ook de toelichting bij artikel 13, eerste lid, RWN, paragraaf 3 . Beslist de Minister van Buitenlandse Zaken niet binnen vier weken, dan is buitenbehandelingstelling wettelijk niet meer toegestaan. In dat geval moet inhoudelijk op het verzoek om (mede)naturalisatie worden beslist.