Paragraaf 3.13.2. De uitreiking/naturalisatieceremonie
Algemeen
Het naturalisatiebesluit treedt als regel in werking door uitreiking in persoon tijdens een ceremoniële bijeenkomst van het desbetreffende uittreksel daarvan, nadat de verklaring van verbondenheid daadwerkelijk is afgelegd. Slechts in bijzondere gevallen de Minister van Buitenlandse Zaken hiervan afwijken. Onder zeer bijzondere omstandigheden wordt het uittreksel buiten de naturalisatieceremonie om uitgereikt of toegezonden aan de betrokkene, nadat de verklaring van verbondenheid, al dan niet schriftelijk, is afgelegd. Zie hiervoor
paragraaf 3.13.3. Het besluit werkt na bekendmaking terug tot het moment waarop het besluit is gedagtekend (
artikel 60b, eerste lid BVVN). Dit betekent dat een nieuw feit dat zich heeft voorgedaan in de periode tussen de vaststelling van het besluit en de bekendmaking daarvan, geen reden vormt het naturalisatiebesluit opnieuw te beoordelen. Wie in deze tussenliggende periode in strijd met de openbare orde handelt, verkrijgt niettemin het Nederlanderschap. Ook een minderjarige die in de tussenliggende periode meerderjarig is geworden, verkrijgt het Nederlanderschap. Hoewel een op of na de dagtekening overleden persoon niet meer in persoon kan verschijnen, zal ook deze persoon Nederlander worden zodra het naturalisatiebesluit aan een belanghebbende is uitgereikt of bekendgemaakt.
De terugwerkende kracht is niet nieuw. Ook nu treedt het naturalisatiebesluit in werking door bekendmaking, die op dit moment niet door uitreiking, maar door toezending per post geschiedt. Deze schriftelijke bekendmaking vindt plaats omstreeks acht weken nadat het besluit is ondertekend. Ook hier werkt de inwerkingtreding terug tot het moment van die ondertekening. En ook hier hebben feiten die zich na de ondertekening voordoen geen invloed op de verkrijging van het Nederlanderschap en treedt het rechtsgevolg in vanaf de dag van dagtekening.Vervaltermijn van één jaar
Is een jaar na de dag van de ondertekening van het naturalisatiebesluit verstreken zonder dat de verzoeker op een naturalisatieceremonie is verschenen en het besluit derhalve niet aan hem is bekendgemaakt, dan vervalt het naturalisatiebesluit (
artikel 60b, elfde lid, BVVN). De vervaltermijn van één jaar wordt opgeschort als bezwaar en/of beroep is ingesteld tegen het besluit inzake de wijze van bekendmaking van het naturalisatiebesluit en/of de wijze van aflegging van de verklaring van verbondenheid. Om te voorkomen dat het besluit daardoor zou vervallen, is bepaald dat de termijn van één jaar door het instellen van bezwaar of beroep wordt opgeschort totdat daarop onherroepelijk is beslist. De vervaltermijn van één jaar wordt stopgezet op het moment dat de Minister van Buitenlandse Zaken het bezwaarschrift of de rechtbank beroepschrift heeft ontvangen en gaat weer lopen op het moment dat de beslissing van de Minister van Buitenlandse Zaken of de rechtbank onherroepelijk is geworden en dus geen rechtsmiddelen meer openstaan. De termijn loopt dan na de beslissing in bezwaar of beroep verder en vangt niet opnieuw aan. Onder beroep wordt mede hoger beroep begrepen (artikel 60b, elfde lid, BVVN).
Dit kan bijvoorbeeld spelen als de verzoeker heeft verzocht om de verklaring van verbondenheid schriftelijk te mogen afleggen en dit door de Minister van Buitenlandse Zaken geweigerd is. Dit kan ook voorkomen als de verzoeker een beroep op zwaarwegende redenen heeft gedaan om niet op de naturalisatieceremonie te verschijnen en dit door de Minister van Buitenlandse Zaken is afgewezen.
De verzoeker die niet is verschenen op een naturalisatieceremonie en wiens besluit van rechtswege is vervallen, kan enkel een nieuw verzoek om naturalisatie indienen om zo alsnog Nederlander te worden. Tegen het vervallen van het naturalisatiebesluit, als gevolg van het verstrijken van de vervaltermijn van één jaar na de dagtekening van het besluit staat geen bezwaar of beroep open. Het besluit is immers van rechtswege vervallen.
Als na de vervaltermijn van een jaar geen uitreiking heeft plaatsgevonden en evenmin een bezwaar- of beroepsprocedure (gericht tegen de wijze van bekendmaking dan wel de wijze van aflegging van de verklaring van verbondenheid) aanhangig is, zendt de Minister van Buitenlandse Zaken het besluit aan de IND in Rijswijk, met de vermelding dat het besluit niet in werking is getreden (
artikel 5, zesde lid, onder a, RVVN).Termijn van uitreiking
De Minister van Buitenlandse Zaken reikt het uittreksel van het naturalisatiebesluit uit op een aan de omstandigheden aangepaste wijze. Vindt bekendmaking plaats door uitreiking, dan wordt daarbij zoveel mogelijk de procedure van
artikel 60b BVVN toegepast, met uitzondering van het gestelde in lid 2 en lid 4.De personen aan wie het besluit wordt uitgereikt
De Minister van Buitenlandse Zaken reikt het uittreksel van het besluit uit aan de personen die ten tijde van het indienen van het naturalisatieverzoek 16 jaar of ouder was én na het, al dan niet schriftelijk, afleggen van de verklaring van verbondenheid door de personen die hiertoe verplicht zijn. Was de betrokkene op dat tijdstip jonger dan 16 jaar dan wordt het uittreksel uitgereikt aan zijn wettelijke vertegenwoordiger (
artikel 60b, vijfde lid BVVN). Zie ook
bijlage 1 (tabel oproepen en uitreiken).
Bij een verzoek om medeverlening dient de hoofdpersoon in wiens naturalisatie wordt gedeeld, op de ceremonie aanwezig te zijn. Indien deze persoon niet aanwezig is, dan wordt het uittreksel, waarop zowel de hoofdnaturalisandus als het in diens naturalisatie delende minderjarig kind vermeld staan, niet aan het eventueel aanwezige kind uitgereikt. Dit kind, noch de hoofdnaturalisandus worden op dat moment Nederlander. In dat geval wordt de hoofdnaturalisandus voor de volgende ceremonie opgeroepen, op de wijze die hierboven is beschreven bij ‘termijn van oproeping’.
De persoon aan wie het besluit wordt uitgereikt dient ter identificatie van hemzelf (en, indien van toepassing, de persoon die hij vertegenwoordigt) een (geldig) identiteitsbewijs over te leggen.Verhuizing
De uitreiking van het uittreksel van het naturalisatiebesluit ligt in handen van de Minister van Buitenlandse Zaken die het in
artikel 54, vijfde lid, BVVN, bedoelde advies heeft uitgebracht.
Indien de verzoeker zijn hoofdverblijf inmiddels heeft verlegd naar het Koninkrijk en hiervan mededeling heeft gedaan, dan zal de Minister van Buitenlandse Zaken de uitreiking van de bevestiging door middel van een machtiging overdragen aan de burgemeester van de nieuwe woonplaats van de verzoeker.