Besluit van de Minister van Justitie van 30 maart 2009, nummer WBN 2009/1, houdende wijziging van de tekst van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap toegespitst op buiten het Koninkrijk afgelegde optieverklaringen en ingediende naturalisatieverzoeken
Citeertitel:
Circulaire voor Optie/Naturalisatieverzoeken in het buitenland
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.
Besluit van de Minister van Justitie van 30 maart 2009, nummer WBN 2009/1, houdende wijziging van de tekst van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap toegespitst op buiten het Koninkrijk afgelegde optieverklaringen en ingediende naturalisatieverzoeken
Citeertitel:
Circulaire voor Optie/Naturalisatieverzoeken in het buitenland
Optieverklaringen worden voorzien van een datum en dienststempel ( artikel 25, vijfde lid, BVVN). Daarna wordt een kopie van de optieverklaring, als bewijs van ontvangst, aan de optant meegegeven ( artikel 25, derde lid, BVVN). Vervolgens dient binnen dertien weken na de inontvangstneming van de optieverklaring hierop te worden beslist. Deze termijn kan éénmaal met ten hoogste dertien weken worden verlengd ( artikel 6, vijfde lid, RWN). Een verlenging van de termijn kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn als de Minister van Buitenlandse Zaken verzoekt om verificatie van gegevens van betrokkene die in een ander ressort zijn hoofdverblijf heeft gehad dan het ressort waar de optieverklaring is afgelegd, danwel verificatie van gegevens in een ander land. Als de Minister van Buitenlandse Zaken verlenging van de termijn noodzakelijk acht, deelt hij dit schriftelijk aan de optant mee. De Minister van Buitenlandse Zaken is niet verplicht om de reden van de verlenging te vermelden.