2.3.4. Voldoende middelen van bestaan
Als toegangsvoorwaarde voor verblijf van ten hoogste drie maanden geldt het vereiste om te beschikken over voldoende middelen van bestaan (zie
artikel 2r, eerste lid, onder d WTU-BES en
artikel 3.8 BTU-BES). Overigens wordt ook in het kader van de aanvraag tot het verlenen van een visum voor kort verblijf bezien of de vreemdeling beschikt over voldoende middelen van bestaan voor de duur van het voorgenomen verblijf.
De middelen moeten toereikend zijn om te voorzien in zowel de kosten van het verblijf in de openbare lichamen als in de kosten van de reis naar een plaats buiten de openbare lichamen waar de toegang is gewaarborgd. Of de middelen waarover de vreemdeling kan beschikken toereikend zijn, hangt af van verschillende (persoonsgebonden) factoren, waaronder:
a.
de duur van het voorgenomen verblijf;
c.
de persoonlijke omstandigheden; en
d.
de aard van het gebruikte vervoermiddel.
Vaste maatstaven zijn in dit verband niet te geven. Ter indicatie kan worden aangenomen dat vreemdelingen die zelfstandig reizen, moeten kunnen voorzien in de kosten van hun verblijf en onderdak. Voor de openbare lichamen komt dit neer op een bedrag van minimaal USD 1000 per week per persoon. Dit bedrag is exclusief de eventuele kosten voor een vliegreis naar een plaats buiten de openbare lichamen waar de toegang is gewaarborgd.
Aan vreemdelingen van wie niet zeker is dat zij over voldoende middelen van bestaan kunnen beschikken, kan onder voorwaarden toegang worden verleend voor:
a.
de duur van het voorgenomen verblijf; en/of
b.
voor de terugreis/reis naar een derde land.
Zie hiervoor
paragraaf 3.5 van dit hoofdstuk.
Een voorwaarde voor toegang is dat de vreemdeling -indien nodig- zekerheid stelt (zie
artikel 3.9, tweede lid, BTU-BES) voor de kosten van de reis naar een plaats buiten de openbare lichamen waar zijn toelating is gewaarborgd. Dit doet hij door:
1.
het deponeren van een retourpassagebiljet of een garantiesom (het deponeren van een garantiesom is alleen mogelijk in zeer uitzonderlijke gevallen); of
2.
een in de openbare lichamen wonende solvabele derde die zich garant stelt door ondertekening van een garantverklaring (
MBES14 CTU-BES).1. retourpassagebiljet en garantiesom
Aan de vreemdeling kan worden verzocht een in zijn bezit zijnde retourpassagebiljet te deponeren tot zekerstelling. Als de vreemdeling gebruik heeft gemaakt van een elektronisch ticket en daarom niet in het bezit is van een retourpassagebiljet, wijst de ambtenaar belast met grensbewaking de vreemdeling op de mogelijkheid om alsnog door de luchtvaartmaatschappij een retourpassagebiljet te laten printen. Als de betreffende luchtvaartmaatschappij hier niet aan kan of wil voldoen, behoudt de ambtenaar belast met grensbewaking de bevoegdheid tot het stellen van zekerheid. De geldigheid van het retourpassagebiljet moet de duur van het voorgenomen verblijf overschrijden.
Het deponeren van een garantiesom als middel voor het stellen van zekerheid is alleen mogelijk in zeer uitzonderlijke situaties.Beheer retourpassagebiljet en garantiesom
Aan vreemdelingen die bij binnenkomst in de openbare lichamen een garantiesom of een retourpassagebiljet deponeren, wordt een folder uitgereikt. Hierin wordt informatie verschaft over ontvangst, beheer en teruggave van aan de grens gedeponeerde garantiesommen en retourpassagebiljetten.
Aan de vreemdeling die een retourpassagebiljet of een garantiesom deponeert, wordt ook een bewijs van inname afgegeven. Ook aan een derde die een garantiesom deponeert, wordt een bewijs van inname afgegeven.
De Commandant van de KMar beheert de bij hem gedeponeerde retourpassagebiljetten en garantiesommen. Over gedeponeerde garantiesommen wordt geen rente vergoed.Teruggave en restitutie in de openbare lichamen
De vreemdeling die een retourpassagebiljet of een garantiesom heeft gedeponeerd, moet zich voor teruggave daarvan rechtstreeks wenden tot de beherende instantie. Hetzelfde geldt voor derden die een garantiesom ten behoeve van een vreemdeling hebben gedeponeerd.
De garantiesom dan wel het retourpassagebiljet wordt aan de vreemdeling teruggegeven op vertoon van het ontvangstbewijs, als:
a.
voldoende zekerheid bestaat over het vertrek van de vreemdeling (op eigen kosten); of
b.
naderhand een aanvraag om een verblijfsvergunning wordt ingewilligd.
Garantiesommen gedeponeerd door derden worden op vertoon van het ontvangstbewijs gerestitueerd na vertrek van de vreemdeling uit de openbare lichamen.
Bij inname en teruggave van het retourpassagebiljet (
MBES11 CTU-BES) dan wel de garantiesom (MBES12 CTU-BES) wordt het originele bewijs ingenomen dan wel teruggegeven.2. Garantstelling door derde
Ook kan zekerheid worden gesteld doordat een op de openbare lichamen wonende solvabele derde zich garant stelt door ondertekening van een garantverklaring (
MBES14 CTU-BES). In geval de vreemdeling zelf niet over voldoende middelen van bestaan beschikt kan desondanks toegang worden verleend wanneer een in de openbare lichamen rechtmatig verblijvende solvabele derde zich garant heeft gesteld.
Deze derde persoon stelt zich daarbij garant voor:
a.
de kosten die voor de openbare lichamen uit het verblijf van de vreemdeling kunnen voortvloeien; evenals voor
b.
de kosten van de reis naar een plaats buiten de openbare lichamen waar toelating van de vreemdeling is gewaarborgd.
Nadat is besloten om de vreemdeling toegang te verlenen onder voorwaarden, brengt de ambtenaar belast met de grensbewaking een sticker ‘Doorlating onder voorwaarden openbare lichamen’ (
MBES45 CTU-BES) aan in het paspoort van de vreemdeling. Vervolgens plaatst de ambtenaar een inreisstempel half op en half onder het laminaat. Zie hiervoor
paragraaf 3.5 van dit hoofdstuk.