Briefwisseling tussen de Nederlandse en de Belgische Regering tot uitvoering van het Verdrag van 13 april 1948 nopens de aanwijzing van het Belgische grenskantoor te Meer en het Nederlandse grenskantoor te Rijsbergen tot internationaal douanekantoor voor het wegverkeer
AMBASSADE VAN HET
KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
No. 8446
Brussel, 10 augustus 1972.
Mijnheer de Minister,
Ik heb de eer Uwer Excellentie mede te delen dat de bevoegde Nederlandse Ministers overeenkomstig Artikel I van het op 13 april 1948 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen de Nederlandse Regering en de Belgische Regering nopens samenvoeging van douanebehandeling aan de Nederlands-Belgische grens kunnen instemmen met de volgende aanwijzingen:
a.
als internationaal douanekantoor voor het wegverkeer: het alleen voor de intra-grensformaliteiten bevoegde grenskantoor gelegen in de gemeenten Meer (België) en Rijsbergen (Nederland), met inbegrip van de benodigde dienstvertrekken, installaties, losperrons en parkeerterreinen;
b.
als internationale douaneweg: een gedeelte van de autoweg van Antwerpen naar Breda en de bijbehorende omleidingswegen, van de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van
Ik zou het op prijs stellen van Uwe Excellentie te mogen vernemen of de bevoegde Belgische Ministers met bovenvermelde aanwijzingen kunnen instemmen. In het bevestigende geval zou dit akkoord op 1 september 1972 in werking kunnen treden.
Gelief, Mijnheer de Minister, de hernieuwde verzekering mijner zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.
(w.g.) VEGELIN VAN CLAERBERGEN
Jonkheer M. Vegelin van Claerbergen
Tijdelijk Zaakgelastigde.
Zijner Excellentie
de Heer P. Harmel
Minister van Buitenlandse Zaken
te Brussel
1.
750 meter, gemeten in de richting Antwerpen, en
2.
2000 meter, gemeten in de richting Breda,
vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de as van de autoweg.
MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN
BUITENLANDSE HANDEL
DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Brussel, 25 augustus 1972.
Mijnheer de Tijdelijk Zaakgelastigde,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van uw brief van 10 augustus 1972 no. 8446, en moge U hierbij mededelen, dat ook de betrokken Belgische Ministers overeenkomstig Artikel I van het op 13 april 1948 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen de Nederlandse Regering en de Belgische Regering nopens samenvoeging van douanebehandeling aan de Nederlands-Belgische grens kunnen instemmen met de volgende aanwijzingen:
a.
als internationaal douanekantoor voor het wegverkeer: het alleen voor de intra-grensformaliteiten bevoegde grenskantoor gelegen in de gemeenten Meer (België) en Rijsbergen (Nederland), met inbegrip van de benodigde dienstvertrekken, installaties, losperrons en parkeerterreinen;
b.
als internationale douaneweg: een gedeelte van de autoweg van Antwerpen naar Breda en de bijbehorende omleidingswegen, van de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van:
Dit akkoord treedt in werking op 1 september 1972.
Gelieve, Mijnheer de Tijdelijk Zaakgelastigde, de hernieuwde verzekering mijner zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.
Voor de Minister van Buitenlandse Zaken,
afwezig:
De Staatssecretaris
voor Buitenlandse Handel,
(w.g.) H. FAYAT
Jonkheer M. Vegelin van Claerbergen
Tijdelijk Zaakgelastigde
Ambassade van het Koninkrijk
der Nederlanden
te Brussel
1.
750 meter, gemeten in de richting Antwerpen, en
2.
2000 meter, gemeten in de richting Breda,
vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de as van de autoweg.