Briefwisseling tussen de Nederlandse, de Belgische en de Luxemburgse Regeringen, enerzijds, en de Regering van de Poolse Republiek, anderzijds, houdende een overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht
MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Brussel, 23 juni 1993
Excellentie,
Gelet op de op 29 maart 1991 te Brussel gesloten Overeenkomst tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Poolse Republiek betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen, hebben de Regeringen van de Beneluxlanden, gezamenlijk optredend op grond van de op 11 april 1960 te Brussel ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied, de eer Uwe Excellentie ter kennis te brengen bereid te zijn met de Regering van de Poolse Republiek onderstaande Overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht te sluiten.
1.
In deze Overeenkomst wordt verstaan:
onder „de Beneluxlanden": het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden;
onder „het Beneluxgebied": de gezamenlijke grondgebieden in Europa van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.
2.
De onderdanen van de Poolse Republiek kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden zonder visum het Beneluxgebied binnenkomen op uitsluitend vertoon van een geldig nationaal paspoort.
3.
De onderdanen van de Beneluxlanden kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden zonder visum het grondgebied van de Poolse Republiek binnenkomen op uitsluitend vertoon van een geldig nationaal paspoort.
4.
Voor een verblijf van meer dan drie maanden dienen de in deze Overeenkomst bedoelde onderdanen van de geviseerde landen het vereiste visum te hebben verkregen van de bevoegde diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger van het land waarheen zij zich wensen te begeven.
5.
Elke Regering behoudt zich het recht voor de toegang tot haar land te weigeren aan personen die niet in het bezit zijn van de vereiste inreispapieren, die niet beschikken over voldoende middelen van bestaan, die als ongewenst zijn gesignaleerd of die beschouwd worden als personen die de openbare rust, de openbare orde of de nationale veiligheid in gevaar kunnen brengen.
6.
Behoudens de voorgaande bepalingen blijven de in de Beneluxlanden en in de Poolse Republiek van kracht zijnde wetten en voorschriften met betrekking tot de binnenkomst, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, alsmede met betrekking tot het verrichten van een winstgevende zelfstandige of niet-zelfstandige activiteit, onverlet.
7.
De ondertekenende Regeringen laten elkaar langs diplomatieke weg de specimina van hun nieuwe of gewijzigde nationale paspoorten geworden, alsmede de gegevens betreffende het gebruik van deze paspoorten, en dit, in de mate van het mogelijke, 60 dagen voor zij in gebruik worden genomen.
8.
Deze Overeenkomst treedt in werking op de achtste dag volgend op de dag van ondertekening voor de duur van een jaar.
Indien de Overeenkomst niet dertig dagen voor het verstrijken van die periode is opgezegd, wordt zij geacht voor onbepaalde tijd te zijn verlengd. Na een jaar, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, kan elk der ondertekenende Regeringen deze Overeenkomst opzeggen door zestig dagen van tevoren de Belgische Regering daarvan mededeling te doen. De Belgische Regering stelt de andere ondertekenende Regeringen langs diplomatieke weg in kennis van de ontvangst van de in deze paragraaf bedoelde mededeling.
De opzegging door een van de ondertekenende Regeringen heeft de beëindiging van de Overeenkomst tot gevolg.
De Belgische Regering stelt de andere ondertekenende Regeringen langs diplomatieke weg in kennis van de ontvangst van de in dit lid bedoelde mededeling.
9.
Deze Overeenkomst kan door elk der Overeenkomstsluitende Partijen worden opgeschort. Van deze opschorting dient onverwijld via de diplomatieke kanalen kennis te worden gegeven aan de Belgische Regering. Deze zal de andere ondertekenende Regeringen van de ontvangst van deze kennisgeving op de hoogte stellen. Hetzelfde geldt voor het ongedaan maken van de opschorting.
10.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst tot de Nederlandse Antillen en Aruba worden uitgebreid door kennisgeving van de Nederlandse Regering aan de Regering van de Poolse Republiek.
11.
Indien de Regering van de Poolse Republiek bereid is om met de Regeringen van de Beneluxlanden een Overeenkomst met bovengenoemde bepalingen te sluiten, hebben wij de eer Uwe Excellentie voor te stellen, dat deze brief en die met gelijkluidende inhoud, welke Uwe Excellentie wordt verzocht aan ieder van ons te richten, als Overeenkomst tussen de Regering van de Poolse Republiek en de Regeringen van de Beneluxlanden zouden gelden.
Wij maken van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw de verzekering van onze bijzondere hoogachting te geven.