Besluit van 16 juli 2005, nr. 05.002643, houdende vaststelling van de vergoeding van de voorzitter en de leden van de Toetsingscommissie als bedoeld in artikel 73 van de Wet werk en bijstand
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 juli 2005, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/SFI/05/48023;
Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
De vaste beloning voor de voorzitter en de leden van de Toetsingscommissie bestaat uit een bedrag per bijgewoonde vergadering en uit een bedrag voor de voorbereiding van de advisering over verzoeken om aanvullende uitkering, waarbij de vaste beloning wordt gebaseerd op het maximum van:
a.
salarisschaal 17 van het
Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 voor de voorzitter;
b.
salarisschaal 16 van het
Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 voor de leden.
2.
De vaste beloning voor een bijgewoonde vergadering wordt, met toepassing van de in het eerste lid genoemde salarisschalen, gebaseerd een volle dag van 8 uur, inclusief reistijd.
3.
De vaste beloning voor de voorbereiding, bedoeld in het eerste lid, wordt gebaseerd op:
a.
30 minuten voorbereidingstijd voor verzoeken van gemeenten tot en met 40 000 inwoners;
b.
60 minuten voorbereidingstijd voor verzoeken van gemeenten met meer dan 40 000 inwoners.
1.
Indien een plaatsvervangend-lid een lid vervangt ter vergadering en/of voorbereiding, is
artikel 1 van overeenkomstige toepassing.
2.
In afwijking van het eerste lid komt een plaatsvervangend-lid jaarlijks ook in aanmerking voor een vaste beloning voor een vergadering die kan worden aangemerkt als een start- en/of slotbijeenkomst van de commissie.
3.
In afwijking van het eerste en tweede lid komt een plaatsvervangend-lid in het jaar 2005 in aanmerking voor een vaste beloning voor alle bijgewoonde vergaderingen.
Artikel 3
De in
artikel 1 bedoelde vaste beloning kan niet meer bedragen dan 50% van de jaarwedde volgens het eerste niveau na schaal 18 van de bezoldiging van burgerlijke rijksambtenaren.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 19 november 2004.