Besluit van 13 september 1945, houdende vaststelling van een leeftijdsgrens voor het vervullen van openbare functies
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers voor Algemeene Oorlogvoering van het Koninkrijk, van Binnenlandsche Zaken, van Justitie, van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van Financiën, van Oorlog, van Marine, van Openbare Werken, van Verkeer en Energie, van Handel en Nijverheid, van Scheepvaart, van Voedselvoorziening, Landbouw en Visscherij, van Sociale Zaken en van Overzeesche Gebiedsdeelen, van 8 Augustus 1945, n°. 2468I;
Overwegende, dat het wenschelijk is voor het vervullen van openbare functies een leeftijdsgrens vast te stellen, voor zoover dit niet reeds is geschied;
Den Raad van State gehoord (advies van 14 Augustus 1945, n°. 9);
Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, mede namens de overige Ministers van 3 September 1945, n°. 3864;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
Aan personen, aangesteld of op arbeidsovereenkomst werkzaam in openbaren dienst hier te lande, wordt, behoudens in zeer bijzondere gevallen ter beoordeeling van het tot ontslag bevoegde gezag, bij het bereiken van den vollen ouderdom van 65 jaar door het bevoegd gezag ontslag verleend met ingang van de eerstvolgende maand.
2.
Tot den openbaren dienst behooren alle diensten en bedrijven door den Staat en de openbare lichamen beheerd.
3.
Het ontslag wordt aan personen, die op den dag van de inwerkingtreding van dit besluit den ouderdom van 65 jaar hebben bereikt, verleend met ingang van 1 Januari 1946.
Artikel 2
Dit besluit is niet van toepassing:
a.
op personen, die krachtens reeds bestaande wettelijke voorschriften bij het bereiken van een bepaalden leeftijd, behoudens toepassing van overgangsbepalingen, uit de functie worden ontslagen;
b.
op hen, genoemd in artikel 2, lid 2, onder a, van de
Ambtenarenwet 1929;
c.
op personen, die de functie als nevenbetrekking bekleeden.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 December 1945.
's-Gravenhage,, den 13den September 1945.
De Minister voor Algemeene Oorlogvoering van het Koninkrijk,
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
De Minister van Justitie,
De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
De Minister van Financiën,
De Minister van Openbare Werken,
De Minister van Verkeer en Energie,
De Minister van Handel en Nijverheid,
De Minister van Scheepvaart a.i.,
De Minister van Voedselvoorziening, Landbouw en Visscherij,
De Minister van Sociale Zaken,
De Minister van Overzeesche Gebiedsdeelen a.i.,
Uitgegeven den vijf en twintigsten September 1945.
De Minister van Justitie,