Besluit van 12 november 1990, houdende vaststelling van de ambtsgebieden van de inspecteurs van de ruimtelijke ordening
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 2 november 1990, nr. MJZ02n90023, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel 29, tweede lid, van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 ( Stb. 627);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Binnen elk der volgende delen van Nederland is een inspecteur van de ruimtelijke ordening gevestigd, die in dat gedeelte van het Rijk zijn taak vervult:
a.
het gebied van de provincies Groningen, Friesland en Drenthe (inspectie Noord);
b.
het gebied van de provincies Overijssel en Gelderland (inspectie Oost);
c.
het gebied van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland (inspectie West);
d.
het gebied van de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg (inspectie Zuid).
Artikel 2
Het besluit van 3 februari 1986, nr. 17, tot vaststelling van de ambtsgebieden van de inspecteurs van de ruimtelijke ordening ( Stb. 31) wordt ingetrokken.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 1990.
's-Gravenhage, 12 november 1990
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Uitgegeven de achttiende december 1990
De Minister van Justitie,