Besluit van 16 december 1992, houdende regels voor de vergoeding die een advocaat ontvangt voor rechtsbijstand ingevolge het bepaalde in artikel 817 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie, van 12 november 1992, stafafdeling Wetgeving Privaatrecht, nr. 263435/92/6.
Gelet op artikel 817 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
De Raad van State gehoord (advies van 26 november 1992), nr. W03.92.0552;
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 8 december 1992, nr. 268554/92/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Advocaten die rechtsbijstand hebben verleend op grond van een toevoeging krachtens
artikel 817 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering , ontvangen daarvoor een vergoeding die overeenstemt met de vergoeding die aan advocaten volgens de voorschriften van het
Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 toekomt voor rechtsbijstand in zaken van echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, met inbegrip van de nevenvorderingen en de voorlopige voorzieningen.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1993.
's-Gravenhage, 16 december 1992
De Staatssecretaris van Justitie,
Uitgegeven de dertigste december 1992
De Minister van Justitie,