Besluit van 3 november 1993, houdende regels omtrent de taak en bevoegdheid van de patiëntenvertrouwenspersoon
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en Onze Minister van Justitie van 14 juli 1993, DGVgz/GVC/CB/931794;
Gelet op artikel 59 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
De Raad van State gehoord (advies van 28 oktober 1993, nr. W13.93.0451);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en Onze Minister van Justitie van 1 november 1993, nr. GVC/CB/9367;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 2
De patiëntenvertrouwenspersoon verleent de in het psychiatrisch ziekenhuis opgenomen patiënten, patiënten met een voorwaardelijke machtiging, patiënten die een zelfbindingsverklaring opstellen en patiënten met een zelfbindingsmachtiging, op hun verzoek advies en bijstand in aangelegenheden samenhangend met hun opneming en verblijf in het ziekenhuis, onderscheidenlijk samenhangend met de voorwaardelijke machtiging, de zelfbindingsverklaring of de zelfbindingsmachtiging.
Artikel 3
De patiëntenvertrouwenspersoon heeft, voor zover dit voor een juiste uitoefening van zijn taak nodig is, toegang tot alle ruimten van het psychiatrisch ziekenhuis, bestemd voor opneming en verblijf van patiënten, en behoeft geen toestemming van derden om te spreken met patiënten.
Artikel 4
Onverminderd het bij of krachtens de wet bepaalde worden aan de patiëntenvertrouwenspersoon alle inlichtingen verschaft en bescheiden getoond die deze voor een juiste uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Artikel 6
Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit patiëntenvertrouwenspersoon Bopz.
's-Gravenhage, 3 november 1993
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
De Minister van Justitie,
Uitgegeven de negende november 1993
De Minister van Justitie,