Besluit van 3 september 1997, houdende regels inzake de opleiding tot apotheker (Besluit opleidingseisen apotheker)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 januari 1997, CSZ/BenO-97657;
Gelet op artikel 22 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;
Gezien het advies van de Raad voor de beroepen in de individuele gezondheidszorg (advies van 15 mei 1996, B4/'96);
De Raad van State gehoord (advies van 28 april 1997, no.W13.97.0035);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 augustus 1997, CSZ/BO 9713645;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a.
wet: de
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg ;
1.
De opleiding tot apotheker omvat theoretisch en praktisch onderwijs alsmede een stage van ten minste 6 maanden in een openbare apotheek of een ziekenhuisapotheek.
2.
Het theoretische en praktische onderwijs omvat ten minste de volgende vakken:
c.
algemene, anorganische, organische en analytische scheikunde, daaronder begrepen de analyse van biologisch materiaal;
d.
farmaceutische scheikunde, daaronder begrepen de geneesmiddelenanalyse;
e.
biochemie, medische biochemie daaronder begrepen;
f.
anatomie, fysiologie, pathologie en klinische chemie;
g.
medische terminologie;
i.
farmacologie, met inbegrip van farmacokinetiek, farmacotherapie, en klinische farmacie;
j.
farmaceutische technologie en biofarmacie;
Artikel 4
De opleiding tot apotheker is zodanig ingericht dat de betrokkene:
a.
voldoende kennis verwerft:
1°.
van in de handel gebrachte geneesmiddelen en de voor hun bereiding gebruikte substanties, alsmede van de bereiding van geneesmiddelen in hun farmaceutische vorm;
2°.
van de natuurkundige, scheikundige, biologische en microbiologische controle op geneesmiddelen;
3°.
van het metabolisme, de uitwerking van geneesmiddelen, de werking van toxische stoffen en het gebruik van geneesmiddelen;
4°.
om wetenschappelijke gegevens omtrent geneesmiddelen te kunnen beoordelen en op grond daarvan ter zake dienende inlichtingen te kunnen verstrekken;
5°.
van de regelgeving, voor zover van belang voor de farmaceutische beroepsuitoefening;
6°.
van medische hulpmiddelen, voor zover van belang voor de farmaceutische beroepsuitoefening;
7°.
van de structuur en de financiering van de gezondheidszorg;
8°.
van het opslaan, bewaren en distribueren van geneesmiddelen;
9°.
van informatie- en registatiesystemen;
b.
voldoende vaardigheid verwerft in:
1°.
het communiceren en samenwerken met andere werkers in de gezondheidszorg;
2°.
het geven van voorlichting en advies omtrent het gebruik van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen aan zorgverleners en patiënten;
3°.
de praktijkvoering als apotheekhoudende;
4°.
de bereiding van geneesmiddelen in hun farmaceutische vorm.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 6
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit opleidingseisen apotheker.
's-Gravenhage, 3 september 1997
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Uitgegeven de zevende oktober 1997
De Minister van Justitie,