Besluit van 20 december 1988, houdende de vaststelling van regelen met betrekking tot de nominale premie ziekenfondsverzekering
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 14 oktober 1988, DGVGZ/VTA/VERZ/VV-404809;
Gelet op de artikelen 17, eerste en zevende lid, en 93 van de Ziekenfondswet (Stb. 1986, 347);
Gezien het advies van de Ziekenfondsraad (advies van 25 augustus 1988, VERZ/26441);
De Raad van State gehoord (advies van 9 december 1988, No. W13.88.0581.);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 15 december 1988, DGVGZ/VTA/VERZ/VV-405729;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
Een ziekenfonds bepaalt, onverminderd het bepaalde in het tweede lid, eenzelfde nominale premie voor de verzekering van de bij hem ingeschreven verzekerden.
2.
Bij de bepaling van de hoogte van de nominale premie welke verschuldigd is voor de verzekering van de verzekerde en zijn medeverzekerde wordt de nominale premie voor een medeverzekerde, bedoeld in
artikel 4, eerste lid, van de Ziekenfondswet, gesteld op hetzelfde bedrag als dat voor de verzekerde zelf.
3.
Ingeval het ziekenfonds een nominale premie per dag berekent bedraagt deze premie 1/360 deel van de jaarpremie.
Artikel 1a
Ingeval een ziekenfonds een korting als bedoeld in
artikel 17, tweede lid, van de Ziekenfondswet verleent, wordt die korting voor de bij hem ingeschreven verzekerden die over eenzelfde langere termijn de verschuldigde nominale premie vooruitbetalen, op eenzelfde bedrag gesteld.
1.
Voor de verzekering van een verzekerde is over eenzelfde periode slechts eenmaal nominale premie verschuldigd.
2.
Indien een verzekerde van ziekenfonds verandert worden door het nieuwe ziekenfonds bij de berekening van de nominale premie geen tijdvakken in aanmerking genomen die door het ziekenfonds, waarbij de verzekerde voordien was ingeschreven, reeds volgens de regelen die laatstbedoeld ziekenfonds toepast in aanmerking zijn genomen.
3.
Voor de verzekering van degene die uit hoofde van meer bepalingen ingevolge de
Ziekenfondswet is verzekerd, is een nominale premie verschuldigd als ware hij uit hoofde van niet meer dan één bepaling verzekerd.
Artikel 3
Voor de toepassing van
artikel 17 van de Ziekenfondswet en van het bepaalde bij of krachtens dit besluit wordt de echtgenoot die met toepassing van een verordening van de Raad van de Europese Gemeenschappen of een verdrag inzake sociale zekerheid dat Nederland met een andere staat heeft gesloten als medeverzekerd gezinslid geldt, beschouwd als medeverzekerde als bedoeld in
artikel 4, eerste lid, van de Ziekenfondswet.
2.
De door de verzekerde, die zich krachtens
artikel 5, eerste lid, van de Ziekenfondswet bij uitsluiting aanmeldt bij de Stichting Algemeen Ziekenfonds voor Zeelieden te Amsterdam, voor zich en zijn medeverzekerde verschuldigde nominale premie wordt door diens werkgever betaald aan de Stichting. De Stichting stelt de verschuldigde nominale premie vast en vordert deze in volgens door haar bij reglement te stellen regelen. Indien na beëindiging van het dienstverband blijkt dat de voormalige werkgever een te laag bedrag aan nominale premie, die door de voormalige werknemer verschuldigd is, heeft betaald als gevolg van omstandigheden die te wijten zijn aan de voormalige werknemer, kan de Stichting de nog verschuldigde nominale premie invorderen van deze voormalige werknemer volgens door haar bij reglement te stellen regelen.
3.
De werkgever is bevoegd de door de verzekerde verschuldigde nominale premie over de tijd, waarover loon wordt betaald, in te houden op dat loon. De werkgever mag de nominale premie niet verhalen op de verzekerde wiens loon geheel bestaat uit verstrekkingen in natura, met of zonder huisvesting en onderricht.
4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt als werkgever aangemerkt de werkgever in de zin van de
Ziektewet en wordt onder loon verstaan het loon in de zin van de
Coördinatiewet Sociale Verzekering .
Artikel 6
Onze Minister kan met betrekking tot al hetgeen de in
artikel 17 van de Ziekenfondswet bedoelde nominale premie betreft, verschuldigd voor de verzekering van door hem aan te wijzen groepen van verzekerden die naar de omstandigheden beoordeeld woonachtig zijn op het grondgebied van een andere Lid-Staat van de Europese Economische Gemeenschap, dan wel een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of een staat waarmee Nederland een verdrag inzake sociale zekerheid heeft gesloten, andere regelen stellen.
Artikel 7
Onze Minister kan voor de verzekering van door hem aan te wijzen groepen van personen, die bij uitsluiting zijn aangewezen op inschrijving bij een bepaald ziekenfonds, een nominale premie vaststellen, die gelijk is aan de nominale premie waarmee bij de verdeling van de besteedbare middelen als bedoeld in
artikel 2 van het Besluit financiering ziekenfondsen Ziekenfondswet ( Stb. 1984, 429) wordt gerekend.
Artikel 8
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit nominale premieheffing Ziekenfondswet.
Artikel 9
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel D, van de Wet houdende invoering van een gedeeltelijk nominale premie in de ziekenfondsverzekering, uitbreiding van het verstrekkingenpakket van de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en enige andere wijzigingen in de
Ziekenfondswet en de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten , alsmede daarmee samenhangende wijzigingen in enige andere wetten en regelingen met betrekking tot de sociale zekerheid en de belastingwetgeving in werking treedt.
's-Gravenhage, 20 december 1988
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
Uitgegeven de dertigste december 1988
De Minister van Justitie,