{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Besluit niet-invordering en gedeeltelijke invordering premies volksverzekering

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Besluit van 1 februari 1977
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken van 23 februari 1976, Directoraat-Generaal voor Sociale Voorzieningen, Directie Soc. Verz., Afdeling V.V., no. 50875 gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en de Staatssecretaris van Financiën;
Gelet op artikel 31 van de Algemene Ouderdomswet ( Stb. 1965, 429) en artikel 45 van de Algemene Weduwen- en Wezenwet ( Stb. 1965, 429);
De Raad van State gehoord (advies van 24 maart 1976, nr. 20);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken van 17 januari 1977, Directoraat-Generaal voor Sociale Voorzieningen, Directie Soc. Verz., Afd. V.V., nr. 50.226;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Het ingevolge artikel 42, derde lid, van de Algemene Ouderdomswet ( Stb. 1985, 181) en artikel 45, derde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet ( Stb. 1965, 429) in te vorderen deel van de premie wordt gesteld op een aantal percenten van de premie. Dit aantal is de op een geheel getal naar beneden afgeronde uitkomst van:
, waarbij A voorstelt: het inkomen als is bedoeld in artikel 42, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet en in artikel 45, vijfde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet;
B voorstelt: het voor de verzekerde in artikel 42, eerste of tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet en in artikel 45, eerste of tweede lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet aangegeven bedrag;
C voorstelt: 70% van het onder B bedoelde bedrag.
Artikel 2
Ten aanzien van degene, die niet het gehele jaar aan de heffing van premie is onderworpen, wordt voor de toepassing van artikel 42, eerste tot en met derde lid, van de Algemene Ouderdomswet en artikel 45, eerste tot en met derde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet en artikel 1 het inkomen over een gedeelte van een jaar herleid tot inkomen over een jaar met inachtneming van het volgende:
a. een kalenderjaar wordt op 360 dagen en een kalendermaand op 30 dagen gesteld;
b. de dag, waarop de premieplicht een aanvang neemt wordt voor een gehele dag gerekend;
c. de dag, waarop de premieplicht eindigt, wordt verwaarloosd.
Artikel 3
Met betrekking tot de premie, die bij wijze van inhouding wordt geheven met toepassing van de rose tabellen, vinden artikel 42, eerste tot en met vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 45, eerste tot en met vijfde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet en artikel 1 overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
a. de indeling in tariefgroepen voor de loonbelasting in de plaats treedt van die voor de inkomstenbelasting;
b. het inkomen over een loontijdvak, dat korter is dan een jaar, wordt herleid tot inkomen over een jaar. Bij deze herleiding wordt de week op 5 dagen, de maand op 65/3 dag en het jaar op 260 dagen gesteld;
c. onder inkomen wordt verstaan het inkomen als is bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet en in artikel 41, eerste lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, vermeerderd met de bij de bepaling van het onzuivere loon voor de loonbelasting van de verzekerde in aanmerking genomen uitkeringen ingevolge de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet;
d. deze premie voor de toepassing van deze bepalingen niet als bij wijze van inhouding geheven premie wordt beschouwd.
Artikel 4
Ons besluit van 27 december 1962 ( Stb. 554) wordt ingetrokken. De bepalingen van dat besluit blijven van kracht met betrekking tot premie, verschuldigd over kalenderjaren en tijdvakken, welke zijn geëindigd vóór 1 januari 1976.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad , waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 1976.
Lasten en bevelen dat dit besluit in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.
Soestdijk, 1 februari 1977
De Minister van Sociale Zaken,
De Staatssecretaris van Sociale Zaken,
De Staatssecretaris van Financiën,
Uitgegeven de eerste maart 1977
De Minister van Justitie,