1.
De verplichtingen, voor het voormalige departement van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, voortvloeiende uit het dienstverband met zijn personeel, alsmede de zorg voor de overige beheersaangelegenheden van dat departement zijn met ingang van 4 november 1982 overgegaan op het departement van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.
Uiterlijk op 1 januari 1983 zullen deze verplichtingen en deze zorg, voor zover samenhangend met de aangelegenheden op het terrein van de Milieuhygiëne zoals bedoeld in onderdeel 2 van Ons Besluit van 4 november 1982 , nr. 102 ( Stb. 613), bij Koninklijk besluit worden overgedragen aan het departement van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
2.
Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur stelt tot uiterlijk de in onderdeel 1, tweede volzin genoemde datum aan Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het personeel ter beschikking, dat deze nodig heeft voor het behartigen van zijn taak op het terrein van het milieubeheer (de milieuhygiëne).
3.
..., secretaris-generaal van het voormalige departement van Volksgezondheid en Milieuhygiëne doet voor 1 januari 1983 voorstellen aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken met het oog op de afwikkeling van zaken verband houdende met het bepaalde onder 1 tot en met 4 van Ons Besluit van 4 november 1982, nr. 102 ( Stb. 613).
4.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken stelt in het kader van de in onderdeel 3 van dit Besluit bedoelde afwikkeling een rechtspositieleidraad vast, voert overleg met het georganiseerd ambtenarenoverleg, overeenkomstig een door hem vastgestelde structuur, en beslist in geschillen tussen de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
5.
Bij de afwikkeling, bedoeld onder 3 van dit Besluit, zal worden uitgegaan van een indeling van het personeel van de centrale en stafafdelingen van het voormalige departement van Volksgezondheid en Milieuhygiëne bij de departementen van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer naar evenredigheid met de overgaande taken. Medewerkers van deze afdelingen wier werkzaamheden in overwegende mate ondersteunend zijn voor bepaalde beleidsonderdelen, zullen bij dezelfde departementen worden geplaatst als deze onderdelen.