Besluit mandaat, volmacht en machtiging voorzitter en plaatsvervangend voorzitter Regionaal Beheersteam Noordzeerampen
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 6, eerste lid, en 9 van de Wet bestrijding ongevallen Noordzee;
2.
Aan de functionarissen genoemd in het eerste lid, wordt tevens volmacht en machtiging verleend ten aanzien van het bepaalde in het eerste lid.
1.
Documenten die ondertekend worden op grond van dit besluit worden gesteld op briefpapier van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu met het hoofd:
‘MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU’
en daaronder de vermelding ‘Rijkswaterstaat’
2.
Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op grond van
artikel 1, eerste lid, door de voorzitter van het Regionaal Beheersteam Noordzeerampen, vermeldt aan het slot:
‘DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
namens deze,
DE VOORZITTER VAN HET REGIONAAL BEHEERSTEAM NOORDZEERAMPEN,’
gevolgd door de handtekening en de naam van de voorzitter.
3.
Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op grond van
artikel 1, eerste lid, door de plaatsvervangend voorzitter van het Regionaal Beheersteam Noordzeerampen, vermeldt aan het slot:
‘DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
namens deze,
DE PLV VOORZITTER VAN HET REGIONAAL BEHEERSTEAM NOORDZEE-RAMPEN,’
gevolgd door de handtekening en de naam van de plaatsvervangend voorzitter.
4.
In geval van volmacht of machtiging luidt de ondertekening als volgt:
‘NAMENS DE STAAT DER NEDERLANDEN,
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
namens deze,
DE VOORZITTER’, respectievelijk ‘DE PLV VOORZITTER VAN HET REGIONAAL BEHEERSTEAM NOORDZEERAMPEN,’
gevolgd door de handtekening en de naam van de gevolmachtigde of gemachtigde functionaris.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop het
Besluit Rampenplan voor de Noordzee 2009 in werking treedt.