Besluit mandaat en volmacht College sanering zorginstellingen
Het College sanering zorginstellingen,
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a.
Wet: de
Wet toelating zorginstellingen
e.
de waarnemend directeur van het College: degene die de functie van directeur als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het bestuursreglement waarneemt
h.
sanering: het geheel van maatregelen dat wordt genomen:
1.
De waarnemend directeur is bevoegd binnen acht weken na ontvangst van de aanmelding door een instelling als bedoeld in
artikel 18, eerste lid, van de Wet, te beslissen dat voor het verhuren, vervreemden of aan enig beperkt recht onderwerpen van gebouwen, terreinen of delen daarvan de goedkeuring van het College is vereist en dit bij beschikking te berichten aan de meldende instelling.
2.
Bij afwezigheid van de waarnemend directeur is het hoofd Juridische Zaken bevoegd de beslissing als genoemd in lid 1 van dit artikel te nemen.
1.
De waarnemend directeur is bevoegd per casus 1 of meer gemachtigden uit de kring van toegelaten gemachtigden aan te wijzen, waarbij specifieke kennis en ervaring met betrekking tot het aan de orde zijnde onderwerp door hem worden afgewogen:
b.
ten behoeve van het uitvoeren van taken op uitdrukkelijk verzoek van de minister of de staatssecretaris.
2.
De waarnemend directeur is bevoegd:
a.
in geval van meer dan één aangewezen gemachtigde de onderlinge taakverdeling in overleg te regelen
b.
de gemachtigde decharge te verlenen indien een casus via besluitvorming van het College is afgerond.
3.
De waarnemend directeur is bevoegd in spoedeisende gevallen te besluiten dat een beoogd gemachtigde reeds een aanvang maakt met zijn/haar werkzaamheden voordat besloten is tot aanwijzing van een gemachtigde.
4.
Bij afwezigheid van de waarnemend directeur is het hoofd Juridische Zaken bevoegd de beslissing als genoemd in lid 1 van dit artikel te nemen.
Artikel 4
De waarnemend directeur is bevoegd, op grond van de ingeschatte complexiteit, aard en omvang van de casus, te besluiten dat aanwijzing van een gemachtigde niet nodig is. In dat geval wordt de voorbereiding van de besluitvorming door het College door een medewerker van het secretariaat ter hand genomen.
1.
De waarnemend directeur is bevoegd tot de ondertekening van de correspondentie en beschikkingen.
2.
De waarnemend directeur is, binnen het kader van de begroting en met inachtneming van door het College vastgesteld beleid, bevoegd namens het College privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten
3.
De waarnemend directeur is, na overleg met de voorzitter, bevoegd tot het openen en opheffen van bank- en/of girorekeningen ten name van het College en het stellen van zekerheid voor overeengekomen betalingsverplichtingen.
4.
bij afwezigheid van de waarnemend directeur is de chef de bureau bevoegd tot hetgeen in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel staat te verrichten.
5.
de chef de bureau is bevoegd tot het verrichten van betalingen met betrekking tot zaken, voor zover deze betrekking hebben op bankrekeningnummer 5022983
1.
De waarnemend directeur is bevoegd in spoedeisende gevallen aan een instelling die voornemens is tot het vervreemden, verhuren of aan enig beperkt recht onderwerpen van gebouwen of terreinen of delen daarvan goedkeuring te verlenen aan de voorgenomen transactie.
2.
De waarnemend directeur is bevoegd, op grond van de ingeschatte complexiteit, aard en omvang van de casus, te besluiten dat goedkeuring wordt verleend aan de voorgenomen transactie.
3.
Bij afwezigheid van de waarnemend directeur is het hoofd Juridische Zaken bevoegd de goedkeuring te verlenen als genoemd in lid 1 en 2 van dit artikel te nemen.
1.
Het College beslist tot het voornemen tot het vaststellen van de subsidie op basis van
artikel 17 WTZi. Over dit voornemen wordt het College voor zorgverzekeringen gehoord op grond van
artikel 17 lid 6 van de WTZi. In gevallen dat het College voor zorgverzekeringen geen opmerkingen heeft, is de waarnemend directeur bevoegd de subsidie definitief vast te stellen, conform het bedrag, opgenomen in het voornemen.
2.
Bij afwezigheid van de waarnemend directeur is de chef de bureau bevoegd de subsidie vast te stellen zoals in lid 1 van dit artikel genoemd.
1.
De waarnemend directeur is bevoegd in voorkomende gevallen een beslissing tot het verlenen van een voorschot te nemen, mits het bedrag van het voorschot het in de liquidatiebegroting genoemde bedrag niet te boven gaat zoals bepaald in artikel 12 van het bestuursreglement. Dit besluit dient te zijn voorzien van een medeparaaf van een beleidsmedewerker.
2.
Bij afwezigheid van de waarnemend directeur is de chef de bureau bevoegd het voorschot te verlenen zoals in lid 1 van dit artikel genoemd, eveneens voorzien van een medeparaaf van een beleidsmedewerker.
1.
De waarnemend directeur is verantwoordelijk voor het intern functioneren van het secretariaat.
3.
De voorzitter van het College stelt conform
artikel 22 lid 2 van de wet de arbeidsvoorwaarden van het personeel vast en stelt hieromtrent de regels vast met betrekking tot individuele personeelsleden.
2.
Bij afwezigheid van de waarnemend directeur is het hoofd Juridisch Zaken bevoegd de termijn te verdagen zoals in lid 1 van dit artikel genoemd.
Artikel 11
De waarnemend directeur is bevoegd tot:
1.
het honoreren van verzoeken om informatie met betrekking tot lopende casus bij de openbare registers, kadaster, notarissen en dergelijke
2.
het geven van voorlichting over het beleid op het terrein van de sanering van instellingen en onroerende zaken en ambulancevervoer
3.
het desgevraagd verstrekken van inlichtingen aan de minister van VWS, alsmede het aan deze minister verschaffen van inzage in zakelijke gegevens en bescheiden ingevolge
artikel 34 van de Wet
4.
het desgevraagd aan de in
artikel 33 van de Wet genoemde Colleges verschaffen van inzage in zakelijke gegevens en bescheiden.
5.
bij afwezigheid van de waarnemend directeur is het hoofd Juridische Zaken bevoegd gegevens en inzage te verstrekken zoals in de leden 1 tot en met 4 van dit artikel genoemd.
Artikel 12
De waarnemend directeur rapporteert minimaal één maal per drie maanden aan het College middels een overzicht over het gebruik van het mandaterings- en volmachtbesluit.
Artikel 13
In geval van (langdurige) ontstentenis van de waarnemend directeur voorziet de voorzitter van het College in (zijn) vervanging.
Artikel 14
Deze regeling vervangt bestaande mandateringsbesluiten dan wel bestaande volmachtbesluiten met ingang van 1 oktober 2009.
Artikel 15
Het besluit treedt in werking op 1 oktober 2009 en loopt tot 1 juni 2010
College sanering zorginstellingen