Besluit van 24 december 1997 tot instelling van kamers van koophandel en fabrieken, tot vaststelling van hun gebieden en de grootte van hun algemeen bestuur (Besluit instelling, gebiedsindeling en bestuursgrootte kamers van koophandel en fabrieken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 oktober 1997, nr. 97061802 WJA/W;
Gelet op de artikelen 2, tweede en derde lid, en 7, tweede lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;
Gezien het advies van de Commissie gebiedsindeling kamers van koophandel en fabrieken van 30 september 1996 en de inzichten van de kamers die betrokken zijn bij een gebiedswijziging;
De Raad van State gehoord (advies van 11 december 1997, nr. W10.97.0655);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 17 december 1997, nr. 97079441 WJA/W;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder wet:
Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997
Artikel 2
Er is een kamer voor onderscheidenlijk het gebied dat omvat:
a.
de gemeenten Aa en Hunze, Achtkarspelen, Ameland, Appingedam, Assen, Bedum, Bellingwedde, Boarnsterhim, Bolsward, Borger-Odoorn, Coevorden, Dantumadeel, Delfzijl, De Marne, De Wolden, Dongeradeel, Eemsmond, Emmen, Ferwerderadiel, Franekeradeel, Gaasterlân-Sleat, Groningen, Grootegast, Haren, Harlingen, Heerenveen, Het Bildt, Hoogeveen, Hoogezand-Sappemeer, Kollumerland c.a., Leek, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Lemsterland, Littenseradiel, Loppersum, Marum, Menaldumadeel, Menterwolde, Meppel, Midden-Drenthe, Nijefurd, Noordenveld, Ooststellingwerf, Opsterland, Pekela, Reiderland, Scheemda, Schiermonnikoog, Skarsterlân, Slochteren, Smallingerland, Sneek, Stadskanaal, Ten Boer, Terschelling, Tynaarlo, Tytsjerksteradiel, Veendam, Vlagtwedde, Vlieland, Westerveld, Weststellingwerf, Winschoten, Winsum, Wûnseradiel, Wymbritseradiel, Zuidhorn;
b.
de gemeenten Almelo, Apeldoorn, Barneveld, Borne, Brummen, Dalfsen, Deventer, Dinkelland, Elburg, Enschede, Epe, Ermelo, Haaksbergen, Hardenberg, Harderwijk, Hattem, Heerde, Hellendoorn, Hengelo (O), Hof van Twente, Kampen, Lochem, Losser, Nunspeet, Oldebroek, Oldenzaal, Olst-Wijhe, Ommen, Putten, Raalte, Rijssen-Holten, Staphorst, Steenwijkerland, Tubbergen, Twenterand, Voorst, Wierden, Zutphen, Zwartewaterland, Zwolle;
c.
de gemeenten Aalten, Arnhem, Berkelland, Beuningen, Bronckhorst, Doesburg, Doetinchem, Duiven, Ede, Groesbeek, Heumen, Lingewaard, Millingen aan de Rijn, Montferland, Mook en Middelaar, Nijmegen, Oost-Gelre, Overbetuwe, Oude IJsselstreek, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Ubbergen, Wageningen, Westervoort, Wijchen, Winterswijk, Zevenaar;
d.
de gemeenten Almere, Amersfoort, Baarn, Blaricum, Bunschoten, Bussum, Dronten, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Lelystad, Leusden, Muiden, Naarden, Nijkerk, Noordoostpolder, Renswoude, Scherpenzeel, Soest, Urk, Weesp, Wijdemeren, Woudenberg, Zeewolde;
e.
de gemeenten Abcoude, Breukelen, Bunnik, Buren, Culemborg, De Bilt, De Ronde Venen, Druten, Geldermalsen, Giessenlanden, Gorinchem, Houten, IJsselstein, Leerdam, Lingewaal, Loenen, Lopik, Maarssen, Maasdriel, Montfoort, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nieuwegein, Oudewater, Rhenen, Tiel, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, West Maas en Waal, Wijk bij Duurstede, Woerden, Zaltbommel, Zederik, Zeist;
f.
de gemeenten Alkmaar, Andijk, Anna Paulowna, Beemster, Bergen, Castricum, Den Helder, Drechterland, Edam-Volendam, Enkhuizen, Graft-De Rijp, Harenkarspel, Heerhugowaard, Heiloo, Hoorn, Langedijk, Medemblik, Niedorp, Opmeer, Purmerend, Schagen, Schermer, Stede Broec, Texel, Waterland, Wervershoof, Koggenland, Wieringen, Wieringermeer, Zeevang, Zijpe;
g.
de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beverwijk, Bloemendaal, Diemen, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Wormerland, Zaanstad, Zandvoort;
h.
de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven, Boskoop, Delft, Den Haag, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Lansingerland, Leiden, Leiderdorp, Leidschendam-Voorburg, Lisse, Maasland, Midden-Delfland, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Rijnwoude, Rijswijk, Teylingen, Voorschoten, Wassenaar, Westland, Zoetermeer, Zoeterwoude;
i.
de gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Barendrecht, Bergambacht, Bernisse, Binnenmaas, Brielle, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen, Dirksland, Dordrecht, Goedereede, Gouda, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Hellevoetsluis, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Krimpen aan den IJssel, Liesveld, Maassluis, Middelharnis, Moordrecht, Nederlek, Nieuw-Lekkerland, Nieuwerkerk aan den IJssel, Oostflakkee, Oud-Beijerland, Ouderkerk, Papendrecht, Reeuwijk, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Schoonhoven, Sliedrecht, Spijkenisse, Strijen, Vlaardingen, Vlist, Waddinxveen, Westvoorne, Zevenhuizen-Moerkapelle, Zwijndrecht;
j.
de gemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Borsele, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Goes, Halderberge, Hulst, Kapelle, Middelburg, Moerdijk, Noord-Beveland, Oosterhout, Reimerswaal, Roosendaal, Rucphen, Schouwen-Duiveland, Sluis, Steenbergen, Terneuzen, Tholen, Veere, Vlissingen, Woensdrecht, Zundert;
k.
de gemeenten Aalburg, Asten, Bergeijk, Bernheze, Best, Bladel, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cranendonk, Cuijk, Deurne, Dongen, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, Heeze-Leende, Helmond, 's-Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Laarbeek, Landerd, Lith, Loon op Zand, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Nuenen c.a., Oirschot, Oisterwijk, Oss, Reusel-De Mierden, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Someren, Son en Breugel, Tilburg, Uden, Valkenswaard, Veghel, Veldhoven, Vught, Waalre, Waalwijk, Werkendam, Woudrichem;
l.
de gemeenten Arcen en Velden, Beek, Beesel, Bergen, Brunssum, Echt-Susteren, Eijsden, Gennep, Gulpen-Wittem, Heerlen, Helden, Horst aan de Maas, Kerkrade, Kessel, Landgraaf, Leudal, Maasbree, Maasgouw, Maastricht, Margraten, Meerlo-Wanssum, Meerssen, Meijel, Nederweert, Nuth, Onderbanken, Roerdalen, Roermond, Schinnen, Sevenum, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Venlo, Venray, Voerendaal, Weert.
Artikel 4
In geval van instelling of opheffing van een kamer dan wel van wijziging van het gebied van een kamer regelt Onze Minister zo nodig de overgang van rechten, lasten, verplichtingen en bezittingen van de betrokken kamers.
1.
In geval een wijziging van het gebied van een kamer leidt tot een wijziging in het algemeen bestuur, die niet samenvalt met het einde van de zittingsperiode van de leden van dat bestuur, eindigt in afwijking van
artikel 8, eerste lid, van de wet de zittingsperiode van die leden op het tijdstip van de wijziging.
2.
In geval van instelling of opheffing van een kamer of van wijziging van het gebied van een kamer als bedoeld in het eerste lid kan Onze Minister een van
artikel 8, eerste lid, van de wet afwijkende termijn voor de zittingsperiode van de leden van het algemeen bestuur vaststellen.
Artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de wet geldt niet ten aanzien van benoemingen voor een aldus vastgestelde termijn.
Artikel 6
In geval van instelling van een kamer of van wijziging van het gebied van een kamer bepaalt Onze Minister ter zake van de benoeming voor de eerste maal van de leden van het algemeen bestuur, van welke kamer of kamers het algemeen bestuur bevoegd is voor de toepassing van de
artikelen 10, tweede lid, en
11, vierde lid, van de wet.
Artikel 7
In geval van instelling van een kamer worden in afwijking van
artikel 45 of
51 van de wet, de eerste begroting en het eerste activiteitenplan binnen zes weken na de instelling vastgesteld, voor een periode eindigende, al naar gelang Onze Minister bepaalt, bij het verstrijken van het lopende kalenderjaar, hetzij één jaar daarna.
1.
De eerste rekening van inkomsten en uitgaven, het eerste overzicht van de grootte en de samenstelling van het vermogen en het eerste jaarverslag van een kamer hebben betrekking op de eerste begrotingsperiode van die kamer.
2.
De laatste rekening van inkomsten en uitgaven, het laatste overzicht van de grootte en de samenstelling van het vermogen en het laatste jaarverslag van een opgeheven kamer worden door het algemeen bestuur van de daartoe door Onze Minister aangewezen kamer vastgesteld, al dan niet na overleg met het algemeen bestuur van een eveneens door Onze Minister aangewezen andere kamer.
Artikel 12
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit instelling, gebiedsindeling en bestuursgrootte kamers van koophandel en fabrieken.
Het Oude Loo, 24 december 1997
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Uitgegeven de dertigste december 1997
De Minister van Justitie,