Besluit instelling Commissie integriteit publieke functionarissen en functioneren overheidsinstituties in Curaçao
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 juni 2011, 2011-2000271383, CZW/CZ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Er is een Commissie die tot taak heeft zich op de hoogte te stellen van de oorzaken en ontwikkelingen die hebben geleid tot een situatie waarin de integriteit van publieke functionarissen en het functioneren van belangrijke overheidsinstituties in Curaçao over en weer in opspraak wordt gebracht, en om aanbevelingen te doen omtrent de wijze waarop het aanzien en het gezag van deze instituties kan worden hersteld.
Artikel 2
De leden worden benoemd door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, na overleg met de Minister-President van Curaçao.
1.
De Commissie brengt haar rapport uit aan de Minister-President van Curaçao en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2.
Indien Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, na overleg met de Minister-President van Curaçao daarom verzoekt, of indien de Commissie dit zelf wenselijk acht, brengt de Commissie een tussenrapport uit.
3.
Na het uitbrengen van het rapport is de Commissie opgeheven.
Artikel 4
De archiefbescheiden van de Commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt drie maanden na de opheffing van de Commissie.