1.
De informatie die het bestuur van de veiligheidsregio over mogelijke rampen en crises aan de bevolking verschaft, omvat in ieder geval:
a.
gegevens die inzicht verschaffen in de oorsprong, de omvang en de te verwachten gevolgen voor de bevolking of het milieu van een dergelijke ramp of crisis;
b.
gegevens over de wijze waarop de bevolking bij een ramp of crisis wordt gewaarschuwd, op de hoogte gehouden en beschermd;
c.
een beschrijving van de maatregelen die de bevolking bij een ramp of crisis dient te treffen om de schadelijke gevolgen ervan zoveel mogelijk te beperken en gegevens omtrent de te volgen gedragslijn;
f.
de identiteit van de persoon die de informatie verschaft onder vermelding van zijn functie;
g.
gegevens over de wijze waarop, waar en bij wie aanvullende ter zake dienende informatie kan worden verkregen.
2.
De informatie wordt door het bestuur van de veiligheidsregio in de meest passende vorm verschaft.
2.
De informatie die het bestuur van de veiligheidsregio over mogelijke rampen aan de bevolking verschaft omvat, voor zover deze betrekking heeft op een mogelijke ramp in een inrichting, in aanvulling op de informatie, bedoeld in
artikel 5, in ieder geval:
a.
de naam of de handelsnaam van de exploitant en het volledige adres van de betreffende inrichting;
b.
een bevestiging dat het
Besluit risico’s zware ongevallen 2015 , het
Besluit omgevingsrecht en dit besluit op de inrichting van toepassing zijn, alsmede een bevestiging dat voldaan is aan de in de twee eerstgenoemde besluiten gegeven verplichting tot het indienen van een veiligheidsrapport dan wel van de gegevens die in de kennisgeving moeten worden opgenomen;
c.
een aanduiding van het bestuursorgaan dat bevoegd is of zou zijn een omgevingsvergunning voor de inrichting te verlenen;
e.
een begrijpelijke toelichting op de activiteit of activiteiten van de inrichting;
f.
de algemene naam of, in geval van gevaarlijke stoffen uit de categorieën, bedoeld in deel I, bijlage I bij Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (PbEU 2012, L 197), de algemene naam, onderscheidenlijk, de gevarenklasse van de relevante gevaarlijke stoffen in de inrichting die een zwaar ongeval kunnen veroorzaken, onder vermelding van de belangrijkste gevaarlijke eigenschappen in eenvoudige bewoordingen.
Artikel 6
De informatie die het bestuur van de veiligheidsregio over mogelijke rampen aan de bevolking verschaft omvat, voor zover deze betrekking heeft op een mogelijke ramp in een inrichting, in aanvulling op de informatie, bedoeld in
artikel 5, in ieder geval:
a.
een bevestiging van het feit dat voldaan is aan hetgeen in het
Besluit risico’s zware ongevallen 2015 omtrent het opstellen van een intern noodplan is bepaald en dat de inrichting is gehouden de nodige afspraken te maken met hulpdiensten ten einde zware ongevallen het hoofd te bieden en de gevolgen daarvan tot een minimum te beperken;
b.
algemene gegevens inzake de aard van rampen en zware ongevallen, waaronder de mogelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid en het milieu en beknopte gegevens van de voornaamste soorten scenario’s voor rampen en zware ongevallen en de bestrijdingsmaatregelen;
c.
passende gegevens uit het rampbestrijdingsplan dat opgesteld is om te kunnen omgaan met eventuele effecten die een ramp of zwaar ongeval buiten het terrein kan hebben, waaronder het advies om ten tijde van een ramp of zwaar ongeval gehoor te geven aan de instructies of verzoeken van de hulpdiensten;
d.
een indicatie, waar van toepassing, dat de inrichting zich nabij het grondgebied van een andere lidstaat bevindt, waardoor een zwaar ongeval grensoverschrijdende gevolgen kan hebben, krachtens het Verdrag van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties inzake grensoverschrijdende gevolgen van industriële rampen en zware ongevallen;
Artikel 6a
Artikel 6 is van overeenkomstige toepassing op een mogelijke ramp in een afvalvoorziening categorie A, met dien verstande dat:
c.
in onderdeel h in plaats van «
Besluit risico’s zware ongevallen 2015 » wordt gelezen:
Besluit beheer winningsafvalstoffen .
Artikel 7
De informatie die het bestuur van de veiligheidsregio over mogelijke rampen aan de bevolking verschaft omvat, voor zover deze betrekking heeft op een mogelijke ramp met stralingsgevaar en waarvan de gevolgen in beginsel beperkt zullen blijven tot de gemeente waar de ramp zich voordoet, in aanvulling op de informatie, bedoeld in
artikel 5:
a.
basiskennis over radioactiviteit en de gevolgen daarvan voor de bevolking of het milieu;
b.
de verschillende in aanmerking genomen gevallen van stralingsgevaar en hun gevolgen voor de bevolking of het milieu.
Artikel 8
Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat de informatie, bedoeld in de
artikelen 5, eerste lid, onderdelen b, c en g,
5a, tweede lid,
6,
6a en
7, permanent toegankelijk is voor het publiek, onder meer elektronisch.
1.
De informatie, bedoeld in
artikel 5, onder b en c, wordt ten minste één maal per jaar verschaft en voorts telkens wanneer de informatie is bijgewerkt. Bijwerking vindt in ieder geval plaats wanneer in de beschreven maatregelen significante wijzigingen worden aangebracht.
2.
De informatie als bedoeld in het eerste lid die betrekking of mede betrekking heeft op een inrichting of een afvalvoorziening categorie A wordt ten minste één maal per drie jaar opnieuw bezien en zo nodig bijgewerkt. Bijwerking vindt voorts in ieder geval plaats wanneer in de beschreven maatregelen significante wijzigingen worden aangebracht en wanneer wijzigingen in de inrichting of een afvalvoorziening categorie A worden aangebracht die voor de gevaren van rampen belangrijke gevolgen kunnen hebben.
3.
De informatie, bedoeld in de
artikelen 5, onder a en d tot en met g, en 7, wordt ten minste één maal per vijf jaar verschaft en voorts telkens wanneer de informatie is bijgewerkt. Bijwerking vindt in ieder geval plaats wanneer in de beschreven maatregelen significante wijzigingen worden aangebracht.
4.
De verschaffing van informatie als bedoeld in
artikel 5, onder a en d tot en met g, die betrekking of mede betrekking heeft op een inrichting of een afvalvoorziening categorie A alsmede van de informatie, bedoeld in de
artikelen 6 en
6a, geschiedt ten minste één maal in de vijf jaar en voorts telkens wanneer de informatie is bijgewerkt. Ten minste één maal per drie jaar wordt bezien of bijwerking nodig is. Bijwerking vindt in ieder geval plaats wanneer in de beschreven maatregelen significante wijzigingen worden aangebracht en wanneer wijzigingen in de inrichting of een afvalvoorziening categorie A worden aangebracht die voor de gevaren van rampen belangrijke gevolgen kunnen hebben.
5.
Het bestuur van de veiligheidsregio verschaft de informatie, bedoeld in het derde en vierde lid, eerder en werkt deze eerder bij, indien naar zijn oordeel ontwikkelingen in de kennis over de veiligheid en over de beoordeling van risico’s en over een doelmatige rampenbestrijding hiertoe nopen.
1.
Indien de gemeente dreigt te worden getroffen door een ramp of crisis, wordt de bevolking door de burgemeester, dan wel door de voorzitter van de veiligheidsregio in een situatie als bedoeld in
artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s, onmiddellijk gewaarschuwd, geïnformeerd en geïnstrueerd. De burgemeester, dan wel de voorzitter van de veiligheidsregio, kan daarbij:
a.
een verzoek aan de bevolking doen naar de radio te luisteren of naar de televisie te kijken;
b.
voorbereidende instructies geven aan instellingen met bijzondere collectieve taken;
c.
aanbevelingen doen aan bijzonder betrokken beroepen.
2.
Indien daartoe voldoende tijd beschikbaar is, worden de informatie en instructies, bedoeld in het eerste lid, aangevuld met een herhaling van de basiskennis over de aard van het dreigende gevaar en de gevolgen daarvan voor de bevolking of het milieu.
1.
De informatie die de burgemeester, dan wel de voorzitter van de veiligheidsregio’s in een situatie als bedoeld in
artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s, ten tijde van een ramp of crisis aan de bevolking verschaft, omvat in ieder geval:
a.
specifieke gegevens over de ramp of crisis, met name over de oorsprong, de omvang en de te verwachten gevolgen voor de bevolking of het milieu, alsmede over het te verwachten verloop van de ramp of crisis;
b.
gegevens over de wijze waarop de bevolking op de hoogte wordt gehouden;
c.
een beschrijving van de maatregelen die de bevolking dient te treffen om de schadelijke gevolgen van de ramp of crisis zoveel mogelijk te beperken, en de te volgen gedragslijn, waarbij de maatregelen onder meer betrekking kunnen hebben op de volgende aspecten:
1°.
beperken van het gebruik van bepaalde levensmiddelen die besmet kunnen zijn;
2°.
eenvoudige hygiëne- en ontsmettingsregels;
4°.
distributie en gebruik van beschermende stoffen;
d.
speciale instructies voor bepaalde bevolkingsgroepen.
2.
De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt zo spoedig mogelijk en bij herhaling verschaft.
Artikel 11a
De artikelen van dit hoofdstuk worden ten aanzien van informatie die betrekking heeft op een calamiteit in een inrichting die in een andere staat is gelegen, welke calamiteit tot een ramp in Nederland kan leiden, voor zover mogelijk toegepast.