1.
De gebruiker verstrekt voordat hij overgaat tot een toepassing op grote schaal van gevaarlijke micro-organismen dan wel een activiteit met genetisch gemodificeerde organismen, aan het bestuur van de veiligheidsregio waarin die toepassing plaats heeft, over de mogelijke rampen die zich tijdens die toepassing kunnen voordoen, de volgende gegevens:
a.
de risicobronnen en omstandigheden waaronder de rampen zich kunnen voordoen;
b.
de getroffen preventieve voorzieningen, zoals de veiligheidsuitrusting, alarmsystemen, inperkingsmethoden en -procedures en de beschikbare hulpmiddelen;
c.
een beschrijving van de aan de werknemers verstrekte informatie;
d.
de informatie die naar het oordeel van het bestuur van de veiligheidsregio overigens nodig is om plannen ter bestrijding van een ramp op te stellen.
Dit geldt niet voor zover deze informatie reeds op grond van andere voorschriften is verschaft of kan worden verkregen.
2.
Onverminderd het eerste lid, verschaft de gebruiker die een activiteit verricht met genetisch gemodificeerde organismen aan het bestuur van de veiligheidsregio waarin een activiteit plaatsheeft, tevens de procedures en plannen ter verificatie van de onverminderde doeltreffendheid van de inperkingsmaatregelen. Dit geldt niet voor zover deze informatie reeds op grond van andere voorschriften is verschaft of kan worden verkregen.
3.
Indien de gebruiker de beschikking krijgt over nieuwe relevante veiligheidstechnische gegevens die een ander inzicht kunnen geven in de risico's voor de bevolking of het milieu die aan een toepassing op grote schaal van gevaarlijke micro-organismen dan wel een activiteit met genetisch gemodificeerde organismen zijn verbonden, stelt hij het bestuur van de veiligheidsregio hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte.
4.
De gebruiker zendt de ingevolge het eerste, tweede en derde lid verstrekte informatie onmiddellijk tevens aan Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
1.
De gebruiker kan het bestuur van de veiligheidsregio verzoeken bepaalde informatie vertrouwelijk te behandelen, indien de openbaarmaking van deze gegevens nadelige invloed kan hebben op zijn concurrentiepositie. In dit geval moeten aantoonbare redenen worden aangevoerd.
2.
Het bestuur van de veiligheidsregio bepaalt na overleg met de gebruiker welke informatie, bedoeld in het eerste lid, vertrouwelijk zal worden behandeld, en brengt de gebruiker op de hoogte van zijn besluit.
3.
De volgende informatie wordt in geen geval vertrouwelijk behandeld:
a.
de beschrijving van de toegepaste gevaarlijke micro-organismen dan wel genetisch gemodificeerde organismen;
b.
de naam en het adres van de gebruiker;
c.
de plaats en het doel van de toepassing;
d.
de methoden en plannen met betrekking tot het toezicht op de gevaarlijke micro-organismen dan wel genetisch gemodificeerde organismen, en de noodmaatregelen;
e.
de conclusies met betrekking tot de te verwachten effecten, met name de pathogene effecten en milieuschade.