Besluit van 1 december 2008, houdende bepalingen ter voorkoming van de toename van het aantal personen met een verhoogde gevoeligheid voor bepaalde verontreinigende stoffen in de buitenlucht die verblijven op bij die bepalingen aangewezen plaatsen (Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen))
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 14 juli 2008, BJZ2008069974, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel 5.16a, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 14 augustus 2008, No. W08.08.0289/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 november 2008, BJZ2008111820, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
uitoefening van een bevoegdheid of toepassing van een wettelijk voorschrift: uitoefening van een bevoegdheid of toepassing van een wettelijk voorschrift als bedoeld in
artikel 5.16, eerste lid, van de wet;
1.
Indien de uitoefening van een bevoegdheid of toepassing van een wettelijk voorschrift betrekking heeft op een geval dat behoort tot een bij
artikel 3 aangewezen categorie waarvan de locatie geheel of gedeeltelijk is of zal zijn gelegen op een afstand van:
a.
minder dan 300 meter vanaf de rand van een rijksweg, of
b.
minder dan 50 meter vanaf de rand van een provinciale weg,
en op die locatie sprake is van een overschrijding of dreigende overschrijding op of na het daarbij behorende tijdstip van een in
voorschrift 2.1 of 4.1 van bijlage 2 van de wet opgenomen grenswaarde, vindt die uitoefening of toepassing op een zodanige wijze plaats dat deze niet leidt tot een toename van het aantal ter plaatse verblijvende personen.
2.
Bij de uitvoering van dit besluit blijven op de
voorschriften 2.1a en 4.2 van bijlage 2 van de wet berustende bepalingen buiten toepassing.
1.
Als categorieën van gevallen, bedoeld in
artikel 2, worden aangewezen gebouwen, geheel of gedeeltelijk bestemd of in gebruik:
a.
ten behoeve van basisonderwijs, voortgezet onderwijs of overig onderwijs aan minderjarigen;
b.
ten behoeve van kinderopvang;
c.
als verzorgingstehuis, verpleegtehuis of bejaardentehuis;
d.
ten behoeve van een combinatie van functies als genoemd onder a, b of c.
2.
De aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, is van toepassing op nieuw te bouwen gebouwen alsmede op bestaande gebouwen indien deze worden uitgebreid of een functiewijziging ondergaan.
3.
Indien de uitoefening van een bevoegdheid of toepassing van een wettelijk voorschrift als bedoeld in
artikel 2, eerste lid, betrekking heeft op de uitbreiding van een bestaand gebouw of op de uitbreiding van een door dat gebouw vervulde functie als bedoeld in het eerste lid is in afwijking van
artikel 2 een eenmalige toename van ten hoogste tien procent van het rechtens toegestane aantal personen dat op de desbetreffende locatie verblijft, toegestaan.
Artikel 4
Bij ministeriële regeling kunnen, indien dat in het bijzonder noodzakelijk is voor een goede uitvoering van dit besluit, nadere regels worden gegeven omtrent de in dit besluit geregelde onderwerpen.
Artikel 5
Dit besluit is niet van toepassing op een besluit dat met toepassing van
artikel 5.16 van de wet is genomen vóór de inwerkingtreding van dit besluit, noch op de ter uitvoering daarvan strekkende besluiten, overige rechtshandelingen en feitelijke handelingen.
1.
Dit besluit, met uitzondering van
artikel 2, tweede lid, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
2.
Artikel 2, tweede lid, treedt in werking op het tijdstip waarop het bij koninklijke boodschap van 9 september 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (implementatie en derogatie luchtkwaliteitseisen) (Kamerstukken II 2008/2009, 31 589, nr. 2), na tot wet te zijn verheven, in werking treedt.
Artikel 7
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen).
’s-Gravenhage, 1 december 2008
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Uitgegeven de vijftiende januari 2009