{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
+ HOOFDSTUK 2. DE MAXIMAAL TOELAATBARE GELUIDSBELASTING BUITEN DE GELUIDSZONE
+ HOOFDSTUK 3. DE MAXIMAAL TOELAATBARE GELUIDSBELASTING BINNEN DE GELUIDSZONE
+ HOOFDSTUK 4. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Ook bekend als:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 24 december 2008. U leest nu de tekst die gold op 23 december 2008.
Besluit van 17 december 1996, houdende vaststelling van grenswaarden voor de geluidsbelasting binnen en buiten de geluidszones rond grote-luchtvaartterreinen (Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 11 juli 1996, nr. MJZ9604008, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan na overleg met Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Defensie;
Gelet op artikel 25, eerste lid, aanhef en onder a, derde en vierde lid, van de Luchtvaartwet;
De Raad van State gehoord (advies van 18 september 1996, nr. W08.96.0301);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 december 1996, nr. MJZ 96072712, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht na overleg met Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Defensie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. geluidszone: geluidszone als bedoeld in artikel 25a van de Luchtvaartwet voor de grenswaarde, bedoeld in artikel 25, eerste lid, aanhef en onder a, van die wet;
b. gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet;
c. andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
d. woonwagenstandplaats: standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van de Woningwet;
e. ligplaats: plaats in het water, bestemd of aangewezen om door een woonschip bij verblijf te worden ingenomen;
f. bouwvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Woningwet;
g. geprojecteerd: nog niet aanwezig en waarvoor de bouwvergunning nog niet is verleend, maar waarvoor het bestemmingsplan dat geldt op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone die verlening toelaat;
h. geluidsbelasting in Kosteneenheden: geluidsbelasting op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke op een luchtvaartterrein landende en opstijgende luchtvaartuigen, bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a, van de Luchtvaartwet, vastgesteld volgens de formule:
geluidsbelasting = 20xlog(?nx10 L/15 )-157;
waarin het teken «?» staat voor de optelling van de bijdragen van alle luchtvaartuigen die ter plaatse voorbij vliegen in een periode van een jaar;
waarin het teken «n» staat voor een factor gelijk aan 1 gedurende de periode van 8.00 tot 18.00 uur en voor de verdere tijdsperiode volgens onderstaande tabel:
n Tijdsperiode (lokale tijd)  
  van tot  
10 0 6 uur  
8 6 7 uur  
4 7 8 uur  
1 8 18 uur  
2 18 19 uur  
3 19 20 uur  
4 20 21 uur  
6 21 22 uur  
8 22 23 uur  
10 23 24 uur  


en waarin het teken «L» staat voor het maximaal geluidsniveau in dB(A) dat voor een passerend luchtvaartuig ter plaatse in de buitenlucht wordt of kan worden gemeten.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel e, wordt onder woonschip verstaan een schip dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd of bestemd is voor bewoning.
3.
Een opvangcentrum als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers is geen woning als bedoeld in dit besluit.
1.
Voor de in het tweede lid genoemde luchtvaartterreinen is de grenswaarde voor de maximaal toelaatbare geluidsbelasting, bedoeld in artikel 25, eerste lid, aanhef en onder a , van de Luchtvaartwet, 35 Kosteneenheden.
2.
De in het eerste lid bedoelde luchtvaartterreinen zijn:
a. de burgerluchtvaartterreinen Budel, Eelde, Lelystad, Maastricht, Rotterdam en Texel;
b. de militaire luchtvaartterreinen Deelen, Eindhoven, Gilze-Rijen, De Kooy, Leeuwarden, De Peel, Soesterberg, Twenthe, Valkenburg, Volkel en Woensdrecht.
Artikel 3
De grenswaarde voor structureel uitgevoerd nachtelijk vliegverkeer, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de Luchtvaartwet, geldt voor het luchtvaartterrein Maastricht.
1.
35 Kosteneenheden is de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en woonwagenstandplaatsen die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen nog niet aanwezig zijn en waarvoor nog geen bouwvergunning is verleend.
2.
35 Kosteneenheden is de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van ligplaatsen die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen nog niet aanwezig zijn.
Artikel 5
In afwijking van artikel 4, eerste lid is de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in dat artikel:
a. 40 Kosteneenheden:
1°. voor woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen die een open plek in de bestaande, te handhaven bebouwing opvullen;
2°. voor woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen die zullen dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing, niet zijnde woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen of woonwagenstandplaatsen, of
3°. voor woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, indien uit het plan, bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder d, van de Luchtvaartwet of uit de kaart, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, blijkt dat de geluidsbelasting ter plaatse binnen redelijke termijn zal afnemen tot 35 Kosteneenheden of minder;
b. 45 Kosteneenheden:
1°. voor woningen die ter plaatse dringend noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid, of
2°. in een geval als bedoeld onder a:
1. voor geprojecteerde woningen of geprojecteerde andere geluidsgevoelige gebouwen, of
2. indien het voorziene aantal geluidgehinderden en de aan de uitwendige scheidingsconstructie optredende geluidsbelasting niet wezenlijk toenemen: voor woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen die – omdat het bestemmingsplan dat geldt op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone, om financieel-economische redenen moet worden herzien – gebouwd zullen worden in plaats van geprojecteerde woningen of geprojecteerde andere geluidsgevoelige gebouwen.
1.
In afwijking van artikel 4, eerste lid is 55, respectievelijk 65 Kosteneenheden de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in dat artikel die woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen of woonwagenstandplaatsen vervangen die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen reeds aanwezig zijn, respectievelijk op dat tijdstip reeds een hogere geluidsbelasting ondervinden dan 40 Kosteneenheden.
2.
Het eerste lid geldt niet indien de vervanging zou leiden tot:
a. een ingrijpende wijziging van de bestaande stedebouwkundige functie of structuur;
b. een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden, of
c. een wezenlijke toename van de aan de uitwendige scheidingsconstructie optredende geluidsbelasting.
Artikel 7
40 Kosteneenheden is de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van een woning die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone:
a. daarbinnen reeds aanwezig is of nog niet aanwezig is maar waarvoor de bouwvergunning is verleend, en
b. een geluidsbelasting ondervindt van 40 Kosteneenheden of minder.
Artikel 8
In afwijking van artikel 7 is 55 Kosteneenheden de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van een woning als bedoeld in dat artikel, gelegen binnen de in artikel 25 d van de Luchtvaartwet bedoelde geluidscontour die behoort bij de waarde van 40 Kosteneenheden, indien:
a. de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van de geluidsgevoelige ruimten, bedoeld in artikel 1 van de regeling, bedoeld in artikel 26 b van de Luchtvaartwet, ten minste gelijk is aan de waarden, aangegeven in die regeling;
b. door Onze Minister een aanbod wordt gedaan voor het treffen van zodanige geluidwerende voorzieningen dat voldaan wordt aan de onder abedoelde waarden, of
c. door de eigenaar of bewoner geen toestemming wordt gegeven voor het uitvoeren van een akoestisch en bouwtechnisch onderzoek als bedoeld in de onder abedoelde regeling.
Artikel 9
In afwijking van de artikelen 7 en 8 is 65 Kosteneenheden de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van een woning als bedoeld in die artikelen, gelegen binnen de in artikel 25 d van de Luchtvaartwet bedoelde geluidscontour die behoort bij de waarde van 55 Kosteneenheden, indien door Onze Minister, op een door de eigenaar binnen zes maanden na vaststelling van de geluidszone ingediend schriftelijk verzoek:
a. is vastgesteld dat de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van de geluidsgevoelige ruimten, bedoeld in artikel 1 van de regeling, bedoeld in artikel 26 b van de Luchtvaartwet, ten minste gelijk is aan de waarden, aangegeven in die regeling, of
b. zodanige geluidwerende voorzieningen zijn getroffen dat voldaan wordt aan de onder a bedoelde waarden.
Artikel 10
55 Kosteneenheden is de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van een woning die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone:
a. daarbinnen reeds aanwezig is of nog niet aanwezig is maar waarvoor de bouwvergunning is verleend, en
b. een geluidsbelasting ondervindt van meer dan 40 Kosteneenheden.
Artikel 11
In afwijking van artikel 10 is 65 Kosteneenheden de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van een woning als bedoeld in dat artikel, gelegen binnen de in artikel 25d van de Luchtvaartwet bedoelde geluidscontour die behoort bij de waarde van 55 Kosteneenheden, indien:
a. de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van de geluidsgevoelige ruimten, bedoeld in artikel 1 van de regeling, bedoeld in artikel 26b van de Luchtvaartwet, ten minste gelijk is aan de waarden, aangegeven in die regeling;
b. de woning gebouwd is krachtens een bouwvergunning waarvoor de aanvraag bij burgemeester en wethouders is ingediend na 14 februari 1983, en de geluidsbelasting in Kosteneenheden volgens de in artikel 25d van de Luchtvaartwet bedoelde geluidscontouren niet zodanig hoger is dan de geluidsbelasting in Kosteneenheden op de datum waarop de bouwvergunning is verleend, dat krachtens de onder a bedoelde regeling een zwaardere eis aan de onder a bedoelde geluidwering zou gelden dan de eis die op de laatstbedoelde datum gold bij toepassing van artikel 8 van het Besluit geluidwering gebouwen, dan wel van afdeling 3.1 van het Bouwbesluit 2003;
c. door Onze Minister een aanbod wordt gedaan voor het treffen van zodanige geluidwerende voorzieningen dat voldaan wordt aan de onder a bedoelde waarden, of
d. door de eigenaar of bewoner geen toestemming wordt gegeven voor het uitvoeren van een akoestisch en bouwtechnisch onderzoek als bedoeld in de onder a bedoelde regeling.
1.
Op schriftelijk verzoek van burgemeester en wethouders stelt Onze Minister een waarde vast voor de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van een ander geluidsgevoelig gebouw dat op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen reeds aanwezig is of nog niet aanwezig is maar waarvoor de bouwvergunning is verleend.
2.
De in het eerste lid bedoelde waarde is niet hoger dan 65 Kosteneenheden.
3.
Vaststelling van een waarde als bedoeld in het eerste lid kan alleen geschieden indien naar het oordeel van Onze Minister geluidhinder voor de gebruikers van het andere geluidsgevoelige gebouw kan worden voorkomen door zodanige geluidwerende voorzieningen aan dat gebouw dat de geluidsbelasting binnen dat gebouw een milieuhygiënisch aanvaardbaar niveau niet te boven gaat.
4.
Een verzoek als bedoeld in het eerste lid is pas ontvankelijk als het overleg, bedoeld in artikel 19 van de Luchtvaartwet, voor het betrokken luchtvaartterrein is afgerond.
Artikel 13
De maximaal toelaatbare geluidsbelasting van een woonwagenstandplaats die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen reeds aanwezig is of nog niet aanwezig is maar waarvoor de bouwvergunning is verleend, is 40 Kosteneenheden.
Artikel 13a
De maximaal toelaatbare geluidsbelasting van een ligplaats die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen reeds aanwezig is, is 40 Kosteneenheden.
Artikel 14
Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zendt, in overeenstemming met Onze Minister, binnen drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van dit besluit in de praktijk.
Artikel 15
[Wijzigt het Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart.]
Artikel 16
Het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaartterreinen wordt ingetrokken.
1.
Het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaartterreinen blijft van toepassing op een verzoek als bedoeld in artikel 8 van dat besluit dat bij Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
2.
Het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaartterreinen – met uitzondering van de vaststelling van hogere waarden, bedoeld in de artikelen 3, tweede en derde lid, en 6, tweede lid, en met uitzondering van artikel 8 – blijft van toepassing op een bestemmingsplan dat is of wordt vastgesteld ter uitvoering van aanwijzingen als bedoeld in artikel 26 van de Luchtvaartwet die gegeven zijn vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
3.
Het tweede lid geldt niet voor woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en woonwagenstandplaatsen die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen reeds aanwezig zijn of nog niet aanwezig zijn maar waarvoor de bouwvergunning is verleend.
4.
Indien het tweede lid van toepassing is, is de maximaal vast te stellen hogere waarde, genoemd in de artikelen 3, tweede en derde lid, en 6, tweede lid, van het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaartterreinen, voor de in die bepalingen bedoelde gevallen de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting.
Artikel 18
Dit besluit treedt in werking met ingang van de veertiende dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Artikel 19
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 17 december 1996
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Uitgegeven drieëntwintigste december 1996
De Minister van Justitie,