1.
In afwijking van de
artikelen 7.2.2, tweede lid, en
7.2.7, derde, vierde en achtste lid, van de wet, voldoet het onderwijsprogramma voor de beroepsopleiding bol-bbl aan de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming, bedoeld in artikel 7.2.7, eerste lid, van de wet, indien het bevoegd gezag voor de deelnemer een onderwijsprogramma verzorgt dat:
a.
voor een tweejarige basisberoepsopleiding of vakopleiding één studiejaar bol en één studiejaar bbl kent en ten minste 1.850 klokuren omvat waarvan ten minste 900 begeleide onderwijsuren en ten minste 860 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd;
b.
voor een driejarige vakopleiding of middenkaderopleiding:
1°.
één studiejaar bol en twee studiejaren bbl kent en ten minste 2.700 klokuren omvat waarvan ten minste 1.100 begeleide onderwijsuren en ten minste 1.470 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd; of
2°.
twee studiejaren bol en één studiejaar bbl kent en ten minste 2.850 klokuren omvat waarvan ten minste 1.450 begeleide onderwijsuren en ten minste 1.060 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd;
c.
voor een vierjarige middenkaderopleiding:
1°.
één studiejaar bol en drie studiejaren bbl kent en ten minste 3.550 klokuren omvat waarvan ten minste 1.300 begeleide onderwijsuren en ten minste 2.080 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd; of
2°.
twee studiejaren bol en twee studiejaren bbl kent en ten minste 3.700 klokuren omvat waarvan ten minste 1.650 begeleide onderwijsuren en ten minste 1.670 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd; of
3°.
drie studiejaren bol en één studiejaar bbl kent en ten minste 3.850 klokuren omvat waarvan ten minste 2.000 begeleide onderwijsuren en ten minste 1.510 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd.
2.
Het bevoegd gezag kan een onderwijsprogramma verzorgen dat minder uren omvat dan de onder a tot en met c genoemde aantallen mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is. In het geval het onderwijsprogramma minder uren omvat, legt het bevoegd gezag hierover verantwoording af in het jaarverslag, bedoeld in
artikel 2.5.4, van de wet, dan wel in het verslag, bedoeld in
artikel 1.4.1, derde lid, van de wet, en is
artikel 8a.2.2, derde lid, onderdeel m, van de wet, van overeenkomstige toepassing.