Besluit van 5 mei 1981, houdende uitvoering van artikel 7 van de Noodwet Geneeskundigen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 13 februari 1981, DG Vgz/VIBO, Nr. 75083/CV;
Gelet op artikel 7 van de Noodwet Geneeskundigen ( Stb. 1971, 396);
De Raad voor de buitengewone geneeskundige en farmaceutische voorziening gehoord (advies van 9 maart 1978, Nr. 17625/CV);
De Raad van State gehoord (advies van 24 maart 1981, Nr. 810318/27);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 22 april 1981, DG Vgz/VIBO, Nr. 75242/CV;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
Indien de verbinding tussen Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en enig gebied is verbroken, wordt in dat gebied de bij de
artikelen 8 en 9 van de Noodwet Geneeskundigen aan hem toegekende bevoegdheid uitgeoefend door Onze Commissaris in de provincie, waartoe dat gebied behoort.
2.
In afwijking van het eerste lid worden de daar bedoelde bevoegdheden, indien de verbinding tussen Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en het grondgebied van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders of van de gemeenten Dronten of Lelystad verbroken is, uitgeoefend door de Landdrost van dat openbaar lichaam, onderscheidenlijk de burgemeester van de betrokken gemeente.
Artikel 2
Onze Commissaris, de Landdrost en de burgemeester oefenen deze bevoegdheden niet uit, dan nadat voor zover mogelijk de betrokken regionale inspecteur van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid en de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid zijn gehoord.
Artikel 3
Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne bepaalt het tijdstip waarop de verbinding met het betrokken gebied is hersteld.
Lage Vuursche, 5 mei 1981
De Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne,
Uitgegeven de negende juli 1981
De Minister van Justitie,